INTERNATIONALE POLITIEK

Obama I: Clinton III als de Amerikanen naar huis gaan en passief toekijken, Johnson II als de Amerikaanse bevolking doorgaat met zijn strijd voor vrede en rechtvaardigheid.

De voorspelling

Eerst en vooral een schuldbekentenis. Ik zat er naast met mijn voorspelling dat McCain het nipt zou halen. En geen klein beetje. Volgens de laatste tellingsresultaten van 16 november 2008 heeft Obama 66.760.924 (53 %) gehaald tegen McCain 58.279.894 (46%), een verschil van 8.481.030 stemmen. Zoals ik in vroegere artikels al vermeldde, de volledige resultaten kunnen tot februari-maart 2009 op zich laten wachten (jawel, ná de eedaflegging!) maar de uitblijvende tellingen beïnvloeden de beslissing toch niet meer, Obama is immers al zeker van een meerderheid van het presidentieel kiescollege. In ieder geval, zo is de situatie in het land dat de bakermat van de democratie beweert te zijn dat het een kiessysteem heeft dat een ouderwets anachronisme is.

Met een verschil van 8.481.030 doet Obama het net iets minder goed dan Reagan I met 8.420.270 stemmen en net iets beter dan Clinton II met 8.203.602 stemmen. Maar dat is net de helft van het verschil voor Reagan II met 16.867.890 stemmen en iets minder dan de helft voor Nixon II in 1972. Sinds 1960 blijft Nixon immers recordhouder qua populariteit met 17.989.528 stemmen verschil voor zijn tweede mandaat (dat hij na drie jaar moest afbreken als eerste president die tot ontslag werd gedwongen).

Het kiescollege bevoordeelt sinds Johnson de Republikeinen

Hoe het systeem van het electoraal kiescollege daarop inspeelt blijkt uit de zetelverdeling van Clinton II en Reagan I. Obama heeft nu al 365 zetels tegen McCain 173. Met een bijna zelfde verschil in stemmen (zie cijfers hierboven) behaalde Clinton II in 1996 379 zetels tegen Bob Dole 159. Een vergelijkbaar resultaat. Maar met het gelijkaardige resultaat in 1980 als Obama nu haalde Reagan 489 zetels binnen tegen Carter nauwelijks 49. Hoe dichter de kiesresultaten bij elkaar liggen, hoe meer dat in het voordeel van de Republikeinse kandidaat speelt. Het kiescollege bevoordeelt proportioneel immers de kleinere staten en de landelijke gebieden (zie vroegere artikels) waar de Republikeinen traditioneel (toch sinds Johnson) sterker staan. Die vooringenomenheid van het systeem blijkt ook uit de verkiezingen met de grootste verschillen, toen de Democraat Johnson in 1964 won met bijna 16 miljoen stemmen verschil bleven voor de Republikeinen nog 52 zetels over in het kiescollege. Bij de vergelijkbare massale overwinningen van Republikein Nixon in 1972 en Reagan in 1984 haalden de Democraten echter nog slechts 17 en 13 zetels.

Tot 1964 lag dat net omgekeerd. De Democraten stonden traditioneel sterk in het Zuiden. Abraham Lincoln, afschaffer van de slavernij, was een Republikein uit Illinois. De Democraat Kennedy won in 1960 met een van de kleinste verschillen ooit tegen Nixon, nauwelijks 112.827 stemmen en haalde daarmee 303 zetels tegen Nixon 219. In 1966 keurde Johnson de Voting Rights Act goed die zwarten gelijke stemrechten gaf. Zijn commentaar was dat hij zonet het Zuiden had opgegeven voor de Democraten. Inderdaad. Een van de minder bekende gevolgen van die wet was het verschuiven van het voordeel van het kiescollege naar de Republikeinen.

Vandaar ook mijn stellingname in voorgaande artikels: bij een gering verschil tussen beide kandidaten heeft McCain de meeste kans om president te worden. Ook na de Demcoratische conventie en zeker na de Republikeinse conventie was het immers een nek-aan-nekrace. Bovendien, als Obama al niet kon overtuigen tegen de kandidaat van de partij van de minst populaire president van de VS sinds 1945 zou de factor ‘ras’ zeker in zijn nadeel gespeeld hebben.

It’s the economy, stupid

De lezer van Uitpers heeft al door waar ik dan wél verkeerd zat: de economische crisis. Qua timing kon die niet slechter vallen voor McCain. Nauwelijks enkele weken tevoren had hij nog verklaard dat de economie dik in orde was en dat hij er trouwens zelf niet veel kaas van had gegeten. Dat leek toen onschadelijk. De strijd ging over wie bekwaam genoeg was en buitenlandse ervaring had om de VS te leiden. Fatale misrekening dus. Niet dat Obama en de Democraten daar een beter antwoord op hadden. Integendeel. Het reddingsplan van Bush kreeg evengoed voor- en tegenstemmen in beide partijen. Bush haalde aanvankelijk zelfs geen meerderheid voor zijn plan. Obama, de man van de verandering, stemde voluit voor. McCain werd echter vereenzelvigd met de zetelende president en zijn economisch falen, Obama had reeds maanden tevoren ‘Change’ als slogan gekozen. Qua perceptie werd en bleef hij de meest geloofwaardige kandidaat van beiden. Hij won dus met het hierboven vermelde klinkende resultaat.

Ik moet echter duidelijk nuanceren wat betreft de kiesimpact van deze economische crisis. Het is de timing van die crisis en NIET de crisis zelf die McCain de das heeft omgedaan. Enkele maanden vroeger zou de Republikeinse campagne beter voorbereid zijn geweest en had Bush ook meer kansen gehad om zijn imago (en dus dat van McCain) op te poetsen. Het zou zelfs kunnen dat de campagne dan over het gebrek aan ervaring van Obama op economisch vlak zou gegaan zijn!

Een zwarte kandidaat

Er was ook veel te doen over in de media over het Bradley effect dat verwijst naar de zwarte burgemeester van Los Angeles Tom Bradley die stevig voor stond in peilingen voor de verkiezingen van gouverneur van California in 1982 en uiteindelijk toch verloor. De theorie stelde dat veel blanken niet openlijk toegeven tegen onderzoekers dat ze niet voor een zwarte willen stemmen en zich in peilingen onbeslist of lichtjes voor of tegen Bradley uitspraken. (Een gelijkaardige theorie circuleerde hier in de jaren ’90 om te verklaren waarom het Vlaams Blok altijd slechter scoorde in de peilingen dan in de verkiezingen zelf). Een voorsprong van 8 % in de peilingen wordt bovendien nooit als een zekerheid beschouwd. De massamedia gaven een andere indruk, met uitzondering van reactionare zenders zoals Fox TV die tot op de namiddag van de verkiezingen hoopten de stunt van Florida 2000 met W. Bush te herhalen (Bush werd toen president met 543.895 stemmen minder dan rivaal Gore).

Ik ga hier zeker niet denigrerend doen over het gejubel van talloze zwarte Amerikanen toen bleek dat Obama het gehaald had. Dit is voor hen symbolisch waardevol! Na eeuwenlange vernederingen hebben zij ook hier gelijkheid bereikt. Ook in Afrika (vooral in Kenya van Obama’s vader) werd gevierd. Maar ik zie me toch verplicht om daar zeer nuchter bij te blijven. Zwarten zullen weldra ondervinden dat zij nu ook het voorrecht hebben om bedrogen te worden door een president die ze hebben verkozen, zoals blanken al jaren mogen ervaren.

Er is wel degelijk een mentaliteitsverschuiving onder de Amerikaanse bevolking die de media onderschat hebben. Een generatie Amerikanen is groot geworden met Bill Cosby in ‘The Huxtables’ als ideale vader. Bovendien hebben onder de Republikein Bush Colin Powell en daarna Condoleezza Rice voldoende aangetoond dat zwarten even bekwaam zijn in het liegen en bedriegen. Colin Powell was ooit als jonge officier verantwoordelijk voor het rapport dat de slachting vanh My Lai in Viëtnam witwaste. Zijn optreden in de Verenigde Naties waar hij loog over de bewijzen van massavernietigingswapens in Irak was dus verre van zijn eerste ervaring. Condoleezza Rice heeft als kind van een arm gezin dankzij de positieve discriminatiewetten van president Johnson de kans gekregen om te gaan studeren. Dat heeft haar niet belet om voor Bush te gaan werken. Miljoenen Amerikanen zijn er aan gewoon geraakt dat zwarte politici even goed en even slecht zijn als blanke. De verkiezing van Obama is een logisch gevolg van die perceptie.

Sarah Palin, is dit een grap of om te huilen?

Er werd (en wordt nog altijd) schamper gedaan in de liberale media over Sarah Palin als running mate van McCain. We herinneren er ons best aan dat de republikeinen in 1980 én 1984 al een dergelijke stunt uithaalden met de verkiezing van een compleet onbenullige, mislukte tweederangsacteur die zelfs tijdens zijn tweede presidentschap nog niet wist dat Latijns-Amerika uit verschillende landen bestond. Tijdens deze campagne bleek dat Palin dat evenmin wist van Afrika. De verkiezing van Reagan was inderdaad een nieuwigheid in de Amerikaanse politieke geschiedenis. Reagan had al eerder aangetoond heel blij te zijn met het aflezen op een teleprompter van de adviezen en speeches van zijn adviseurs toen hij gouverneur van California was. Hoewel dat op het niveau van de gouverneurs wel meer voorkwam, was dit voor het presidentschap ongezien. Roosevelt, Truman, Eisenhower, Kennedy, Johnson, Nixon en Carter waren sterke persoonlijkheden die zélf beslisten. Na Reagan werd die traditie terug opgepikt door Bush sr. en Clinton. Met Bush jr. werd wat dat betreft de lijn met Reagan weer opgepikt. Dat het met Palin erbij zou lukken, was dus zeker mogelijk. Uiteindelijk was ze minder dom dan Dan Quayle (wie? inderdaad, u was hem al vergeten, hij was de vice-president van Bush sr) en dat had de overwinning van Bush sr. in 1988 niet in de weg gestaan. Niemand weet de nederlaag van Bush sr. vier jaar later aan deze onbenul die door Bush sr. zelf soms ‘en public’ voor aap werd gezet (als hij daar al zelf niet voor zorgde).

De nederlaag van McCain is NIET aan Sarah Palin te wijten maar uitsluitend aan de slechte timing van deze economische crisis. McCain’s ongelukkige uitspraken tot kort voor de crisis begon en het imago van Bush deden hem de das om. De media waren bovendien in extase over de kans dat een zwarte kandidaat het zou halen. McCain was daar slechts een doorsnee kandidaat tegen. Heel wat Republikeinse kiezers zijn vanuit die perceptie thuisgebleven. Bovendien was McCain véél ouder dan Obama. Maar zelfs met al die ballast haalden McCain-Palin nog 46 % van de stemmen met andere woorden: de VS blijven een zeer verdeelde natie.

In de liberale media van de VS werd ook schamper gedaan over de stelling dat de Republikeinen geloofden dat ze met Sarah Palin vrouwelijke kiezers van Hillary Clinton zouden binnenhalen. Dat slaat nergens op, dat geloofde zelfs geen enkele Republikein, Sarah Palin inbegrepen.

De rood-blauwe kaarten doen het weer

Wie in De Standaard van 5 november 2008 de kaarten van alle verkiezingen sinds 1960 bekeek kan er niet naast kijken. Rood, de kleur van de Republikeinen, blijft de VS domineren. Dat is natuurlijk bedrieglijk omdat het uitgebreide rode oppervlak van de VS vooral uit dun bevolkte Republikeins stemmende staten bestaat. Californië weegt met 55 kieszetels zwaarder door dan de 12 kleinste staten samen (klein qua bevolking). Hoewel die kaarten dus waardeloos zijn voor een degelijke ananlyse blijven ze verschijnen in de media. Gemakkelijk en overzichtelijk, immers. Weliswaar naast de kwestie maar dat is niet belangrijk.

Een bespreking van deze mappen vind je op deze site waar de kaarten worden vervormd naar bevolkingsaantal en naar aantal zetels in het kiescollege. Deze site herleid de rode overheersing tot zijn ware dimensie. De VS blijven echter evengoed een verdeeld land.

Wat vinden progressieve Amerikanen er van?

De Amerikaanse kritische stemmen zijn degelijk genoeg om zelf de analyse te maken. In deze Uitpers vind je de vertaling van een aantal van hun artikels. Ik overloop ze hier even:

1. John Pilger, de enige niet-Amerikaan in het rijtje (John is een in Groot-Brittanië levende Australiër) volgt de Amerikaanse verkiezingen al sinds Robert Kennedy. Hij laat er geen twijfel over bestaan. Obama is een klassieke kandiaat zoals zovele anderen. Dat hij toevallig zwart is komt de elite zelfs goed. Hij wijst er op hoe de onmiskenbare veranderingen in de maatschappij die mogelijk hebben gemaakt dat een niet-blanke kans maakt op verkiezing tot president door de economische elite van dit land cynisch worden gebruik om het status-quo te handhaven. Zijn website http://www.johnpilger.com/ is zeer de moeite. Ik raad iedereen ook al zijn boeken en de DVDs met zijn verzamelde documentaires aan.

2. Larry Pinkley is een voormalige Black Panther die na meer dan twintig jaar keihard procederen vanuit de gevangenis zijn onschuld heeft kunnen bewijzen. Deze man is duidelijk verbitterd. Zijn jargon doet een beetje jaren ’60 links aan, maar zijn analyse klopt. Hij gelooft enkel in politieke organisatie buiten de twee partijen om. De newssite waaraan hij meewerkt http://www.blackcommentator.com/ laat een ruime waaier van kritische opinies aan het woord over de raciale verhoudingen in de VS en is eveneens de moeite waard.

3. Robert Weissman is hoofdredacteur van het in Washington, D.C. gevestigde Multinational Monitor, een publicatie die Amerikaanse multinationals kritisch opvolgt en is directeur van Essential Action, een organisatie die “provocerende informatie ter beschikking stelt van het publiek over belangrijke aangelegenheden die door de massamedia en de beleidsmakers worden genegeerd“. In dit artikel zet hij de economische realiteit voor de zwarten (en de arme blanken) op een rijtje. Hij verwacht van Obama niets op dit vlak. Verandering kan alleen van doorgedreven actie komen.

4. Danny Schechter is regisseur van de film In Debt We Trust (naar de slogan ‘In God We Trust’ op de dollarbiljetten) en schreef onder andere Plunder: Investigating our Economic Calamity and the Subcrime Scandal. Hij werkte jaren voor de grote media tot het hem teveel werd. Hij heeft een gratis nieuwsbrief. Zijn conclusie is gelijkaardig aan die van Weismann: vertrouw deze leiders niet. Werk verder zoals met de burgerrechtenbeweging en dwing zo veranderingen af.

5. Het vijfde artikel is van Matt Gonzales. Die was kandidaat vice-president van Ralph Nader als Independent (dus niet voor de Green Party zoals in 1996 en 2000). Hij is medewerker van Counterpunch, een progressieve nieuwsbrief die tevens publiciteit maakt voor heel wat goede boeken (zie de rechterkolom op de site). Hij is uiteraard geen ‘objectieve’ stem als het over Obama gaat. Wat dit artikel echter interessant maakt is dat het geschreven is vóór de verkiezingen (de andere artikels dateren allen van na de verkiezing) en niets aan relevantie moet inboeten nu de uitslag bekend is en blijkt wie Obama voor zijn regeringsploeg uitkiest. Ook al is hij nogal overdreven enthousiast over Ralph Nader, zijn analyse klopt verder als een bus.

6.Last bu not least, een recente toespraak van Noam Chomsky, net van het internet geplukt voor het afsluiten van deze Uitpers.

Met Obama wordt het anders, toch?

Toch wel, en de verkiezing van Obama biedt een kans. Niet omdat de man zelf enige progressieve molecule in zijn lijf zou hebben, dat heeft hij niet. Dit is een individualist van het hardste soort, die vindt dat iedereen het maar moet rooien zoals hij. Hij is er geraakt. Wie dat niet kan is een sukkel. Margaret Thatcher zou hem best leuk gevonden hebben. Maar meer hierover straks. Eerst nog dit:

Latijns-Amerika is door Bush enigszins terzijde gelaten (hoewel dat relatief is, het Plan Colombia dat Bush van Clinton overnam werd keihard verder gezet). Obama zegt dat wel dat hij bereid is om met Chávez te praten (aan de Europese media), dat wordt meer dan waarschijnlijk een charmeoperatie. In een Chileense pro-Pinochetkrant (zie artikel Matt Gonzalez) noemt hij hem een ‘bedreiging’ die dringend moet aangepakt worden. Ook Cuba moet alleszins niet rekenen op een einde van de blokkade. Persoonlijk vrees ik vooral voor Bolivia. De economische elite krijgt volop steun uit de VS om het grondstofrijke oosten af te splitsen. Obama gaat die steun nog opdrijven. Het is maar de vraag of Chávez voldoende tegenwerk zal kunnen blijven geven als hij de mindere inkomsten uit de olie moet derven. In een vorige Uitpers is Chomsky positief over die tegenbeweging in Latijns-Amerika. Op lange termijn geloof ik ook in dat potentieel. Maar een imperium op zijn retour kan nog hard uithalen. Gewonde en zelfs stervende leeuwen kunnen nog levensgevaarlijk zijn voor wie te dicht bij zijn klauwen komt. De Boliviaanse president wil volgend jaar een einde maken aan het verdrag dat Amerikaanse troepen op het grondgebied toelaat. Benieuwd of Obama dat zal laten gebeuren. Een staatsgreep organiseren is moeilijk geworden, vooral na de mislukking in Venezuela, maar je weet maar nooit.

Voor Israel en het Midden-Oosten wordt Obama zeker meer van hetzelfde of erger nog. Wat Irak en Afghanistan betreft, wordt het een beetje minder van het eerste, een beetje (veel) meer van het andere. Een verschuiving die de massamedia waarschijnlijk zullen voorstellen als een substantiële verandering. Met Hillary Clinton op Buitenlandse Zaken haalt hij trouwens iemand binnen die voor het identieke beleid van Clinton I en II staat.

Wat de economie betreft, de meeste wetten die de deregulering van de financiële sector in de VS hebben mogelijk gemaakt werden tijdens Clinton I en II al gestemd. Bush heeft daar enkel wat retoriek aan toegevoegd. Obama kiest op zowat elk niveau een kandidaat van de status-quo. Zijn kabinetschef (de term is wat misleidend, hij heeft niets te maken met wat hier met de term wordt bedoeld, hij is eigenlijk de topadviseur voor alles) is een keiharde neoliberaal die als vrijwilliger in het Israëlisch leger heeft gediend. Voor financiën kiest Obama radicaal voor die mensen wiens ideeën aan de basis lagen van deze financiële crisis.

Op binnenlands vlak zal Obama zeker een paar (liefst zo kosmetisch mogelijke) aanpassingen maken aan het desastreuze gezondheidsstelsel. Voor een deel van de lagere middenklasse kan dat een verschil maken. Hij is zelfs voorstander van een lichte verbetering van de rechten van werknemers om zich bij vakbonden aan te sluiten (tot op een niveau dat nog mijlenver van Europese normen staat). Op ethisch vlak (abortus en euthanasie) staat hij voor hetzelfde beleid als Bush, al zal hij de keiharde rechtse retoriek wel iets temperen.

Wat de doodstraf moet op hemniet worden gerekend. Als lid van de senaat van de staat Illinois heeft Obama zich verzet tegen het moratorium dat de Republikeinse (!) gouverneur oplegde nadat hij was geconfronteerd met de onmiskenbare bewijzen dat de doodstraf werd teogepast én uitgevoerd op onschuldigen. Een recente beslissing van het Hooggerechtshof die de doodstraf verbiedt voor kinderverkrachting als het slachtogger niet omkomt, heeft hij openlijk veroordeeld tijdens de cmapagne. In ziijn ook in het Nederlands vertaalde boek zegt hij dan wel dat de doodstraf geen afschrikkingseffect heeft, in de praktijk sluit hij zich dus niet aan bij de conservatief John Kerry die wél voor de afschaffing had gepleit.

Is er dan echt geen verandering mogelijk in het Amerikaanse systeem?

Toch wel, ik zei het daarnet al. De Amerikaanse massamedia zullen het de bevolking niet aan hun neus hangen, maar uit alle opiniepeilingen blijkt dat de gemiddelde Amerikaan linkser staat dan de beide politieke partijen op zowat alle vlakken. Joe Sixpack is weliswaar allesbehalve een Trotskistisch revolutionair maar is wel degelijk bereid meer belastingen te betalen voor universele gezondheidszorg, voor betere scholen en betere wegen. Joe is zelfs bereid voor een ‘nigger’ te stemmen als die hem een degelijk werk mét degelijk loon kan bieden. Wat gebleken is. Dat is een mentaliteitsverschuiving die kan tellen.

Bovendien, de VS is bijlange na niet meer dezelfde maatschappij als vijftig jaar terug (dat geldt trouwens evengoed voor Europa). Zoals Noam Chomsky onlangs in een intervieuw met de VRT zei: ‘Amerikaanse presidenten ageren niet, ze réageren.’ (met felicitaties aan journalist Johan Vanderpoorten). President Johnson was een racistische redneck die met fraude aan zijn eerste zetel in de Texaanse Senaat geraakte en hetzelfde deed voor de federale Senaat. Toch is hij de man geweest die de Voting Rights Act stemde, omdat hij bang was voor de burgerrechtenbeweging. Dat heeft hij gemeen met Franklin Delano Roosevelt die bereid was tegen al zijn ideologische instincten in de New Deal er door te drijven, wat de Amerikaanse arbeider méér rechten gaf dan de collega’s in Europa op dat ogenblik hadden (met succes, hij werd nog drie keer herverkozen – na zijn dood heeft de economische elite dan maar beslist dat een president maar twee termijnen mag doen). Moraal: als het verlies van de macht dreigt, én vooral als het staatsinterventionistisch kapitalisme van de VS (ook wel eens ‘vrije markt’ genoemd) dreigt te bezwijken, is de economsiche elite tot veel toegevingen bereid.

Zo ook voor Obama. Als hij voelt dat hij een tweede termijn gaat verliezen zal hij zeker een aantal binnenlandse toegevingen doen. De ruimte daarvoor is zeer beperkt door de loodzware oorlogsactiviteiten en de alomtegenwoordigheid van het leger in de rest van de wereld. Dat heeft hij gemeen met Johnson. Als de Amerikaanse bevolking blijft ageren voor die ideeën die ze in Obama dachten te herkennen (ontrerecht volgens mij en de andere commenatoren in deze Uitpers, maar soit), als ze dus niet naar huis gaan en weer passief voor de zombie-buis gaan zitten, zit er wel een kans in met president Obama. Alles hangt dus af van de Amerikaanse bevolking zelf. Obama I wordt Clinton III als de Amerikanen naar huis gaan en passief toekijken of Johnson II als de Amerikaanse bevolking doorgaat met zijn strijd voor vrede en rechtvaardigheid.

PS. Vers van de pers. Obama benoemt een zekere Peter Orszag om Social Security te leiden, in zijn regering.Voor deze man slechts één motto: besparen, besparen, besparen. De gewone Amerikaan heeft het zitten. Quod erat demonstrandum. Meer in dit artikel.

(Uitpers, nr. 104, 10de jg., december 2008)

Lode Vanoost
26 november 2008

Relevant

Genocide in Gaza heeft weinig impact op wapenleveringen naar Israël

Hoewel Israël beschuldigd wordt van genocide en er vanuit de VN geregeld wordt opgeroepen om geen wapens te leveren aan het land, lijkt dat weinig indruk te maken op…

Geruisloos naar een nucleair Armageddon?

Terwijl het nucleair ontwapeningsregime op apegapen ligt, werken kernwapenmachten in sneltempo aan de modernisering en sinds kort ook aan de uitbreiding van hun nucleaire arsenalen. In een context van…

NAVO viert 75e verjaardag in Koude Oorlogssfeer

Van 9 tot 11 juli komen de staatshoofden en regeringsleiders in Washington samen om de 75ste verjaardag van de NAVO te vieren. Nog niet zo lang geleden verkeerde de…

Laatste bijdrages

Wat wil BRICS?

Sinds de 16de vergadering van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, Indië, China en Zuid-Afrika) in het Russische Kazan heeft deze groep een ietwat aparte plaats ingenomen als multilaterale organisatie. Het…

Argentinië. In gesprek met Atilio Boron

FM: Verkozenen van uiterst rechts zijn al lang geen uitzondering meer. Toch blijft het voor veel buitenstaanders moeilijk te begrijpen dat iemand als Javier Milei kon verkozen worden als…

Barnier op de schopstoel. Macron ook.

Veel ministers van de Franse regering Barnier zullen een zeer korte carrière hebben gekend nu Marine Le Pen meedeelde dat ze een motie van wantrouwen indient, zoals links dat…

Straatnamen: een brok geschiedenis

You May Also Like

×