Omar Barghouti is mede-oprichter van de Palestijnse campagne voor de academische en culturele boycot van Israël. Deze campagne maakt deel uit van de BDS-campagne (Boycot, Desinvestering, Sancties), die dateert van 2005, een jaar nadat het Internationaal Gerechtshof een veroordeling uitvaardigt tegen de muur en tegen de kolonies die Israël bouwt op Palestijns grondgebied. De campagne wordt ondersteund door 170 vakbonden, sociale en politieke organisaties en verenigingen in Palestina. Zij vertegenwoordigen de civiele maatschappij in heel Palestina: binnen de bezette gebieden, binnen Israël en bij de Palestijnen in ballingschap.
Omar Barghouti: De Palestijnen die onder Israëlische bezetting leven in Cisjordanië en in Gaza, vormen een minderheid van het Palestijnse volk. De grote meerderheid van het Palestijnse volk bestaat uit vluchtelingen in ballingschap, slachtoffers van de etnische zuivering uitgevoerd door Israël in en na 1948.
De oproep tot BDS zegt het volgende: vermits de internationale gemeenschap niet bij machte is geweest om Israël te sanctioneren wegens haar schendingen van de internationale wetgeving en van de mensenrechten, roepen wij de civiele maatschappij op om haar verantwoordelijkheid op te nemen. Wij willen Israël op het matje roepen via deze campagne van Boycot, Desinvestering en Sancties.Waar gaat onze oproep nu precies over? Wij willen een einde maken aan de drie fundamentele onrechtvaardigheden die Israël begaat tegenover het Palestijnse volk: de bezetting, de kolonisatie, het systeem van rassendiscriminatie tegen de Palestijnen binnen Israël, die een specifieke Israëlische vorm van Apartheid is en de ontkenning van de rechten van de Palestijnse vluchtelingen. De Palestijnse vluchtelingen hebben recht op terugkeer naar hun land van herkomst, zoals dat staat in de UNO-resoluties, maar Israël weigert hun dat recht. De BDS- oproep concentreert zich op de fundamentele en legitieme rechten van de Palestijnen. Wij, de Palestijnen, roepen de wereld op om Israël te boycotten en te desinvesteren in Israël tot Israël aanvaardt zich te plooien naar het internationale recht.
Issraël = koloniaal project
Sinds 1948 is Israël letterlijk opgericht op de vernietiging van de Palestijnse maatschappij. Tussen 750.000 en 850.000 Palestijnen werden verdreven, slachtoffers van een etnische zuivering. Het merendeel van de Palestijnen werd verdreven om “plaats” te maken voor de Joodse immigranten die de Holocaust in Europa ontvluchtten. De oprichting van Israël was vanaf het begin een koloniaal project met als doel de Palestijnse maatschappij te breken, de Palestijnen te beletten zich als maatschappij te reorganiseren. De Palestijnen werden opgedeeld tussen de Palestijnen die leven binnen wat nu Israël is, de Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever en van Gaza, en de Palestijnse vluchtelingen in ballingschap buiten Israël en de Palestijnse bezetten gebieden. Deze fragmentatiepolitiek gaat vandaag de dag nog steeds voort.
Israël stelt zich niet tevreden met een “simpele” etnische zuivering van de Palestijnen, het vernietigt ook de mogelijkheid om de Palestijnse maatschappij te ontwikkelen binnen het historische Palestina.
Palestijnse bedrijven vernield
Sinds Israël in 1967 de Westelijke Jordaanoever en Gaza bezette heeft het systematisch en met grote vastberadenheid de Palestijnse bedrijven vernietigd. Israël verhindert op die manier dat een onafhankelijke Palestijnse economie en industrie tot stand komt. Wij hebben al erg weinig fabrieken en de meeste zijn heel klein. Israël controleert alle grenzen, evenals de invoer en de uitvoer, dus wij zijn als afnemers totaal afhankelijk van Israël. Zij willen zonder belemmering hun producten verkopen en de beste methode is dan ook om onze eigen productiecapaciteit zoveel mogelijk tot nul te herleiden.
De joodse nederzettingen zijn onwettig volgens de internationale wetgeving. De Vierde Conventie van Genève stelt het verplaatsen van delen van de bevolking van het bezettende land naar het bezette land gelijk aan een oorlogsmisdaad. Maar Israël voert die nederzettingspolitiek voornamelijk om de etnische zuivering van de Palestijnen verder te zetten.
De muur scheidt de Palestijnen van hun grond
Israël wil de beste stukken grond, de beste landbouwgrond, de waterbronnen en de waterreserves zodat de Palestijnen niet meer in Palestina kunnen leven. Dit is altijd het motto geweest van de Israëlische politiek. Alle regeringen, die van links, rechts en centrum, hebben allemaal dit principe gehanteerd: alles doen om het leven van de Palestijnen onleefbaar te maken zodat ze vertrekken. Dit heeft tot op een zeker punt gewerkt. Veel Palestijnen zijn vertrokken omdat ze in Palestina hun brood niet kunnen verdienen. Als een boer of een boerin zijn/haar land verliest omdat de muur tussen hun huis en hun landbouwgrond staat, dan hebben zij geen bestaansmiddelen meer. Zij kunnen niet meer verder. Ze kunnen de opvoeding van hun kinderen niet meer garanderen. De Israëlische staat doet dit heel bewust. De muur is het laatste hoofdstuk in dit kolonisatieproces. Vele mensen zeggen: “Het is een scheidingsmuur.” Wel nu, de muur scheidt de Palestijnen niet van de Israëli’s, de muur scheidt de Palestijnen van hun eigen gronden. De muur scheidt de Palestijnen van hun bestaansmiddelen: van hun landbouwgronden, van hun steden, van hun ziekenhuizen en hun scholen. Dat is nu juist het belangrijkste doel van de muur. Het leven onleefbaar maken voor de Palestijnen.
Etnische zuivering met voorbedachten rade
Sinds de oprichting van Israël is er een massale en systematische etnische zuivering doorgevoerd met voorbedachten rade. Het was een vooropgezet plan om zich te ontdoen van de meerderheid der Palestijnen.
Tot nu toe heeft het overgrote deel van de Israëlische politieke partijen, alle linkse, rechtse en centrumpartijen de Nakba, de catastrofe ontkend. Zij rechtvaardigen de Nakba omdat zij menen dat de slachtoffers van de Holocaust meer rechten hebben dan de Palestijnse oorspronkelijke bevolking: moslims, christenen en joden (er bestaan ook Palestijnse joden). Deze diep racistische houding, die de inheemse bevolking beschouwt als ondermensen, is niet iets nieuws dat de Israëli’s hebben uitgevonden. De Fransen hebben in Algerije en in Vietnam hetzelfde gedaan. De Engelsen, de Hollanders ook. De Europeanen zijn heel goed vertrouwd met dit koloniale principe dat er in bestaat de autochtone bevolking als ondermensen te beschouwen.
Boycot van de Israëlische instellingen…
De Israëlische instellingen, en dan vooral de universiteiten, de culturele, economische en sportieve instituten zijn allemaal medeplichtig aan de Israëlische bezettings- en kolonisatiepolitiek. Niet alleen omdat ze zwijgen. Dat is een feit. Geen enkele Israëlische universiteit heeft ooit de bezetting veroordeeld. Geen enkele vakbond van Israëlische leraren heeft ooit de bezetting veroordeeld of opgeroepen om de bezetting stop te zetten. Geen enkele, nooit. Op een totaal van 9000 Israëlische universitairen hebben slechts enkele honderden openlijk opgeroepen tot het beëindigen van de bezetting. Dus zijn de Israëlische universitairen zoals iedereen in Israël, erg medeplichtig aan de onderdrukking. Desondanks is het doel van onze oproep tot boycot niet gericht tegen individuen. Onze oproep richt zich tegen instellingen en dat is van groot belang. Een institutionele boycot roept op tot het boycotten van de instellingen wegens hun medeplichtigheid.
De culturele en universitaire instellingen spelen een uiterst belangrijke rol in de rechtvaardiging van het hele systeem van onderdrukking. De onderdrukking komt niet alleen tot uiting via het geweld van tanks en vliegtuigen, maar ook dankzij een hele reeks kleine ambassadeurs die de wereld rondtrekken en die een verdraaid beeld weergeven van de realiteit hier en die alle misdaden van Israël rechtvaardigen. Neem de recente slachting in Gaza. De Israëlische staat maakt zich schuldig aan oorlogsmisdaden en heel de Israëlische gevestigde orde, waaronder de universitaire, culturele en andere instellingen zwijgen of steunen openlijk de slachting, zeggende: “Het is een antwoord op de Palestijnse terreur”, “Het is een actie van zelfverdediging”. Hierdoor speelden zij een onmiskenbare rol gespeeld in de rechtvaardiging van de oorlogsmisdaden. Het tweede argument is Zuid Afrika.
… net zoals in Zuid-Afrika
De mensen die nu zeggen dat we de Israëlische universiteiten niet zouden moeten boycotten, wat hebben zij gedaan in de jaren 80? Hebben diezelfde mensen niet de Zuid-Afrikaanse universitaire instellingen geboycot? In feite was de Zuid-Afrikaanse boycot een totale boycot tegen alles en iedereen in Zuid Afrika, niet alleen tegen de instellingen. De Palestijnse boycot is tegen de instellingen. Dezelfde personen die in de jaren ’80 meededen aan een totale boycot tegen alles wat Zuid-Afrikaans was en tegen de Zuid-Afrikaanse Apartheid zijn dikwijls degenen die nu schijnheilig zeggen dat we Israël niet zouden moeten boycotten. Dat is je reinste onzin. Dat is meten met twee maten en twee gewichten. Dat is Israël behandelen op een aparte manier.
Sportieve, artistieke, academische boycot
Hetzelfde geldt voor Israëlische sportteams of muziekgroepen. Zij zijn medeplichtig aan de rechtvaardiging van de Israëlische oorlogsmisdaden. Zij reizen naar Europa en spelen muziek, zij nemen deel aan sportcompetities, alsof Israël een staat zoals een ander is en geen koloniale apartheidsstaat. Zij helpen de mythe in stand te houden van een Israëlische democratische staat omringd door een zee van Arabische barbaren. Dit beeld wordt niet alleen gecultiveerd door de Israëlische minister van buitenlandse zaken of door het leger. Het wordt vooral gecultiveerd door de culturele instellingen, door de universitaire instellingen en door hun deelname aan culturele en sportieve evenementen over de hele wereld. Dus natuurlijk moeten de Israëlische sportteams geboycot worden, net zoals de Zuid-Afrikaanse sportteams geboycot werden.
Dus nogmaals, we zijn hier het wiel niet aan het uitvinden. De Palestijnse boycotcampagne is tot stand gekomen in 2004-2005. Enkele jaren later hebben wij al een indrukwekkende steun gekregen van belangrijke vakbonden, zelfs in Europa en in Canada en nu begint het ook in de Verenigde Staten. Het is geen marginale beweging, het wordt hoe langer hoe populairder. De boycotcampagne wordt gesteund door “zwaargewichten” zoals John Burger of andere bekende artiesten over de hele wereld. Mensen zoals Naomi Klein in Canada steunen de campagne enz. Het is een beweging die zich steeds meer uitbreidt. Ter vergelijking: de boycot van Zuid-Afrika begon eind jaren 50 en de internationale civiele maatschappij begon pas te reageren in de jaren 80. De belangrijkste boycotacties vonden plaats in de jaren 80. Het heeft dus tussen 25 en 30 jaren geduurd voordat de Zuid-Afrikanen een reactie zagen. Wij zien een sterkere reactie op 4 à 5 jaar tijd. Dus het werkt.
Wij hopen dat de civiele maatschappij in de hele wereld zich zal aansluiten bij de BDS-campagne want het is politiek en moreel gezien een efficiënte campagne. Deze campagne kan helpen een einde te stellen aan de straffeloosheid van de Israëlische staat.
(Uitpers, nr. 111, 10de jg., juli-augustus 2009)