De Nigerianen willen graag hun land als zodanig noemen: de reus van Afrika. Is dit zo?
Rijk, jong en veel inwoners:
Als we naar het aantal inwoners kijken, ontdekken we dat Nigeria het grootst aantal inwoners telt van wat Sub-Sahara Afrika heet, namelijk rond de 150 millioen. Dit is een cijfer van het CIA-factbook (149 millioen), een meestal betrouwbare bron en waarschijnlijk gebaseerd op de laatste volkstelling in Nigeria van 2003.
Als we naar de bodemrijkdom kijken, is of, beter gezegd,was Nigeria de grootste olieproducent van Sub-Sahara Afrika met ongeveer 2 miljoen – officiële- vaten per dag. Het is echter het laatste jaar voorbijgestoken door Angola omwille van de politieke onrust in de Delta regio, het ontginningsgebied (hierover later). Ter vergelijking, de grootste olieproducent van de OPEC is Saudi-Arabië met ongeveer 8 millioen vaten per dag.
En tenslotte, als we naar de militaire capaciteit kijken, is het steeds Nigeria dat met een UNO – mandaat zijn troepen uitstuurt naar de conflicthaarden in Afrika.Er is trouwens reeds jaren een intieme samenwerking tussen de legerleiding van de USA en de Nigeriaanse legerleiding.
Dus, als we deze hogergenoemde criteria hanteren, kunnen we inderdaad concluderen dat Nigeria de reus van Afrika is.
Arm:
Echter, er is zoals steeds een keerzijde van de medaille: de Nigeriaanse bevolking is nog steeds werkelijk arm. Je moet er geweest zijn en geleefd hebben om aan de levende lijve deze armoede te zien. Eerst dan kan een verwend iemand als een Westerling beseffen wat armoede in een tropisch land betekent.
En natuurlijk dringt zich dan de vraag op hoe het mogelijk is dat een land met zulk een enorme bodemrijkdom (niet alleen onder de bodem, maar ook boven als landbouwgrond) en een jonge bevolking zo schrijnend arm is. We moeten dus vrank en vrij durven constateren dat de rijkdom niet of nauwelijks bij de meerderheid van de bevolking terecht is gekomen.
Hoe is dit gekomen ?
Zoals steeds, zijn het verschillende factoren en is het niet één.En uiteraard is er wel een hiërarchie in deze factoren, is de ene factor bijgevolg meer doorslaggevend dan de andere.
De opgelegde invoering van de parlementaire demokratie :
Voor mij persoonlijk ligt de hoofdoorzaak bij de wat ik zou noemen “opgelegde en daardoor tegennatuurlijke invoering van wat heet de parlementaire democratie” in het jaar 1960 (uiteindelijk nog niet zo lang geleden: 2 generaties ).
Zoals de meesten weten, was Nigeria een kolonie van het Britse rijk, zeg maar qua macht de USA van de 19 de eeuw. Wat echter niet iedereen weet, is dat dit land door Engeland geregeerd werd door wat genoemd werd “indirect rule”.Dit hield in dat Engeland gebruik maakte van de bestaande politieke machtsstructuren van koningen in het Zuiden en emirs en sultans in het Noorden. De noordelijke belangrijkste bevolkingsgroepen van Hausa en Fulani waren islamitisch en de zuidelijke belangrijkste groepen van Yoruba en Ibo waren christelijk. De bestaande politieke en religieuze hiërarchie van de koningen tot de dorpsoudste(n) werd dus -bewust- in stand gehouden omdat het een garantie was voor politieke en sociale stabiliteit, -en dit tot het moment van onafhankelijkheid van Nigeria in oktober1960.
Met de onafhankelijkheid werd het klassieke parlementaire democratische systeem ingevoerd en ontstonden politieke partijen, meestal langs etnische lijnen. Daarbij werd, -en dit kan in mijn ogen niet voldoende onderstreept worden-, de invloed van de traditionele politieke en religieuze leiders door de invoering van het parlementair stelsel formeel tenietgedaan .
Noord en Zuid waren min of meer geforceerd bij elkaar gebracht. Dit vormde geen oorzaak tot conflict tijdens de periode van “indirect rule”, omdat ze toch los van elkaar leefden en er geen reden was om samen te werken. Deze samenwerkende staatslogistiek werd door de Britten verzorgd. Bij de onafhankelijkheid echter werden Noord en Zuid gedwongen samen te werken: met één federale regering, met één “House of Representatives” en één “Senate”. Deze gedwongen samenwerking leidde al vlug tot conflicten, waarbij het meest internationaal bekende conflict dat van de Biafra-oorlog was (1967-1970): de onafhankelijkheidsstrijd van de Ibo’s uit het zuidoostelijk olierijke deel van Nigeria, waar het ook nu weerom onrustig is door de vrijheidstrijders en vooral door gangsterbendes die zich voordoen als vrijheidstrijders maar met hun kidnappingen maar één ding voor ogen hebben: geld.
Om deze permanente onrust het hoofd te bieden werd er voor een voor de hand liggende oplossing gekozen: de militairen aan de macht. Uiteindelijk zijn deze militairen van 1966 tot 1999 aan de macht geweest. Meestal was de president dan een primus inter pares, zoals een Ibrahim Babangida (1985-1993) en zorgde dit voor stabiliteit. Daarbij werd het hele officierenkorps opgeleid door de USA en werd het militair regime gedoogd door deze USA. In 1999 worden er dan parlementsverkiezingen gehouden, die door één partij gewonnen wordt. Deze partij, de People’s Democratic Party (PDP) levert dan ook de president, namelijk Olusegun Obasanjo, die reeds in 1976-1979 als hoofd van een militaire junta aan de macht was geweest. Na twee ambtstermijnen van de “burgerlijke” president Obasanjo (1999-2007) is dan uit de verkiezingen van 2007 een nieuwe president, Umaru Musa Yar’Adua, aan de macht gekomen. Ook hij is vooruitgeschoven vanuit diezelfde PDP, maar is een Noorderling, waar Obasanjo een Zuiderling is. Dit is trouwens nu de ongeschreven wet: het Noorden en Zuiden wisselen met elkaar in de toekenning van het presidentschap. En je mag deze macht van de president ten opzichte van de twee vertegenwoordigende organen niet onderschatten: vergelijkbaar met die van de president van de USA.
Ik ben hier wat langer bij blijven stilstaan, om aan te geven dat er uiteindelijk met het formeel afschaffen van de militaire junta en het invoeren van verkiezingen in essentie niets veranderd is: de PDP is de burgelijke keerzijde van de militaire medaille.
Begrijp me echter goed, ik heb daar geen problemen mee. Of het nu militairen zijn of niet-militairen, als formeel de rechten van de mensheid geëerbiedigd worden en er een faire rechtspraak bestaat, ben ik al tevreden. Verkiezingen zijn voor mij slechts filtermomenten. De essentie van democratie is in mijn ogen de individuele vrijheid (waaronder bescherming van het individu door een onafhankelijke rechtspraak). En inderdaad ziet het er naar uit dat dit gebeurt. Ik baseer me hierbij op mijn eigen weliswaar beperkte ervaring ter plaatse en op het dagelijks lezen van de belangrijkste kranten uit Nigeria. En de vrijheid van meningsuiting bestaat werkelijk, hoor. Het gaat zelfs te ver, vind ik: kranten durven mensen reeds beschuldigen vooraleer schuld bewezen is. Noem het de kinderziektes van een losgelaten vrijheid.
Corruptie en de erosie van de macht van de traditionele leiders :
Maar waar blijft dan het antwoord op de hamvraag: waarom is de bevolking zo arm?
Ik vrees te moeten zeggen: door de corruptie van de nieuwe machthebbers. Of ze nu een militaire of burgerlijke jas droegen en dragen, maakt geen verschil uit.
En naar mijn bescheiden mening werd dit mogelijk gemaakt omdat het systeem van “check and balances” weg was door het wegvallen van de macht van de traditionele leiders, zeker in een nog niet – gelaïciseerd land als Nigeria waar het morele gezag van traditionele religieuze en politieke leiders naar de bevolking zeer groot is.
Door de opgelegde en dus niet-natuurlijke/geleidelijke invoering van de parlementaire democratie en de militaire reactie daarop was de vroegere autoriteit van de koningen, emirs, sultans, chiefs geërodeerd en was de weg vrij voor ongebreidelde corruptie bij de nieuwe machthebbers, die niet “ingebed” waren in een zichzelf controlerend maatschappelijk netwerk zoals dat het geval is bij de traditionele leiders. In dit kader is het voor de lezer belangrijk te weten hoe deze traditionele machtsstructuur functioneert. Het koningschap of sultanaat is niet erfelijk, zoals in het Westen. De koning of sultan/emir wordt gekozen door de zgn. “kingmakers” uit weliswaar bestaande adellijke families. Bij de keuze wordt zorgvuldig naar de morele, d.i. maatschappelijke kwaliteiten van de kandidaten gekeken en dit gedurende een kiesperiode van maanden. Na lang en je mag wel zeggen wijs beraad wordt een koning/sultan aangeduid. Ik durf zeggen dat, voor zover mijn ervaring strekt, ik geen kennis heb van een “slechte” koning/sultan. Natuurlijk is de ene al wat beter dan de ander, maar ja bij de mensen, – en het blijven tenslotte mensen-, is dit ook zo.
De kern van een soortgelijke machtsstructuur in tegenstelling tot die van de parlementair gekozenen vind ik dat deze koningen/sultans/emirs/chiefs dagdagelijks ingebed zijn in de maatschappij: zij wonen onder en leven met de mensen, hebben elke dag hun zittingen waar de gewone man uit de straat gehoord kan worden, onderhouden ook materieel/financieel honderden laat staan duizenden mensen, afhankelijk van de grootte van hun grondgebied.
Kortom, de impact van hun beslissingen is veel minder vrijblijvend dan bij een parlementair gekozene. Het enige risico dat een parlementariër loopt is dat hij niet meer herverkozen wordt als hij het te bont maakt en dus ook geen inkomen meer heeft. De consequentie van de traditionele leidersmacht in Nigeria is dat elke beslissing op hem terug slaat: in morele, maar vooral ook materiële zin. Hij wordt er echt niet rijker door, hoor.
Dit kan goed geïllustreerd met het volgende: Nigeria is een federale staat met 36 staten met aan het hoofd van elke staat een gouverneur. Dit laatste is jaren lang een perfect kanaal geweest om zijn zakken te vullen. Het was een publiek geheim dat, zodra iemand tot gouverneur gekozen was, hij zo maar uit de staatskas kon graaien en het meestal ook deed.
Corruptie mogelijk dankzij hulp van het Westen :
Natuurlijk is het gemakkelijk om als Westerling aan de zijlijn te staan en de stelling te poneren dat de hoofdoorzaak van de armoede de corruptie van de elite is. Ik besef dit ten volle. En ik begrijp ook dat de corruptie aldaar slechts mogelijk gemaakt kan worden met de hulp van de Westerlingen, in het bijzonder dank zij de bereidwillige hulp van Westerse bankiers. De miljarden US dollars, -en ik vrees te moeten stellen dat het hier inderdaad om miljarden gaat-, die het land verlaten hebben, bevinden zich in Westerse banken of zijn geïnvesteerd in onroerend goed in het Westen. Ter illustratie, de laatste militaire leider Sani Abacha zou tussen 1993 en 1998 waarschijnlijk minimaal 10 miljard US $ op Westerse rekeningen geplaatst hebben. Zowel Zwitserland als de UK hebben reeds miljarden terugbetaald. En vooral Zwitserland heeft schaamteloos van deze situatie gebruikt gemaakt om zich voor te doen als het financiële geweten en bij de terugbetaling aan Nigeria voorwaarden durven opleggen (dat het enkel voor bepaalde projecten zou mogen gebruikt worden). Wat een schaamteloosheid, zou ik zeggen: eerst heler zijn van gestolen goederen en daarna bij de teruggave nog eisen durven stellen. We vergeten dan nog even dat de Zwitserse advocaten en administratie ook nog eens met meerdere miljoenen onkosten op de proppen gekomen zijn. Ik word er ziek van als ik het schrijf.
Begin van strijd tegen de corruptie dankzij de zich herstellende macht van de traditionele leiders :
Dit verhaal van corruptie moet wel genuanceerd worden, -juist vandaag.
Inderdaad merken we met de nieuwe president Yar’Adua, die nu stilaan ingeburgerd geraakt, een breuklijn.
Alle tekenen wijzen er op dat hij inderdaad de corruptie wilt bestrijden.
De selectie van de kandidaat-gouverneurs gebeurt gewetensvol. Corrupte gouverneurs en topambtenaars worden afgezet. En wat afgelopen weken aan het gebeuren is, daaraan kan het Westen een voorbeeld nemen! Het nieuwe hoofd van de Centrale Bank van Nigeria, Sanusi Lamido Sanusi, heeft verschillende CEO’s van de grootste privé-banken ontslagen (hij heeft daartoe de formele macht) en zelfs doorverwezen naar de “Economic and Financial Crime Commission (EFCC)”, de wettelijke waakhond van de overheid op het vlak van economische en financiële criminaliteit. Deze EFFC heeft deze CEO’s en medeplichtigen reeds in hechtenis genomen en ze zijn reeds in eerste aanleg voor de rechter verschenen: “in the dock”. Het gaat daar allemaal zeer vlug. Niet alleen zijn de bankiers ontslagen en worden al hun binnenlandse en buitenlandse bezittingen onderzocht, maar is ook de lijst publiek gemaakt van de belangrijkste schuldenaars van die banken. Er wordt van hen geëist dat ze hun schulden tegen een bepaalde deadline moeten terugbetalen,- met bedreiging van inbeslagname. Hieronder bevinden zich de tyconen van het Nigeriaanse economische en financiële establishment, wiens namen zelfs bij Forbes vernoemd worden als rijkste Afrikanen. Dergelijk kordaat optreden van een overheid tegen personen van uiteindelijk haar eigen kringetje zie ik hier in het Westen nog niet gebeuren. De eerste bankier moet hier in Europa omwille van de “bankencrisis” nog altijd “in the dock” verschijnen. Ja, we hebben Bernard L. Madoff gehad, maar dat was in mijn ogen een te gemakkelijke prooi, te voor de hand liggend: als we deze eenling straffen, is de goegemeente tevreden en blijven de andere bankiers buiten schot.
En trouwens, het gaat er dan in Nigeria ook ruw aan toe, hoor: “ongeacht het aanzien des persoons”. Zo werd een van de CEO’s, mevrouw Cecilia Ibru, die toch een werkelijk luxueus leven gewoon is (en geloof me, de luxe is daar werkelijk luxe met paleizen, privé-jet, etc.), zonder pardon in een cel van 4 muren zonder ramen gestoken. De generator van de airco niet functioneerde wegens gebrek aan diesel met als gevolg dat de cel vol vliegen zat. Men leeft in Nigeria een hard leven en wraak kan er meedogenloos zijn.
Dus heb ik inderdaad de indruk dat nu de eerste serieuze stappen gezet worden in de strijd tegen corruptie.
Wellicht de belangrijkste drijvende kracht in deze strijd tegen de corruptie zijn de traditionele leiders. Hun macht is groeiende. De huidige president Yar’Adua, die zelf uit een adellijke familie komt, luistert veel naar hen. Minstens één keer per maand worden de belangrijkste koningen, sultans/emirs, chiefs naar de hoofdstad Abuja geroepen om raad te geven aan de president en niet voor enkele uren, maar dagen.
Er ligt trouwens een amendement op tafel om de macht van de traditionele leiders meer te formaliseren in de geplande aanpassing/amendering van de Grondwet van 1999. De senaat gaat er binnenkort aan beginnen. Ik zelf zou graag zien dat de helft van de senaatzetels niet gekozen, maar toegewezen zou worden aan de belangrijkste traditionele leiders.
” Braindrain ” :
Een ander probleem, dat in de analyse van Nigeria nauwelijks onder de aandacht komt, is dat van de “braindrain”.
Miljoenen Nigerianen leven in de diaspora, de meesten in de USA en UK en velen onder hen zijn universitair geschoold. Daarnaast heb je in de diaspora ook nog wel enkele duizenden kleine gangsters, die inderdaad de naam van Nigeria door het slijk halen. Dat ter zijde.
Maar inderdaad, het gebrek aan een goed geschoold topkader vormt een pijnlijk gegeven voor Nigeria. Een goede materiële stimulans zou dit euvel kunnen verhelpen: lok deze artsen , ingenieurs, leerkrachten naar Nigeria met eenzelfde salaris als wat ze in de USA of UK verdienen en bezorg hen een goede woning, privé-school voor hun kinderen, goed pensioen, etc.
Daarbij zou het niet ongepast zijn dat het Westen een deel van de rekening betaalt. Dat zou pas échte “ontwikkelingshulp” zijn, – in plaats van zilverpapier te verzamelen voor de ocharme zwarte negerkes of een waterput te boren met 3000 € netto per maand plus onkosten op je bankrekening.
Noord-Zuid tegenstelling : een religieus conflict? Neen
We moeten durven constateren dat de Noord-Zuid tegenstelling nog steeds bestaat en vooral uitgespeeld wordt.
Deze tegenstelling of wrijving wordt dan snel vertaald in een religieus conflict tussen de moslims uit het Noorden en de christenen uit het Zuiden.
Na analyse blijken deze voorvallen duidelijk georkestreerde acties te zijn vanuit een politieke minderheid bedoeld om het land te destabiliseren. Ter vergelijken maar in mindere mate met wat er gebeurd is in het voormalige Joegoslavië: hier werden islam en christendom toch ook gebruikt door de machtswellustelingen om de volkeren van Kroatië, Servië en Bosnië-Herzegovina tegen elkaar uit te spelen.
Maar goed het valt niet te ontkennen dat de tegenstelling bestaat of graag gevoed wordt. Naar mijn mening is deze van dezelfde orde als deze tussen Vlamingen en Walen: de mensen leven in feite in harmonie met elkaar en gaan graag bij elkaar op bezoek; het zijn de politici, die graag om welke reden ook het verschil tot conflict maken.
Maar in het algemeen kan je concluderen dat de twee grote religies in Nigeria in harmonie met elkaar leven .
Ik heb daarvoor zo mijn eigen verklaring en deze is gestoeid op een 10-tal jaren ervaring in Nigeria onderbouwd met vele gesprekken met religieuze en traditionele leiders aldaar.
Zeker als je zoals ik in deze kringen verkeert, merk je dat er van een tegenstelling tussen christendom en islam totaal geen sprake is. Ik ken christelijke chiefs, die moslim geworden zijn en moslim chiefs die christen geworden zijn.
Zoals het de gewoonte daar is, wordt elke vergadering – ook de zakelijke – geopend met een gebed. De ene keer bidt een moslim voor, de andere keer een christen. Daarbij word ik, die noch het een noch het ander ben, niet afkeurend bekeken of tot iets gedwongen. Weet je, alles gaat daar zo normaal. Zo is een van de belangrijkste koningen christelijk en monogaam getrouwd, maar is zowel christelijk als islamitisch grootgebracht.
Zij maken er onderling geen halszaak van.
Hoe komt dit nu ? Hierbij een mogelijke verklaring .
Tegen het licht van de eeuwigheid zijn islam en christendom in hun ogen van voorbijgaande aard, zij vormen slechts de taal van het moment. De echte religieuze belevenis is die van respect voor mens en natuur en in nauwe verbondenheid met de voorouders. Dit wordt door ons het animisme genoemd. Het animisme legt in alles een ziel, een “anima”. En niet alleen de mensen hebben een ziel, ook de natuur heeft dat. En daarom moet alles gerespecteerd worden. Deze levensbeschouwing brengt een moraal mee van respect, tolerantie, bescheidenheid.
En het is dit principe van respect voor iedereen dat een onderlinge verdraagzaamheid geeft.
Dus, als er al eens erupties zijn, die als religieus bestempeld worden, zijn deze naar mijn mening georkestreerd: bendes zijn er altijd te vinden, die tegen betaling de massa opruien. Dit was tot nu toe de geijkte strategie van kandidaat-gouverneurs.
Maar wat dan met de Niger Delta opstanden? Hoe moeten deze bestempeld worden?
Naar mijn mening moeten deze opstanden van de laatste twee jaar in het olierijke gebied beschouwd worden als de hedendaagse voortzetting van het Biafra-conflict van 1967-1970.
Ze zijn oorspronkelijk gestart als gerechtigde acties, die opkwamen voor de belangen van de plaatselijke bevolking: niet alleen de sociale structuur, maar ook de natuur aldaar is geruïneerd door Shell, Exxon,etc. en daarbij kwam nauwelijks iets terug van de olieopbrengsten naar hun eigen mensen. Je moet er geweest zijn om de deplorabele situatie van mens en natuur aan te voelen.
Echter deze rechtvaardige verzetsbeweging is voor een deel gecapteerd door gangsterbendes, die slechts op één ding uit zijn: geld. En dit bereiken ze zowel door kidnapping van mensen als door diefstal van olie, die ze dan verkopen aan de multinationals. Ja, je leest het goed, de multinationals kopen wetens en willens deze gestolen olie tegen een prijsje op. Ik ken het mechanisme heel goed: het is aan onze groep van mensen aldaar ook verscheidene keren aangeboden.
Er is echter een oplossing in de maak. De federale regering heeft een amnestie afgekondigd voor de “echte” verzetsstrijders en de belangrijkste verzetsbeweging (Movement for the Emancipation of de Niger Delta – MEND) heeft dit aanvaard. Daarbij zal dan verder onderhandeld worden over een evenwichtigere verdeling van de olie-inkomsten. Nu moet alleen de transfers van het geld naar de regio nog direct en transparant geregeld worden. Onder Obasanjo ging er ook al extra geld naar deze regio, alleen bleef het meestal aan de vingers plakken van gouverneurs en andere hoge ambtenaren.
Wat is onze conclusie: is Nigeria de reus van Sub-Sahara Afrika?
Het kan het worden. Maar ja, wat betekent dat? Natuurlijk is dit maar een manier van uitdrukken.
Ter conclusie zou ik zeggen dat ik min of meer optimistisch ben over de toekomst van het land:
– het is een jonge, zeer jonge en dynamische bevolking: goed werkvolk
– het land is in potentie enorm rijk: de ondergrond zit vol mineralen en de bodem is voor het grootste deel perfecte landbouwgrond
– de strijd tegen de corruptie, oorzaak nr.1 van de armoede, heeft een aanvang genomen
– met de groeiende macht van de traditionele leiders komt er meer stabiliteit
(Uitpers, nr. 113, 11de jg., oktober 2009)