INTERNATIONALE POLITIEK

Omgroeien

Image

De publicatie van het nieuwe essay van Dirk Holemans en zijn collega’s Lara Ferrante en Elze Vermaas komt op een uitgelezen moment. COP28 is nog bezig en wetenschappers hebben duidelijk gemaakt dat we nog steeds de ergste rampen kunnen vermijden als we nu, NU, enkele drastische beslissingen nemen. Het is een politieke verantwoordelijkheid waar burgers kunnen en moeten toe bijdragen.

Het meest positieve aan dit essay is de keuze voor het begrip ‘Omgroei’. Felicitaties daarvoor gaan naar Wilfried De Backer, groene van het eerste uur, die de term heeft bedacht. Met ‘omgroei’ wordt bedoeld dat ‘de richting van onze economie radikaal [wordt omgebogen], waarbij een aantal zaken zullen verminderen of stopgezet worden (zoals het gebruik van fossiele brandstoffen) en heel wat andere zaken meer ruimte zullen krijgen (zoals agro-ecologische landbouw). Woorden moeten zeggen wat je bedoelt en dat doet de term omgroei’ (p. 10). Deze term is een geweldige vooruitgang in vergelijking met de-growth en post-growth concepten die iets geheel anders bedoelen dan wat ze zeggen en waar de grootste misverstanden uit voortvloeien. Hoe deze term nu in andere talen moet worden omgezet, weet ik niet, maar voor het Nederlands is het alvast een enorme vooruitgang. Want inderdaad, niet alles hoeft te krimpen.

In de opeenvolgende hoofdstukken van het boek wordt achtereenvolgens ingegaan op wat er fout loopt in de huidige wereld, hoe wordt gespeeld met het lot van de mensheid, hoe groene groei een misser van jewelste is en hoe het hele courante verhaal over onze wereld en onze economie gewoon niet klopt.

In het tweede hoofdstuk wordt het omgoei-perspectief uiteengezet met aandacht voor onze wederzijdse afhankelijkheid, sufficiëntie en een welzijnssamenleving. Er horen acht concrete voorstellen bij, o.m. voor een kringloopeconomie, een deeleconomie, universele basisdiensten en een eerlijke relatie met het Globale Zuiden.

Hoofdstuk drie tenslotte gaat over ‘verandermacht’, radicaliteit, coalitievorming en revolutionair reformisme.

Het geheel is een eerlijke poging om de grote problemen van deze tijd voor een breed publiek uit te leggen en duidelijk te maken dat er wel degelijk oplossingen zijn. Men kan het eens of oneens zijn met een aantal van de gestelde punten, dat is ook de bedoeling van een essay, maar de uiteenzetting is helder.

Zelf heb ik problemen met een drietal punten die m.i. storend zijn – of gewoon onjuist – en veel mensen op een verkeerd been kunnen zetten.

Verzorgingsstaten?

Het eerste punt gaat over mijn eigen stokpaardje, de verzorgingsstaat. We weten dat groenen er vaak heel ambigu over zijn maar dat vaak niet met zoveel woorden zeggen. Er wordt dan verwezen naar het basisinkomen en in dit essay naar ‘universele basisdiensten’ en godbetert, hier, opnieuw, naar de kolonisering. De welvaartsstaat, zo stellen de auteurs, overschrijdt de planetaire grenzen en is gebaseerd op koloniale machtsverhoudingen en op een extractieve economie (p. 108, 112). Maar hoe kan een solidair verzekerings- en herverdelingsmechanisme de planetaire grenzen overschrijden? Dat we welvaart kunnen herdefiniëren is beslist waar, dat er meer ruimte kan komen voor welzijn eveneens, maar is onze sociale zekerheid gebaseerd op koloniale machtsverhoudingen?

De in hoofdzaak Latijnsamerikaanse auteurs die enkele decennia geleden zijn begonnen met een kritiek op de moderniteit waren daar zeer genuanceerd in. Ze komen slechts zelden tot een echte verwerping ervan en beperken zich doorgaans tot vooral filosofische overwegingen. Het zijn hun minder bekwame volgelingen die er dan maar kapitalisme = kolonisering = moderniteit van gemaakt hebben. Niets is echter minder waar, om te beginnen was Spanje allesbehalve een kapitalistisch land toen het Columbus naar Amerika stuurde en was het ook geen kapitalisme wat de Spanjaarden er hebben ingevoerd. Ik raad graag het boek van Naoíse Mac Sweeney aan over hoe en waarom ‘het Westen’ – met bijhorend racisme – is ontstaan.

Dat een aantal Europese koloniale mogendheden zich flink hebben verrijkt door de ontginning van grondstoffen in het Zuiden én door de slavenhandel is een feit, maar dat ze de opbrengsten dan zouden verdeeld hebben over hun inwoners in de vorm van sociale zekerheid is een fabeltje. De auteurs geven trouwens toe dat de kolonisering grotendeels gefinancierd werd met privé-kapitaal, dus dat kapitaal wás er al. De kolonisering was inderdaad niet de enige bron van rijkdom voor de Europese landen. Trouwens, ook niet-koloniale landen – denk aan Scandinavië – hebben zich verrijkt en goede verzorgingsstaten uitgebouwd. De verzorgingsstaten die we hebben zijn een resultaat van sociale strijd, in de eerste plaats. Verder beseften de fabriekseigenaars van een goede eeuw geleden dat ze alle belang hadden bij gezonde en stabiele arbeidskrachten. Na de tweede wereldoorlog speelde vooral de angst voor het communisme een rol. De sociale zekerheid de kleur geven van een verleden en huidige kolonisering slaat werkelijk nergens op.

Ook het alternatief van de universele basisdiensten (p. 137) is niet doordacht. Zeer zeker, dit in het Verenigd Koninkrijk ontstane idee is stukken beter dan het basisinkomen en is best betaalbaar. Maar wat betekent het? Beslist niet dat je op je tachtigste nog een nieuwe heup of een overbrugging kan krijgen, ook niet dat je als dertigjarige in aanmerking komt voor behandeling van een zeldzame ziekte. Het betekent wel dat je voor een ietwat degelijke gezondheidszorg naar de privé-markt moet en dat zal niet zijn weggelegd voor mensen met een bescheiden inkomen. Universele basisdiensten, gekoppeld aan een decente uitkering kan de basis vormen voor een goed armoedebeleid, maar geenszins de verzorgingsstaten vervangen.

Verder in het boek erkennen de auteurs de sociale strijd die nodig was voor het tot stand komen van onze verzorgingsstaten (p. 159) maar dat idee dan door trekken tot de rest van de wereld gaat voorbij aan de vaak vruchteloze pogingen om een begin van sociaal beleid in het Zuiden te verwezenlijken, en dat was beslist géén kolonialisme. Onze verzorgingsstaten moeten zeker vernieuwd worden, sociale rechtvaardigheid gaat hand in hand met klimaatrechtvaardigheid, ik schreef er al voldoende over. Commons kan hierbij een leidend begrip worden, net zoals een ‘economy of care’ die van het ecofeminisme komt.

Strategie?

Mijn tweede punt van kritiek gaat over de nog steeds ontbrekende strategie. Nogmaals, men kan het eens of oneens zijn met de gedane voorstellen, maar hoe overtuig je mensen dat ze het met minder moeten doen? Hoe krijg je mensen zover dat ze hun tweede verblijf in een zonnig land opgeven? Dat ze niet langer met het vliegtuig op vakantie gaan? Ik zie dat echt niet meteen gebeuren, tenzij we inderdaad al met anderhalve voet in een grote klimaatcatastrofe zitten. Sufficiëntie is een zeer interessant begrip, verbodsbepalingen op reclame zijn erg aantrekkelijk, wegwerpverpakkingen hoeven niet. De vraag is of we er komen met een zuiver moraliserend verhaal.

Enerzijds zijn de voorstellen gericht op burgers niet meteen haalbaar, anderzijds ontbreken de structurele voorstellen voor de globale schaal. Ik schreef het al herhaaldelijk, we staan voor een levensgroot dilemma met de extractie van grondstoffen. Het verzet in het Zuiden is begrijpelijkerwijs erg groot, anderzijds vraagt de energietransitie ontzaglijk grote hoeveelheden lithium, kobalt, nikkel enz. Als het antwoord hierop enkel is dat ons energieverbruik sterk moet verminderen – en ik neem aan dat dat klopt -, terwijl we de mensen in het zuiden toch ook stroom en internet willen geven, wat betekent dit dan voor het Noorden? Met hoeveel moet ons stroomverbruik verminderen? Zijn daar berekeningen over? Hoe bereik je dit? En waarom is het zo moeilijk om ook het overdadige stroomverbruik van de digitale sector te vermelden? Dit essay vertelt het ons niet.

Met andere woorden, behalve de ‘ambitieuze wetgeving’ (p. 120) die we binnenlands nodig hebben om burgers een beter ecologisch gedrag te laten aannemen, is er nog steeds géén strategie voor de structurele veranderingen die wereldwijd nodig zijn.

Ethiek

Tenslotte, in het verlengde van bovenstaand punt, wil ik verwijzen naar de achterliggende filosofie die het groene denken vaak kenmerkt. De samenboerderijen, de verbondenheid en de geborgenheid, de stilteplekken, de resonantie, de overprikkeling, het spirituele, het holisme, de onthaasting, de zingeving, ik weet het niet. Zijn mensen echt zo verslaafd aan overconsumptie? Zijn zeilboten voor de internationale handel echt de aangewezen oplossing? Heel veel van de aangebrachte ideeën zijn bijzonder interessant, maar of je een middenklassenmaatschappij als de onze zover kan brengen dat ze zelf haar boontjes gaat plukken, betwijfel ik. Er gaat een fundamenteel christelijk soberheidsdenken schuil achter dit essay, we leven allemaal in een ratrace met overconsumptie en de belofte van de ecologie is een ‘betere levenskwaliteit’. Mag ik daaraan twijfelen? Mag ik beweren dat mensen wel degelijk geluk kunnen halen uit een nieuwe fiets, een nieuw huis en een reis naar de zon? Dat dit in de toekomst wellicht allemaal niet meer mag en niet meer kan, is waar, maar zal een boswandeling dan echt méér geluk bieden? Wachten op het trage toeteren van de roerdomp (p.19)? Met de vogelapp de grote karekiet ontdekken (p. 23)?

In dit groene verhaal werd de ‘grote avond’ vervangen door de ‘grote kanteling’ (p.29). Waarom ook niet? En meer welvaart werd vervangen door minder welvaart en meer welzijn. Maar wie bepaalt wat ‘welzijn’ is? Hebben de gele hesjes niet getoond dat dit problematisch wordt?

Dirk Holemans kent mijn kritiek, al meer dan twintig jaar lang. Helaas werd in het verleden ofwel de discussie gewoon afgeblokt, ofwel kreeg ik het verwijt geen ecologisch duurzaamheid te willen. Het volstaat te lezen wat ik zelf heb geschreven. Daarom vind ik het nodig een aantal punten nog eens te herhalen, want ze zijn m.i. essentieel. Indien we mensen willen overtuigen is er meer nodig dan de belofte van een nieuw fietspad en ‘geluk’ in de natuur. De klimaatramp dreigt en mensen moeten weten waar ze aan toe zijn. Ze moeten weten dat hun inspanningen gepaard gaan met een structurele aanpak.

Nogmaals, dit essay is bijzonder nuttig voor een breed publiek dat kennis moet maken met de meest heikele punten van ons vierkant draaiend economisch systeem, maar ik geloof niet dat de plukboerderij de beste oplossing is. Er is meer ambitie nodig. En systeemdenken.

In een zeer lezenswaardig boek over de subversieve jaren zeventig van vorige eeuw stelt Michael Hardt dat we toen politiek gezien veel verder stonden dan nu. Zelf ben ik in het ecologisch denken gestapt in de jaren tachtig toen de eerste groene fractie in het Europees Parlement er kwam. Ik heb alle debatten en alle conflicten meegemaakt, gezien hoe op zeker ogenblik het groene denken dicht in de buurt kwam van het neoliberalisme, hoe gevaarlijk sommige ideeën konden afglijden naar eco-fascisme. Maar m.i. stond ook dat denken toen politiek veel verder dan het nu staat.

Misschien is het moment goed gekozen om al de theoretische en praktische inzichten van toen van onder het stof te halen. Dan hoeven we niet telkens opnieuw het wiel uit te vinden.

Relevant

Laten we eerlijk zijn

Laten we eerlijk zijn, dit is een bijzonder nuttig boek. Anuna De Wever Van Der Heyden legt op een kleine tweehonderd bladzijden eerlijk en bijzonder moedig haar intellectuele weg…

Gevaarlijk Groen

Het wordt het ‘nieuwe normaal’. Klimaatactivisten zijn gevaarlijk tuig, je moet er niet langer welwillend naar kijken, nee, er is repressie nodig. Een boete. Een nachtje in de politiecel.…

Tata Nederland: vergroenen of sluiten

Tata Steel Nederland is een iconisch staalbedrijf in de IJmond aan de Noordzee, met 9000 werknemers. Het is eigendom van Tata Steel Limited, een Indiaas bedrijf. Tata Steel Nederland (TSN)…

Laatste bijdrages

SYRIË: EEN MIDDELEEUWS OPBOD

De weg naar Damascus is lang. De apostel Paulus werd er van zijn paard gegooid. De kruisvaarders moesten eerst de oninneembaar  geachte stad Antiochië (vandaag Turks Antakya) belegeren –…

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek…

Assad is geschiedenis

Het ene weekend Aleppo binnengewandeld, het weekend daarop Damascus ingenomen. Het regime van de familie Assad is na een halve eeuw in één week tijd opgedoekt. Bijna zonder slag…

De herschepping van de democratie

You May Also Like

×