Informatie produceren is in onze samenleving een economische activiteit als een ander. In ons systeem zoekt elke uitgever winst te kunnen maken met zijn onderneming. Media zijn in handen van kapitaalkrachtige groepen, of vormen op zich een kapitalistisch investeringsproject. Het is het bestendig streven naar maximale winst dat de mediamensen ‘verplicht’ om berichten de wereld in te sturen die gunstig zijn voor hun broodheren. Er is zelfs geen censuur nodig; de toevoer van reclamegeld regelt dat wel.
Op deze wijze krijgt de gewone burger een stroom berichten te verwerken die in tegenstrijd zijn met de realiteit op het terrein. Zo wordt onwaarheid waarheid. Herinneren we ons hoe onze media de Amerikaanse leugens colporteerden over het Tonkin incident in Vietnam (1964) of de massavernietigingswapens van Hoessein in Irak (2003), om maar deze twee te noemen.
Het wordt tijd dat men de mensen in Oekraïne zelf de gelegenheid geeft om hun problemen in orde te brengen. Maar dan zijn er de belangen van de Europese en Amerikaanse transnationale monopolies. Onze gevestigde media, geschreven pers, radio en tv, geven een zeer eenzijdig beeld. Nochtans beweren ze dat ze onpartijdig zijn, maar ze creëren in feite een agressief vijandbeeld. Rusland wordt aan de schandpaal genageld en wordt er openlijk van verdacht boze plannen te smeden die de veiligheid van de westerse vrije wereld in gevaar brengen.
In Rusland worden journalisten verhinderd hun werk te doen. Maar in Kiev zagen we hoe een journalist door Swoboda functionarissen afgeranseld werd en ook hoe brutaal bepaalde goed bewapende vrijheidstrijders tegen de politie optraden. Maar deze beelden verdwenen vrij vlug van het scherm. Het is opvallend hoe onze Oost-Europa-experts in hun uitleg zedig zwegen over de aanwezigheid van de fascistische groepen onder de “Maidamstrijders”. Onze verslaggevers hadden geen tijd om burgers te interviewen die niet akkoord waren met wat er zich in Kiev afspeelde. Kennelijk paste dat niet in hun opdracht en ze wilden zeker geen problemen met hun broodheren riskeren.
De Russen mengen zich in het conflict, wordt door de Swoboda bevriende kringen met luid tromgeroffel uitgebazuind. Mengden de NAVO, VS en EU met hun arsenaal aan geheime diensten zich niet om de val van de gekozen president Janoekovitsj tot stand te brengen? Maar dat mochten we niet vernemen van onze media en hun verslaggevers ter plaatse.
De mensen die zich vandaag verzetten, verzetten zich niet tegen een democratisch gekozen regering zoals de Maidangroepen, maar tegen een via een machtsgreep geïntroduceerde regering door de VS en EU. Het verzet van een groot deel van de bevolking, in tegenstelling tot de Euro-Maidam beweging, gaat vooral om het vrijwaren van hun rechten, het recht om hun moedertaal in hun regio’s als ambtelijke taal te behouden. Het is wel zo dat beide bewegingen – de maidangroepen van voor enkele maanden en de opstandelingen in Oost- en Zuid-Oekraïne van vandaag – strijd voer(d)en tegen de centrale autoriteit van de respectieve periode. Waarom wordt hier zo verschillend over bericht?
Hoewel het algemene beeld van beide bewegingen enigszins op elkaar gelijkt, zijn de daarachter staande belangen zeer verschillend. Wat de officiële uitleg in EU-Brussel ook moge wezen, de verdere uitbreiding van de invloedsfeer van de VS en de EU vormt een essentieel element in deze problematiek. Precies dat wil Rusland verhinderen, daar Moskou’s invloedsfeer op het Europese continent fel geleden heeft na de implosie van de Sovjet-Unie .
Achter al dat gehakketak staat niets anders dan het profijt. Rusland is rijk aan bodemschatten, het ontginnen van die bodemrijkdom schept de mogelijkheid tot grote winsten. Van deze winsten hebben de Amerikaanse en Europese monopolies, Exxon, Texaco, Total, Shell, BP om er maar enkele te vernoemen niet (of heel weinig) kunnen profiteren. Onder Jeltsin stonden de deuren voor de Westerse ondernemingen wijd op, sinds Poetin is daar fundamenteel verandering in gekomen. De profijten vloeien nu naar grote Russische ondernemingen en dus niet naar de bovenvermelde Westerse monopolies.
Onze media verdedigen in de eerste plaats een economisch stelsel waarin de winstmaximalisatie centraal staat, omdat ze er zelf als onderneming een geïntegreerd deel van uitmaken. Het is het bestendig streven naar maximale winst, dat de mediamensen de berichtgeving doet moduleren naar de zin van hun broodheren. Het is gewoon in hun eigen belang. Zij hebben geen censuur nodig. Wie buiten de opgelegde lijn schrijft of bericht voelt dat onmiddellijk aan de reclame-inkomsten van zijn media-onderneming. Dat is een van de reden waarom alternatieve bladen het zo moeilijk hebben. De goed in het gareel lopende pers en tv, die de taak op zich hebben genomen om het rookgordijn te propageren, moeten geen angst hebben voor de permanente financiering en voor de rendabiliteit van hun bedrijvigheid.
Dat doet denken aan het schilderwerk van Pieter Breugel de Oude: “De parabel van de blinden”. We zouden het kunnen als volgt vertalen: loop niet blindelings achter de berichtgeving van de gevestigde media, anders loopt het slecht af voor de wereldvrede.