Onze moderne geschiedenis is doorspekt met misvattingen, en daar moet volgens Jacques R. Pauwels dringend iets aan gedaan worden. Met enkele nieuwe (soms controversiële) inzichten gaat hij in zijn boek twaalf mythes te lijf.
Er schort nogal wat aan de geschiedenis die ons wordt aangeleerd. Dat is wat de Belgische historicus Jacques R. Pauwels duidelijk wil maken met zijn jongste boek. In twaalf hoofdstukken gaat hij enkele mythes te lijf die in onze geschiedenislessen zijn geslopen. Zo hakt hij in op de Franse Revolutie, de Wereldoorlogen en de opkomst van Hitler.
In een vlot leesbare stijl stelt hij terecht enkele misvattingen aan de kaak. Was de opkomst van de NSDAP en dus van Hitler wel zo democratisch? Waren er helemaal geen sturende krachten achter de schermen? En wat met de Eerste Wereldoorlog? Was dat ergens niet waar een bepaalde elite op had aangestuurd? Pauwels werpt alvast een heel nieuw licht op de gebeurtenissen waar we denken zo veel over te weten.
Het boek is dan ook een flitsende aaneenschakeling van gebeurtenissen, waarbij de ene de andere in de hand werkt. Maar die drang om het grote achterliggende beeld te schetsen en het reactionaire karakter van de moderne geschiedenis bloot te leggen, is tegelijk ook wat Pauwels zelf in de mist doet gaan. Hoewel zijn beweren heel plausibel klinken, missen ze vaak geloofwaardigheid net doordat hij te weinig in detail treedt. Zo heeft hij het in de hoofdstukken over de twee Wereldoorlogen vaak over corporaties die aanstuurden op oorlogen om er hun voordeel uit te halen, maar slaagt hij er niet in die stellingen te concretiseren met namen of cijfers. En laat dat, de transparantie en de referenties, net onmisbaar zijn bij elk historisch werk.
Ook de toon van het boek valt hier en daar wat zwaar uit. Pauwels beweert met De Grote Mythen van de Moderne Geschiedenis aan te willen tonen dat “onze helden” niet altijd zo goed waren als we wel eens durven beweren, maar omgekeerd is hij van hetzelfde bedje ziek. Neem bijvoorbeeld de Franse Revolutie: in zijn pleidooi vaart hij in tegen het discours dat Napoleon Bonaparte de orde en glorie kwam herstellen. Tegelijkertijd vraagt hij om meer nuance in het verspreide beeld van Robespierre, maar minimaliseert daarvoor iets te gretig de gruwel die plaatsvond onder het jakobijnse bewind.
Hoewel het boek hier en daar dus wel wat schort, vooral omdat sommige controversiële weerleggingen te weinig worden voorzien van de nodige details en referenties, is het boek wel degelijk een meerwaarde voor zij die op zoek zijn naar nieuwe inzichten in klassieke gebeurtenissen. De Grote Mythen van de Moderne Geschiedenis slaagt erin de leegte in de geschiedenisboeken op te vullen: het winstbejag van de grote verdieners blijft nog te vaak onder de oppervlakte.