Dit jaar gaat de Nobelprijs voor de Vrede naar het Wereldvoedselprogramma (WVP) van de VN. Een keuze die moet onderstrepen dat er nood is aan mondiale solidariteit.
Het Nobelprijscomité geeft met de beslissing om de prijs uit te reiken aan het Wereldvoedselprogramma een duidelijke politieke boodschap mee: de mensheid moet de huidige mondiale gezondheidscrisis met al zijn rampzalige gevolgen gezamenlijk aanpakken. In september waarschuwde het WVP nog voor het snel stijgend aantal mensen in voedselonzekerheid als gevolg van geweld en de COVID-19-crisis. Voor het uitbreken van de Coronapandemie was er sprake van 135 miljoen mensen in acute voedselonveiligheid. De schatting is dat tegen eind dit jaar dat aantal zal verdubbelen. Daar zit de stijgende armoede voor tussen. De Wereldbank voorspelt dat de extreme armoede voor het eerst weer zal stijgen sinds de jaren ’90. Er dreigt nu ook een hongerpandemie. Vorige maand zei WVP-directeur David Beasley dat er wereldwijd 2.000 miljardairs zijn met een collectief vermogen van 8 biljoen dollar (8.000.000.000.000), terwijl het WVP ‘maar’ 4,5 miljard dollar nodig heeft op jaarbasis om te verhinderen dat 30 miljoen mensen zullen sterven.
De voorzitster van het Noorse Nobelprijscomité, Berit Reiss-Andersen, zei dat deze toekenning een oproep is aan de internationale gemeenschap om ervoor te zorgen dat het VN-agentschap over voldoende middelen beschikt zodat mensen niet van honger hoeven te sterven. We willen “de ogen van de wereld richten op de miljoenen mensen die honger lijden of dreigen te leiden”. Ze zei ook dat honger gebruikt wordt als “een wapen in conflict”. Dat is onder meer het geval in Jemen waar volgens het WVP 20 miljoen mensen in crisis leven en nog eens 3 miljoen mensen dreigen te sterven aan het coronavirus.
Het Nobelprijscomité gaf impliciet ook een duidelijke politieke boodschap mee: er is nood aan ‘multilateralisme’ nu er een ongeziene wereldcrisis heerst. Het WVP is een instelling van de Verenigde Naties die dit jaar 75 jaar bestaat en werd opgericht als politiek platform om de wereld te “bevrijden van de gesel van de oorlog”. Met de prijs lijkt het Nobelprijscomité dan ook het belang van de Verenigde Naties te onderstrepen waarvan het functioneren steeds meer onder druk komt te staan als gevolg van de belangenpolitiek van grootmachten. De prijs lijkt dan ook een reactie op de ‘America first’-politiek van president Trump met zijn militaristische en sociaalecologische destructieve politiek die ook door andere autocraten wordt gevoerd. Het is verontrustend dat ze in toenemende mate het mondiale politieke toneel zijn gaan beheersen. Het WVP staat symbool voor de afkeer daarvan.