Om de politiek geloofwaardig te maken, is meer nodig dan constitutionele vernieuwing, waarvoor het kabinet Balkenende de zogeheten Nationale Conventie heeft ingesteld.
Met ‘meer’ doel ik op een publieke discussie over de vervanging van de 19e eeuwse partijpolitieke leest waarop ons bestel is geschoeid. Deze is simpelweg te smal om vertrouwen in de politiek te krijgen, omdat de grote (wereld-)problemen waarmee wij – als burgers – dagelijks geconfronteerd worden de partijpolitiek verre overstijgen. Via verkiezingen zijn ze daardoor niet op te lossen.
Om die broodnodige publieke discussie van de grond te krijgen is buitenparlementaire druk vereist, omdat van partijpolitici nu eenmaal niet verwacht mag worden dat ze de poten onder hun eigen stoel doorzagen. Wat dat betreft ligt hier een uitgelezen taak weggelegd voor de onafhankelijke media. Het oppikken daarvan opent de weg voor democratische vernieuwing met hart voor de publieke zaak dat er werkelijk toe doet, te weten: de transformatie van onze overjarige parlementaire democratie in bijdetijdse mediacratie. De democratie in optima forma, waarin geen ruimte is voor wantrouwen wekkende achterkamertjespolitiek en torentjesoverleg, omdat zij volledig transparant en daardoor voor iedereen eenvoudig te controleren is.
Het is te voorzien dat met de overstap naar de mediacratie Nederland de aanstoot zal geven voor de creatie van de mediacratie op wereldschaal, uitmondend in een wereldbeleid waarmee de wereldproblemen en het daarmee gepaard gaande onrecht adequaat bestreden kunnen worden. Waarmee maar weer eens bevestigd wordt, zie bijvoorbeeld de Gouden Eeuw, waarin een klein landje groot kan zijn.
Wouter ter Heide
(Uitpers, nr. 80, 8ste jg., november 2006)