De crisis van de klassieke politieke wereld en van de democratische instellingen, heeft veel nieuwsoortige politieke bewegingen verwekt. De representatieve democratie kraakt, bewegingen bouwend op “sociale media” zouden ‘de democratie’ nieuw leven moeten inblazen. In Frankrijk bracht La République en Marche (LREM) die Emmanuel Macron (de EM in de naam verwijst ook naar hem) in het Elysée. Ter linkerzijde bloeide La France Insoumise (LFI) op de ruiïnes van PS en PCF. En in Italië kwam dit jaar de MoVimento Cinque Stelle (M5S), Vijfsterrenbeweging, aan de macht. Maar veel democratischer zijn Frankrijk en Italië niet geworden, we vinden zelfs integendeel.
Representatief
De representatieve democratie met als kern een door de burgers verkozen parlement, en soms ook staatshoofd, draait al lang vierkant. Het is uitzonderlijk dat een parlement werkelijk optreedt als vertegenwoordiging van het volk, er wordt nauwelijks echt gedebatteerd, de uitslag ligt bij voorbaat vast. De gekozenen van de regerende meerderheid volgen immers de voorstellen van de regering, zelden komt het initiatief van de volksvertegenwoordiging zelf.
Het onbehagen uit zich meer en meer in lage opkomstcijfers. Er zijn uitzonderingen. Als het zoals in het Verenigd Koninkrijk twee jaar geleden om duidelijke tegenstellingen gaat, tussen Conservatieven en Labour, trekken veel burgers naar de stembus. De Franse parlementsverkiezingen vorig jaar zagen in de eerste ronde nog 49 % opkomst, in de tweede 43 %%, en dat v lak na de verkiezing van Macron tot president en met een kersvers aanbod, LREM. Bij de recente midterm verkiezingen in de VS was er een ongeziene hoge opkomst, dat is 48 %.
Surplace
Met het interne partijleven is het al lang niet beter gesteld. Maar in het nieuwe aanbod is dat zo mogelijk nog erger.
Bij La République en Marche is de vertwijfeling bij gekozenen en (slinkende) aanhang erg groot. De beweging van de ‘gilets jaunes’ heeft pijnlijk blootgelegd hoe groot de kloof is tussen LREM – soms zelfspottend La République en surplace (die ter plaatse trappelt) gedoopt – en de samenleving. Zeker, niet alleen LREM ziet een kloof, ook de rest van de politieke – en syndicale – wereld, stelt vast dat er een grote afstand is tussen hun wereld en die van de contestatie.
De schok is des te groter omdat LREM zich aandiende als de vertegenwoordiging van de maatschappij in beweging. Maar in plaats van een horizontale beweging, is ze van in het begin bijzonder verticaal: de zeer beperkte leiding, zijnde een kleine groep rond Macron, neemt de beslissingen, de achterban verdedigt die. Premier Edouard Philippe, die zelf geen lid is van LREM, verweet haar gekozenen dat ze het regeringsbeleid inzake de brandstoffen te weinig hadden verdedigd.
De luttele gekozenen die dat wel hadden geprobeerd, kregen op het terrein echter het deksel op de neus. We hebben geen voeling meer met de samenleving, klaagden ze. Bovendien kunnen ze op nog weinig actieve aa hang rekenen. Militanten zijn er nooit echt geweest. De structuur van LREM is zo vaag, dat er van interne democratie geen sprake kan zijn, hoe hard sommige daar sinds kort op aandringen. De leider van LREM wordt hoe dan ook aangeduid door het Elysée.
LREM claimt bijna 400.000 “leden” die zich via Internet aanmeldden. Via dat Internet kunnen ze deelnemen aan “microlearning”, lessen van telkens 8 minuten over actuele onderwerpen om zo het regeringswerk te verdedigen. Het was ook de bedoeling via Internet de lokale comités te animeren, maar op de website van LREM ziet men bij diverse rubrieken “dat er nog geen activiteit is gepland”.
Gazeux
Bij het linkse La France insoumise (LFI) van Jean-Luc Mélenchon zijn ze in hetzelfde bedje ziek. We zijn geen partij, maar een beweging, niet verticaal of horizontaal, “mais gazeux”, aldus Mélenchon die het heeft over transversale communicatie tussen punten”. Een van de kopstukken, Manuel Bompard, spreekt over “een polycentrische en collectieve vorm an coördonatie en animatie”.
Dat klinkt allemaal zeer nieuw, maar betekent het ook iets? LFI zegt dat er 550.000 virtueel aangeslotenen zijn. Wie aangemeld is, kan deelnemen aan een soort virtuele kaderschool, vormingen zoals klassieke partijen die vóór Internet hadden. LFI verschaft de achterban argumenten om de standpunten van de beweging te verdedigen. LFI heeft ook een “ideeënbus” als vorm van interne inspraak…
Gazeux? LFI heeft alleszins niet de transparantie van gas. In theorie kunnen de aangeslotenen deelnemen aan het uitstippelen van de politieke lijn. Maar er is geen enkele structuur om dat daadwerkelijk mogelijk te maken, men zit individueel of via kleine groepen voor het scherm. Er zijn geen statuten, geen organigram, wat in de praktijk betekent dat de chef en zijn onmiddellijke omgeving de politieke lijn bepaalt. De komende Conventie – 8 december in Bordeaux – zal daar geen verandering in brengen, dat wordt vooral de lancering van de campagne voor de Europese verkiezingen.
Sterren
De Italiaanse Cinquestelle (M5S) ging LREM en LFI vooraf met de “Internet-democratie”. Wat in theorie een volkomen horizontale beweging had moeten worden, is snel uitgegroeid tot een van de meest verticale politieke formaties van het continent. De beweging is zelfs juridisch verstrengeld met de Associazione Rousseau die in handen is van Davide Casaleggio. Dat is de zoon van wijlen Gianroberto Casaleggio, samen met Beppo Grillo de oprichter van M5S. Rousseau, en dus Casaleggio, beheert de website en zo het politieke leven van M5S. Telegeleide democratie.
De Vijfsterrenbasis kan via deze website haar mening geven. Als die echter niet overeenkomt met wat de leiding wil, houdt deze laatste daar gewoon geen rekening mee. Er is ook weinig toezicht op de werking van de site, het regent al jaren klachten over manipulatie.
Bij de regeringsformatie deze lente werden dat de belangrijke beslissingen genomen ten huize Casaleggio, van Casaleggio & associati. Casaleggio plaatste de beheerder van Rousseau, Pietro Dettori, in Rome als kabinetschef van de premier, met als opdracht de parlementsleden van M5S en de ministers in de hand te houden. Hij moet ervoor zorgen dat de parlementsleden voor de regeringsvoorstellen stemmen. Wie de discipline niet volgt, riskeert sancties. Wat enkele parlementsleden van M5S te wachten staat omdat ze deze week weigerden het decreet veiligheid en migratie van de uiterst-rechtse minister van BinnenlandseZaken Matteo Salvini, goed te keuren. Waar zit dan de vernieuwing van de politiek als het parlementaire leven net zoals voorheen volledig in handen is van een klein cenakel?
Italië had in 1993 al de spectaculaire geboorte meegemaakt van een volledig nieuw politiek project, Forza Italia van Silvio Berlusconi. Verticaler kon moeilijk, de bedrijfsleiding van Berlusoni’s Fininvest werd de leiding van de partij. Het contact met de ‘supporters’ (geen leden) verliep via zijn tv-imperium Mediaset. Berlusconi presenteerde zijn Forza Italia met succes als ‘il nuovo’, het nieuwe.
Podemos
Is het linkse Podemos in de Spaanse staat in datzelfde bedje ziek? Pablo Iglesia heeft misschien wel de ambitie om alles naar zijn hand te zetten. Maar binnen Podemos is er wel een gestructureerd intern politiek leven. Aan de basis zijn er de assemblees waar over diverse posities wordt gediscussieerd en gestemd, waar afgevaardigden worden gekozen.
Zoals bij voorbeeld voor het 2e nationaal congres vorig jaar waar twee politieke stellingen tegenover elkaar stonden. Die van Iglesias voor het accent op de sociale strijd en voor alliantie met Izquierda Unida (Verenigd Links). Met daar tegenover de visie van Íñigo Errejón, die meer het accent legde op werk in het parlement en samenwerking met de socialistische PSOE. Iglesias werd herverkozen als algemeen secretaris met meer dan 89% van de stemmen. 56% van de militanten stemde voor zijn programma, tegen 34% voor het programma Errejón.
Binnen Podemos zijn er diverse tendensen die de mogelijkheid hebben hun posities onder de 500.000 leden te verdedigen. Tendensrecht is een wezenlijke voorwaarde om van interne democratie te kunnen spreken. Noch bij LREM, noch bij LFI of M5S is daar sprake van.
Primaires
Nieuwsoortige groepen en nieuwe methodes. Diverse klassieke politieke partijen doen allerlei pogingen democratische vernieuwers over te komen. Onder meer met een uit de VS overgewaaide methode: voorverkiezingen, primaires.
Voorverkiezingen onder de leden, zoals de Franse PS deed voor de aanwijzing van een kandidaat voor de presidentsverkiezingen, ligt dan voor de hand. Men laat de geëngageerde achterban beslissen. Maar sommige partijen maken er een public relations operatie van en gooien dat zogenaamd heel democratisch open. Zoals de Italiaanse centrumlinkse PD die de verkiezing van een kandidaat-premier overlaat aan open primaires, iedereen kan dan naar het stemhokje, zodat men niet alleen sympathisanten van de eigen partij maar ook bij voorbeeld rechtse militanten laat meebeslissen.
Dat gebeurde ook in Frankrijk waar de rechtse Les Républicains voor de presidentsverkiezingen open primaires hield waar onder meer linksen aan deelnamen om ex-president Nicolas Sarkozy te dwarsbomen. Wat is er democratisch aan het feit dat buitenstaanders mee beslissen over de interne leiding of vertegenwoordiging van een partij. Democratischer is ervoor te zorgen dat de eigen basis actief wordt betrokken bij beslissingen, zeker bij de keuze van de leiding.
Regels
Dat vergt dan weer structuren en regels. Het klinkt vermolmd, het ruikt naar oude politiek. Maar veel “oude” partijen raakten vermolmd omdat er van interne democratie al lang geen sprake meer was. Partijcongressen van welke strekking dan ook, zijn meestal pr-evenementen, goed geregisseerd om goed over te komen op het scherm; het is zelden nog de afronding van interne politieke discussies. De partijen ondergingen misschien de depolitisering van de samenleving, maar ze hebben daar zelf ook grote schuld aan.
Kunnen de democratische instellingen herleven met methodes referendums, of loting? Referendums zijn geen mirakeloplossing, complexe problemen worden noodgedwongen herleid tot één of twee zinnen zonder enige nuance. Je kan een vraag niet amenderen.
En wat als het antwoord van de kiezer tegenvalt? Zoals vorige week op Taiwan waar de kiezers zich duidelijk uitspraken tegen het homohuwelijk. Het referendum over de luchthaven Notre-Dames-des-Landes bij Nantes werd een tegenvaller voor de tegenstanders van de aanleg (de regering besliste nadien dit toch te schrappen). Bij de EU werden tegenvallende referendums in Ierland, Frankrijk en Nederland (die laatste over de EU-grondwet in 2005) genegeerd of omzeild. Wie wil het risico lopen in Italië een referendum te organiseren over migratie? Of zou men het referendumrecht moeten beperken tot “correcte onderwerpen”. Zoals nucleaire energie? Wie durft zweren bij het resultaat?