De prestigieuze VS-krant New York Times (NYT) staat weer met rode kaken. De krant liet zich uit sensatiezucht vangen bij reportages over de jihadisten in Syrië. Nu, de krant maakt tenminste zelfkritiek.
Het was al sinds eind september duidelijk dat er iets niet klopte met de verhalen van binnenuit Daesh (IS). In Canada was de 25-jarige Shehroze Chaudhry opgepakt nadat duidelijk was geworden dat hij zich ten onrechte uitgaf als een overloper van Daesh, dat hij alles had gefantaseerd.
Hij had als Abou Huzayfa, zijn zogenaamd pseudo bij de jihadisten, sensationele verhalen gebracht over Daesh. De NYT scoorde met diens ijzingwekkende taferelen over onthoofdingen en andere “getuigenissen”.
Zelfkritiek
Chaudry’s “getuigenissen” waren het pronkstuk van een podcast “Caliphate” waarmee de NYT een opvallende stap in de multimedia zette. Er werd niet nagegaan of de man inderdaad binnen Daesh had gezeten, het klonk zo goed.
Journalisten van de NYT met ervaring van het Midden Oosten, hadden nochtans gewaarschuwd, maar de druk om te ‘scoren’ is toch zo groot. Zoals Peter Van Der Meersch bij DS ’s ochtends zei: “Aan het werk, scoren vandaag”.
De krant maakt dus zelfkritiek. Zoals ze ook deed nadat ze zolang de leugens over de “massavernietigingswapens” van Saddam Hoessein mee geloofwaardig had gemaakt. Intussen zijn er andere “vergissingen geweest”, zelfkritiek sluit niet uit dat het zich telkens weer herhaalt.