Het ziet er niet goed uit voor Obama. Hij heeft zowat de hele politieke basis die hem naar zijn overwinning hadden gebracht van zich vervreemd. De desillusie is immers groot. Enkel een verdeelde Republikeinse Partij kan nog redding brengen. Met een eigen profiel gaat hij het immers niet meer redden.
Dat de illusie van Obama in de sterren geschreven stond schreef ik al in Uitpers toen de senator uit Illinois nog maar één van de kandidaten was en de kansen van Hillary Clinton nog hoger werden ingeschat. Obama en zijn campagneteam wisten echter een perceptie van verandering te creëren die volledig op mooi klinkende maar lege slogans was gebaseerd. Dat en het begin van de economische crisis die nog steeds voortduurt hebben zijn tegenstander McCain de das omgedaan.
Het zou dus kunnen dat diezelfde economische crisis nu Obama de das omdoet. Van een ommekeer gesproken. Zoals ik had verwacht staat Obama voor de voortzetting van het beleid van W. Bush met andere retoriek. De belastingsoordelen voor de toplaag van de rijken worden niet teruggebracht naar het niveau van de economische topjaren onder Clinton. De VS zijn betrokken in meer militaire operaties dan ooit tevoren. Het defensiebudget is eveneens historisch hoog. De hervorming van de ziekteverzekering is een lege doos. Guantanamo is niet dicht. De oorlog in Irak is niet ten einde. De banken kregen massa’s overheidsgeld in de handen als ‘reddingsplan’ zonder één voorwaarde voor maatschappelijk verantwoorde investeringen. De lonen blijven stagneren. De sociale strijd in Wisconsin werd door Obama veroordeeld.
Obama maakt geen schijn van kans tegen eender welk Republikeins kandidaat die een centrumrechts sociaal profiel zou verdedigen. Voorlopig ziet het er naar uit dat geen enkele Republikeinse kandidaat daar aan beantwoordt. Integendeel, een eerste debat tussen zes kandidaten in Iowa toonde geen enkel inhoudelijk verschil met de eisen van de Tea Party Movement. De Amerikaanse massamedia deden hun best om de verschillen aan te tonen. Gezien de traditie van complete oppervlakkigheid was dat geen al te groot probleem. Slechts één kandidaat onderscheidde zich: Ron Paul wil bij de overheidsbesparingen ook Defensie aanpakken. Daarmee onderscheidt hij zich van alle andere kandidaten. Ook Democraten zijn niet van plan zo ver te gaan. Paul is daarmee verre van een vooruitziend of vredelievend man. Hij vindt echter wel (terecht!) dat het Amerikaans leger met slechts de helft van zijn huidig budget nog altijd het sterkste leger ter wereld is. Uit de interne opiniepeiling na het debat in Iowa kwam hij als tweede sterkste kandidaat na Mitt McRomney. Door zijn standpunt over defensie is hij wel de enige kandidaat die door de massamedia wordt doodgezwegen.
Gouverneur van Texas Rick Perry – opvolger van W. Bush toen die president werd – deed nog niet mee met het debat van de zes in Iowa. Hij profileert zich als een blanke Obama: veel mooipraten maar niets inhoudelijk zeggen. Te vermelden valt dat de man zijn politieke carrière begon in 1984 als lid van het Congres van de staat Texas voor de Democraten. Zes jaar late stapte hij over naar de Republikeinen. Vreemd genoeg – de VS blijft voor Europeanen een mysterieus land – maakt dat zijn kansen op verkiezing groter. Hij probeert zowel de Tea Party als de klassieke Republikeinen samen te brengen met rechtse Democraten. Als hij daar in slaagt mag Obama het schudden.
En dan is er nog Sarah Palin. Hoewel deze dame sinds haar kandidatuur als vicepresident van McCain permanent op tournee is om haarzelf te promoten heeft zij nog altijd niet openlijk gezegd dat ze kandidaat is. Ik vermoed dat ze gaat proberen zich opnieuw te positioneren als kandidaat vicepresident voor eender welke kandidaat die het in de voorverkiezingen haalt. Ze is echter niet de enige vrouw in de strijd bij de Republikeinen. Een nieuwe ster is Michelle Bachmann. Bij de poll in Iowa behaalde ze niet echt een goede score. Qua algemene kennis scoort ze niet veel beter dan Palin, maar ze is wel al een politicus met ervaring op nationaal niveau. Ze is binnen de Republikeinse partij ook altijd een van de meest persistente critici van Obama geweest, van toen Obama nog maar één van de Democratische kandidaten was. Zij zou Palin’s ambities wel eens kunnen dwarsbomen. Zij maakt echter geen kans om zelf de nominatie in de wacht te slepen.
Rick Perry is de grootste kanshebber. Daarvoor moet hij er echter in slagen de nominatie van de Republikeinen in de wacht te slepen. Gezien de onverzettelijkheid van de Tea Party Movement is dat niet evident. Na de nominatie zal hij naar aloude traditie iets naar het centrum opschuiven. Maar zover is het nog lang niet.
In ieder geval zal het eigen politiek profiel van Obama het verschil niet maken. Hij heeft de voorbije drie jaar aangetoond dat hij niet van plan is zijn naar nieuwe kiezers te gaan zoeken aan zijn linkerzijde. Dus kan hij alleen maar hopen dat de Republikeinen er tijdens de voorverkiezingen een potje van maken.
De komende presidentsverkiezingen worden ondanks het complete gebrek aan politieke inhoud de duurste ooit. Dat wordt bijna een constante in de Amerikaanse politiek. Bij iedere presidentverkiezingen wordt het vier jaar oude record gebroken. Voor progressieve Amerikanen is er geen keuze meer. Zij hebben twee opties: thuisblijven of met de neus dichtgeknepen voor Obama stemmen. Alleen in de staten waar een Democratische meerderheid van stemmen gegarandeerd is, is stemmen voor een derde kandidaat een optie.
Wie deze analyse pessimistisch vindt, geef ik graag mee dat dit politiek systeem dat al meer dan een eeuw onveranderd is toch niet de burgerrechtenbeweging heeft kunnen verhinderen, dat de sociale strijd van de jaren ’30 de New Deal heeft afgedwongen. Wie denkt dat maatschappelijke keuzes zich beperken tot één maal per vier jaar gaan stemmen vergist zich echter.
Verandering kan wel. Sociale rechtvaardigheid wordt afgedwongen. Sociale eisen worden opgedrongen aan parlement en president. Dat is zo in de VS. Dat is ook hier zo.
(Uitpers nr. 134, 13de jg., september 2011)