Twee weken geleden was het Wereld Sociaal Forum bijeen in Mexico City, of althans, wat er nog rest van dat Forum. Het ligt al jaren op apegapen en de groep is te klein en de verdeeldheid te groot om nog naar een daadkrachtige oplossing te zoeken.
De tegenstelling kan nauwelijks groter zijn met het Wereld Economisch Forum dat sinds maandag 23 mei bijeen is in Davos, Zwitserland. De Zwitserse regering stelde 5000 manschappen van haar leger ter beschikking om de mondiale elites een veilig gevoel te geven. Boven de stad werd een no-fly zone ingesteld, want je weet maar nooit.
Nochtans is het Wereld Sociaal Forum van Porto Alegre begonnen als een reactie op ‘Davos’. François Houtart schreef er destijds een boekje over : ‘Het andere Davos’. Porto Alegre was bedoeld als een contra-hegemonisch project, de sociale bewegingen zouden laten zien hoe het ‘anders’ kon, hoe er ‘anders’ kon gemondialiseerd worden, hoe ‘een andere wereld’ echt mogelijk was.
Vijf jaar lang ging dat goed, toen sloeg de twijfel toe, na tien jaar werd schuchter met een discussie begonnen over hoe het WSF zelf ‘anders’ kon zijn, vanaf 2015 werd er enkel nog wat aangemodderd. Voor velen was het recente Forum in Mexico de doodsteek.
Toch is de verwantschap tussen Porto Alegre en Davos reëel. Het initiatief voor het WSF werd genomen door een Braziliaans zakenman, die er enkele grote Braziliaanse bewegingen, le Monde Diplomatique en het pas opgerichte Attac voor warm kreeg, en meteen kon rekenen op een enthousiaste reactie van wereldwijde bewegingen.
Maar Porto Alegre berustte op een misverstand. De initiatiefnemer kwam zelf van Davos en was een warm pleitbezorger van de toen heersende ‘civil society’ hype. Hij dacht helemaal niet in termen van ‘tegen Davos’, maar in termen van een softer kapitalisme, zoals dat in Davos vandaag de dag nog steeds wordt gezegd. Mochten de andere bewegingen dat meteen begrepen hebben, sterker en moediger zijn geweest, die strekking was gauw in de minderheid geduwd. Dat is helaas niet gebeurd. Er werd in 2001 meteen een ‘handvest’ met principes vastgelegd dat het WSF tot de dag van vandaag volledig verlamt. En de oude stichters van het forum willen niet wijken. Kortom, alle intellectuelen hebben het WSF al lang verlaten, de grote sociale bewegingen druipen een voor een af. Blijft enkel nog een restantje van koppige believers waaronder een groep die het volledig eens is met die oude principes. Het WSF heeft geen stem, kan niets zeggen en niets doen, maar biedt enkel een ‘open ruimte’ waar enkel nog kleine bewegingen hun ding komen doen, geen of nauwelijks contact hebben met anderen en er een kleine festivalletje van maken. Exit WSF. Een eensgezinde verklaring tegen de oorlog, tegen de deportatie of de moord op activisten, het kan niet.
Niet zo in Davos
In Davos gaat het er geheel anders aan toe. Het is inderdaad een open ruimte waar mensen naar elkaar luisteren en met elkaar in gesprek gaan, waar de grote lijnen worden uitgezet voor de toekomst, waar het neoliberalisme vervelt en een ander liberalisme wordt, waar de mondialisering in nieuwe nationale kleuren wordt ingevuld, waar belangrijke mensen uitleggen hoe onze gezondheidszorg er in de toekomst zal uitzien, hoe het maatschappelijk vertrouwen kan worden hersteld… Het zijn allemaal mensen, zo stelt Klaus Schwab, de goeroe van het WEF, met ideeën, de passie en de macht om verandering mogelijk te maken.
Dit trekt jonge mensen aan die ‘movers and shakers’ willen zijn. Die vinden dat de wereld er misschien niet zo goed aan toe is, maar die wel geloven dat dit binnen het huidige systeem beter kan. Die willen werken aan mensenrechten en humanitaire hulp.
Het WEF definieert zichzelf als een ‘internationale organisatie voor privé-publieke samenwerking’. De toekomst, quoi! Ze werken aan een beter soort kapitalisme, aldus het Davos manifest, en bestaat uit mensen met een ethische en intellectuele integriteit. Vandaar dat je er de CEO’s van alle grote multinationals tegen het lijft loop, de baas van het IMF en van de Europese Centrale Bank…
Het enige protest tegen dit soort intellectuele en politieke kwakzalverij komt van Oxfam, dat op 23 mei zijn jaarlijkse rapport over de ongelijkheid in de wereld uitbracht. Daarin wordt aangetoond dat de crisis voor sommigen helemaal geen crisis hoeft te zijn.
Tijdens de COVID-19 crisis kwam er om de dertig uur een nieuwe miljardair bij. En voor elke miljardair vielen één miljoen mensen in extreme armoede.
Dreigt er een grote voedselcrisis, zeg maar hongersnood? Tijdens de crisis kwamen er in de voedingssector alleen zo’n 62 nieuwe miljardairs bij. Het vermogen van de familie Cargill, één van de voedselgiganten, steeg met zo’n 20 miljoen US $ per dag sinds het begin van de crisis.
Op twee jaar tijd is het vermogen van de miljardairs evenveel gestegen als in de afgelopen 23 jaar.
Gewoon.
Maar er is wel degelijk protest in Davos: de politie gedoogt het verzet van de ‘patriottische miljonairs’ die vinden dat ook zij eerlijke belastingen moeten betalen.
Elk op zijn niveau, zo hoort het.
Een pijnlijk gebrek aan een mondiale linkerzijde
Toch zijn er in het linkse kamp nog steeds mensen die geloven dat mondiale actie niet hoeft. Dat het volstaat actief te worden in je straat, in je stad. Te zorgen voor een nieuw fietspad, voor de bescherming van holebi’s, voor het behoud van een bos of een park. En die dingen zijn inderdaad erg nodig. Maar ze kunnen niets bereiken als niet tegelijkertijd op nationaal, regionaal en mondiaal vlak de handen in elkaar worden geslagen voor harde actie, voor het vormgeven aan een verhaal en aan een andere wereld die verder kijkt dan alternatieve geneeskunde en kritiek op het ‘eurocentrisme’. ‘Ik hoef geen vaccin want ik neem elke dag een koude douche’. Dat soort dingen.
Hoe langer de linkerzijde draalt met een her-definiëring van haar waarden en doelstellingen, hoe meer mensen afglijden naar een ethisch kapitalisme of naar de lokroep van de boomknuffelaars.
Het is een keuze.