Massa’s Oekraïeners schreeuwen om “Revolutie”. Boos om de afwijzing van de associatie met de EU, nog bozer na de repressie van de speciale politie-eenheid “Berkoet” tegen vreedzame betogers, walgend van een regime in handen van een groep oligarchen. En dat is het drama van Oekraïne: sinds het land door de implosie van de Sovjet-Unie in 1991 een onafhankelijke staat werd, zijn het kleine groepen van oligarchen die het land als een wingewest in de greep hebben. En die in hun onderlinge strijd inspelen op de grote verschillen tussen de landsdelen.
President Viktor Janoekovitsj lokte de huidige crisis uit met de niet-ondertekening van het associatieverdrag met de EU. De uitleg was dat die associatie Oekraïne zeer zware offers zou opleggen – 150 tot 165 miljard euro rekende premier Azarov uit – terwijl het economisch al zo moeilijk gaat. Die uitleg klopt, maar daar hebben de protesteerders geen oren naar, zij willen politieke hervormingen die de macht van de oligarchen op zijn minst beknotten. Dat is niet de agenda van de drie grote oppositiepartijen, want daar hebben de oligarchen ook veel invloed.
Westen
De agitatie is veruit het grootst in het westen en midden van Oekraïne. De westelijke regio rond Lviv (Lvov voor de Polen) is een bolwerk van pro-westerse agitatie, daar is de zeer nationalistische Svoboda (vrijheid) sterk ingeplant. Die partij heeft bedenkelijke nazi-wortels, leden van Svoboda namen deel aan herdenkingen van nazi-collaborateurs. In Oekraïne namen lokale mililties na de nazi-inval in 1941 actief deel aan de jacht op joden en de massamoorden op Oekraïeners die de weerstand hielpen.
Svoboda haalde in 2012 iets meer dan 10 % van de stemmen, met uitschieters in het westen (35% in Ternopil bijv.). Partijleider Oleg Tjagnybok had het ooit over de “Moskous-joodse maffia die het land regeert”. Partij-ideoloog Joeri Mychalsjisjin is een openlijke bewonderaar van Joseph Goebbels. In het partijprogramma staat niets over de EU waarvoor Svoboda nu zo opkomt.
Svoboda heeft een alliantie met twee andere partijen, “Vaderland” van de in de gevangenis vertoevende Joelia Timosjenko en “Oedar” (Democratische Alliantie voor Hervormingen) van Vitali Klitsjko die eerder naam maakte als bokskampioen. Ook zij staan vooral in het westen en het centrum sterk. In gebieden die veel minder of nauwelijks gerussificeerd zijn. Na de revolutie van 1917 werd de tsaristische politiek van russificatie teruggedraaid, er kwam een oekraïnisering. Maar onder Stalin kwam daar dan weer verandering in met een politiek die Lenin in zijn testament “Grootrussisch chauvinisme” had genoemd.
In de jaren 1970 waren er in Oekraïne enkele dissidenten die dat blijvende Grootrussisch chauvinisme aanklaagden. Onder hen Leonid Pljoesjtsj die in ballingschap EU-parlementslid werd voor de socialistische fractie. Deze linkse dissidenten bleven echter erg marginaal, van een sterke nationalistische beweging was alleen sprake in het westelijk deel, waar de Uniatenkerk (oosterse ritus maar erkent het gezag van de paus van Rome) voet aan de grond heeft.
Oosten
Het oosten en zuiden zijn wel gerussificeerd, maar al langer dan onder Stalin. Die regio had in 1654 een “unie” gevormd met Rusland, wat neerkwam op annexatie en had toen al een sterk Russisch karakter, onder meer met de benaming “Klein Rusland”. Het westen bleef onder Pools bewind. Voor de Russen is Kiev bovendien de bakermat van het “eerste Rusland” dat daar in de 10e eeuw ontstond en in 1240 door de Mongolen werd vernield. Dat oosten heeft dus al langer een Russisch karakter. De zware industrie die er werd ingeplant en talrijke kaders uit Rusland aantrok, werkte dat verder in de hand.
De Krim in het zuiden is een ander verhaal. Om de 300ste verjaardag van de “Unie” te vieren, schonk toenmalig partijleider Nikita Chroesjtsjov de Krim in 1954 aan deelstaat Oekraïne, tot onstemming van de vele Russen die daar woonden. Veel Krimbewoners zouden hun gebied liever bij Rusland zien. Op de Krim leven ook Tataren die in 1944 door Stalin naar Centraal-Azië werden gedeporteerd en later met mondjesmaat konden terugkeren.
De verkiezingsresultaten weerspiegelen telkens die oost-west verschillen. De Partij van de Regio’s van Jakoenovitsj en de Communistische Partij staan vooral in het oosten sterk, de rest in het westelijk deel. De huidige agitatie is vooral in dat westen sterk, alleen daar wordt de oproep tot staken van de oppositie gevolgd.
Die oppositie heeft trouwens duidelijk een probleem met de massamobilisatie. Ze treedt nu wel verenigd op, maar elk van die partijen heeft een eigen agenda en vooral een eigen presidentskandidaat voor de verkiezingen van 2015. Op het Maidanplein in Kiev kwam het wantrouwen van veel actievoerders tegenover de oppositiepartijen vaak tot uiting. Want zij klagen fors de oligarchen in het regeringskamp aan, maar zeker “Vaderland” is zelf een partij van oligarchen. E kwam een alternatief EuroMaidan, los van de oppositie om andere stemmen dan die van politici te laten horen.
Rekenen
Die oligarchen is het niet te doen om ideologische of geografische keuzes, wel alleen om hun eigen belangen, hun rijkdommen. Die ze niet beleggen in Oekraïne, maar in luxe in o.m. Zwitserland en Monaco. Sommigen zijn misnoegd omdat de clan van de president teveel zaken naar zich toetrekt – zoals de clans van de vorige presidenten ook allemaal deden. Zo dreigde middenin de crisis een van hen naar de oppositie over te lopen, waar zijn vrouw zich trouwens al had laten opmerken. Sergei Lavotsjkin bood inderdaad na het optreden van de “Berkoet” zijn ontslag aan. Lavotsjkin heeft zoals de andere oligarchen binnen de Partij van de Regio’s een eigen groep en er was het risico dat die het vertrouwen aan de regering van premier Mykola Azarov zou weigeren. Maar Janoekovitsj wist hem te bepraten en het ontslag werd ingetrokken.
Die houding is typisch voor veel oligarchen: ze kijken waar hun belang ligt, ze geven voorkeur aan stabiliteit, maar rekenen uit wat hen het best uitkomt. Een associatieverdrag met de EU heeft voor sommigen voordelen, ze voelen zich goedgeplaatst om met buitenlandse investeerders deals te sluiten. Anderen hebben meer belang bij stevige relaties met Rusland, zoals metaalbaronnen uit het oosten die aan Rusland producten kunnen slijten die in het Westen niet gegeerd zijn.
Enkele bekende oligarchen hebben alles te danken aan Janoekovitsj. Vooral dan Dimitro Firtasj en Rinat Achmetov die beloond werden voor het sponsoren van de verkiezingscampagnes. Azchmetov heeft grote belangen in de metaalsector, maar hij vreest dat een nauwe samenwerking met Rusland een te grote concurrentie voor zijn ondernemingen meebrengt. Terwijl Firtasj als koning van chemie en gas op Moskou wedt. Deze Firtasj controleert samen met Lavotsjkin de tv-zender Inter. Heel even, na het ontslag van Lavotsjkin, bracht die zender meer nieuws over de betogingen. Maar dat luwde na de intrekking van het ontslag.
De meeste oligarchen wachten nu op de verkiezingen van 2015 omù te bepalen in welke korven ze hun eieren zullen leggen. Een ding is zeker, ongeacht in welke partij ze zitten: zij wensen geen revolutie.