Noam Chomsky, Making the Future: Occupations, Interventions, Empire and Resistance: , uitg. Hamish Hamilton, 2012.
Chomsky heeft weer een boek uit. ‘Making the Future’ is een verzameling korte columns die hij tussen mei 2007 en oktober 2011 schreef. Zoals altijd is zijn pen scherp en terzake. Deze man draait niet rond de pot en noemt de dingen bij hun naam.
Onvermoeide bron van inspiratie
Meer dan 50 columns staan er in ‘Making the Future‘. Eén daarvan ‘In Israel: a Tsunami Warning’ is eerder al vertaald op DeWereldMorgen.be . Het boek is een vervolg op ‘Interventions’ van 2007, eveneens een verzameling columns, geschreven in de jaren voor 2007.
De man is ondertussen al 83, maar gaat onverdroten door. Reeds sinds de publicatie van zijn universiteitsthesis in 1951 is hij een van de meest gezaghebbende wetenschappers op het gebied van linguïstiek (de studie van de menselijke taal en zijn onderliggende structuren). Zijn eerste politiek essay ‘The Responsibility of Intellectuals‘ dateert van 1967. Het is sindsdien nooit meer gestopt.
In tegenstelling tot wat vele van zijn fans (en vijanden) hier in Europa denken, is hij verre van de enige die in de VS degelijk onderbouwde kritiek formuleert op het beleid van de regering van zijn eigen land. Ze zijn met velen. Hij is echter wel de meest bekende.
Een veelheid van thema’s
In dit boek heeft Chomsky het over een veelheid van thema’s: Afghanistan en Irak, de vorige presidentsverkiezingen, de stijgende ster van China, de draai naar links in Latijns-Amerika (een evolutie die volgens hem historisch is en door de grote media hier wordt genegeerd, verdraaid en nooit correct weergegeven), de dreiging van nucleaire proliferatie in Iran en Noord-Korea, de invasie van Israël in Gaza van 2008-2009, de uitbreiding van de koloniale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem, de verandering van het klimaat, de mondiale financiële crisis, de Arabische lente, de dood van Osama Bin Laden en de Occupy Wall Street-beweging. Onbegonnen werk om hier weer te geven wat Chomsky in deze 52 columns te vertellen heeft.
Een korte selectie van citaten uit het boek
Zo legt hij uit dat de keuze van Noord-Korea om terug te keren naar de productie van kernwapens een gevolg is van de agressieve politiek van de VS, en niet omgekeerd.
Volgens Chomsky is en blijft de leidraad van het Amerikaans buitenlands beleid de “creatie van een wereldorde waarin Amerikaanse bedrijven vrije toegang hebben tot markten, grondstoffen en investeringen. Die houding wordt gewoonlijk ‘vrijhandel’ (free trade) genoemd, een stelling die vrij snel in elkaar zakt na onderzoek. Dat is ongeveer zoals Groot-Brittannië, de voorganger (van de VS) in de dominantie over de wereld, zichzelf zag in de tweede helft van de 19de eeuw toen het eveneens ‘vrijhandel’ omarmde, nadat het zich 150 jaar lang met staatsinterventie en bruut geweld had vooruitgeholpen om de sterkste industriële grootmacht te worden, sterker dan elke rivaal”.
“In het algemeen hebben grootmachten altijd al een beperkte mate van vrijhandel getolereerd, zodra ze er van overtuigd waren dat de economische belangen die ze beschermden, daar wel mee zouden varen. Dat was en blijft het voornaamste kenmerk van de internationale orde.”
Keizer Nero, keizer Tony
Chomsky is niet bepaald een groot spreker. Zijn toespraken dreunt hij op een monotoon toontje af, soms doorspekt met wat droge humor. Dat gevoel voor ironie merk je ook in deze columns. Over de nieuwe carrière van de gewezen Britse eerste minister Tony Blair als speciale gezant van het ‘kwartet” voor het Arabisch-Israëlisch conflict, schrijft hij: “Dit is zoiets als keizer Nero aanduiden als het hoofd van de brandweer van Rome”. Officieel doet Blair dat voor de VN, de VS, de EU en Rusland maar “de regering van Bush maakte duidelijk dat hij de gezant is van Washington alleen”.
Over Iran: “zelfs als Iran ooit kernwapens en langeafstandsraketten zou hebben, dan nog is de kans dat het die zou gebruiken om Europa aan te vallen even groot als de kans dat Europa door een meteoor wordt geraakt. Rusland heeft dus gelijk om het nieuwe raketschild in Europa te zien voor wat het is: gericht op Rusland.”
Over de financiële crisis: “financiële liberalisering heeft effecten die veel verder gaan dan de economie. Men heeft al lang begrepen dat het een machtig wapen tegen democratie is. Vrij verkeer van kapitaal creëert wat sommige economen ‘een virtueel parlement’ van investeerders en leners noemen, die regeringsprogramma’s nauwgezet volgen en er tegen ‘stemmen’ als ze zogezegd ‘irrationeel’ zouden zijn: d.w.z. ten bate van het volk in plaats van ten bate van geconcentreerde privémacht. De Grote Depressie (nvdr: van de jaren dertig) had radicale democratische stromingen in gang gezet. Die maakten het (nvdr: na de Tweede Wereldoorlog) noodzakelijk sociaaldemocratische beslissingen te nemen.” Dat wordt nu teruggeschroefd, met dank aan de financiële ‘crisis’.
Palestina en Israël
Chomsky blijft ook terugkomen op een thema dat hem na aan het hart ligt: Palestina en Israël. Hij maakt andermaal brandhout van de these dat de VS daar al jaren zou proberen een bemiddelende rol te spelen. Integendeel, samen met Israël staat de VS al meer dan dertig jaar lijnrecht tegenover de rest van de wereld om een vreedzame oplossing te verhinderen. Waarom? Om de eenvoudige reden dat die vrede hen niet bevalt daar ze niet beantwoordt aan de koloniale ambities van de machthebbers in Tel Aviv (en Washington).
Ook die andere stelling, zo populair in de massamedia, namelijk dat de Israëlische regering-Netanyahu Obama onder druk zou zetten, kent geen genade. De waarheid is dat de regering in Washington orders geeft en dat Tel Aviv zich daar netjes aan houdt. De rest is gecreëerde perceptie, leuk voor de blaadjes. Ernstige onderhandelingen voor een oplossing kunnen maar op één manier volgens Chomsky: “de VS en Israël aan één kant van de tafel, de rest van de wereld aan de andere”.
Responsibility to Protect?
Freedom to InterfereResponsibility to Protect
(R2P of ‘verantwoordelijkheid om te beschermen’), het modieuze begrip van de laatste jaren, kent in zijn huidige concrete toepassing geen genade bij Chomsky. Dit gaat volgens hem terug op eeuwenoude principes van grootmachten:“1. De sterken doen wat ze willen terwijl de zwakken lijden wat ze moeten.
2. Haast elk gebruik van geweld in internationale aangelegenheden werd begeleid door wollige retoriek over plechtige verantwoordelijkheden om lijdende volkeren te beschermen.
3. Democratie kan alleen maar getolereerd worden in de mate dat ze strategisch-economische doelstellingen niet in de weg staat.”
Het valt dan ook niet te verwonderen dat R2P nooit wordt ingeroepen om de bevolking van Gaza te beschermen of meer algemeen om de nog steeds massale hongersterfte in de Derde Wereld te bestrijden.
De staat is de boeman
Een van de geijkte propagandatechnieken van het neoliberalisme is het voortdurend inhakken op ‘belastingen’. “Antibelastinggevoelens aanmoedigen is een vast ingrediënt van businesspropaganda. De mensen moeten worden geïndoctrineerd in haat en vrees voor de regering, om de goed gekende redenen: van alle bestaande machtssystemen is de regering de enige die, althans in principe en soms ook in de feiten, moet antwoorden aan de bevolking en de enige die de verwoestende rooftochten van de privémachten kan afremmen.”
“Die antiregeringspropaganda moet echter altijd genuanceerd blijven. De zakenwereld heeft immers graag een sterke staat, ten dienste van multinationals en financiële instellingen, die hen zelfs moet uitkopen wanneer ze (de zakenwereld) de economie vernietigt”. Mensen moeten belastingen haten, maar niet de oorzaken van het deficit, zoals de stijgende militaire uitgaven en de afnemende sociale inkomsten.
Radicale islam, een aloude westerse bondgenoot
Islamitisch fundamentalisme en onderdrukkende regimes zouden de nieuwe vijand zijn; dat laten de massamedia ons graag geloven. Een beetje raar dus dat volgend feitje niet werd opgemerkt toen het fundamentalistische Saoedi-Arabië op 5 maart 2011 het volgende besloot: “wetten en regels in het koninkrijk verbieden elke soort van demonstratie, betoging of sit-in als protest, evenals het oproepen tot deze vormen van protest, omdat ze ingaan tegen de principes van de sharia en tegen de Saoedische gewoontes en tradities”.
Het koninkrijk heeft massale veiligheidstroepen (overigens goed bewapend door Amerikaanse, Franse, Britse en Duitse leveranciers) die deze ban meedogenloos opleggen. Datzelfde Saoedi-Arabië roept op tot militaire interventie in Syrië.
Stof tot nadenken
Chomsky is en blijft een baken van gezond verstand en inzicht in de reële machinaties van de machtigen der aarde. Dat bevalt hen niet. Hoeft het te verwonderen dat geen enkele van de columns in dit boek werd overgenomen door de grote kranten van het vrije westen en dat ze hier enkel op kleine, alternatieve websites en publicaties te vinden zijn?
Buiten dat ‘vrije Westen’ is het net omgekeerd. Chomsky’s columns staan op de voorpagina’s van grote kranten in Latijns-Amerika, Afrika en Azië.
Dit boekje is de moeite waard. Zoals altijd zet het je aan tot nadenken. Elke column is goed voor 10-15 minuten lectuur, ideaal voor op de trein (zo heb ik het ook gelezen).
(Uitpers nr. 141, 13de jg., april 2012)
Voor de bespreking werd de Britse versie van het boek gebruikt.