Het ziet er naar uit dat de nieuwe bewindsploeg in het Witte Huis zich minder zal aantrekken van wat vriend en vijand in het buitenland zegt en denkt. Ze stellen "America first", en willen eigengereid hun weg gaan om de vitale belangen van het land veilig te stellen. Problemen met de partners van de NAVO kondigen zich duidelijk aan. China en Rusland hebben al waarschuwingen de wereld ingestuurd. Een nieuwe bewapeningswedloop zou er wel ’s gevolg kunnen van zijn.
Met de Bush-regering zal er naar alle waarschijnlijkheid wel een en ander wijzigen aan het internationaal beleid van de Verenigde Staten. G.W.Bush heeft in z’n kiescampagne herhaaldelijk gezegd dat hij zijn buitenlandse en defensiepolitiek wil concentreren op een aantal gebieden die van levensbelang zijn voor de VS. Hij noemde daarbij expliciet het Midden-Oosten, China, Rusland.
Zijn vice-president, Dick Cheney, was in de regering van vader Bush, minister van Defensie. Iemand dus die zeker ook de zaken hoofdzakelijk van de suprematiepositie van de USA bekijkt. Hij is misschien nog meer dan president G.W.Bush de vertegenwoordiger van de petroleumbedrijven. Als minister die de Golfoorlog gemanaged heeft, kreeg hij achteraf een lucratieve job in de oliesector, met name bij de dienstverleningsgroep Haliburton, die boortorens en -platforms levert bijvoorbeeld en honderden miljoenen dollars verdiende bij het blussen van de olieputten en de wederopbouw van de olievelden in Koeweit. Normaal dus dat dit presidentieel team het Midden-Oosten tot de gebieden rekent die van levensbelang zijn voor de Verenigde Staten.
De nieuwe bewindsploeg zal zeker ook De Kaukasus en Centraal-Azië een vitale rol toebedelen omwille van de olie- en aardgasreserves. Meteen blijven de landen die een ontsluiting van dit gebied mogelijk maken van cruciaal belang: Turkije, Iran, Pakistan en de twee groten China en Rusland.
Eigengereid isolationisme
De samenstelling van zijn ploeg die het buitenlands beleid vorm zal geven lijkt een en ander toch te bevestigen. De benoeming van Condeleeza Rice als veiligdheidsadviseur benadrukt inderdaad duidelijk de meer eigengereide isolationistische lijn. Mevrouw Rice heeft bijvoorbeeld altijd een snelle terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit de Balkan voorgestaan. Zij meent dat de Europeanen hun achtertuin maar moeten beheren. Ze pleit ook voor doelmatiger gebruik van de middelen en meent dat een reeks buitenlandse basissen waarschijnlijk niet nodig zijn voor de goede verdediging van het land. De USA moet zich niet intensief met alles bemoeien. Zij is een uitgesproken vertegenwoordiger van de "vitale belangen"-politiek, waarbij Washington alleen beslist hoe, waar en wanneer het moet optreden. De inspanningen om de internationale instellingen op de VS-posities te krijgen, zoals vader Bush tijdens de Golfoorlog die zich getroostte, zullen wellicht totaal tot het verleden behoren. Binnen de NAVO zal er nog minder naar de Europese partners worden ‘geluisterd’ dan nu het geval was. "America first" is het devies.
Militaire overmacht
De aanstelling van Colin Powell zet dus de voormalige baas van het verzamelde commando over land-, lucht- en zeemacht op de post van minister van Buitenlandse Zaken. Onder zijn leiding werd de Golfoorlog gevoerd. Hij bracht de nieuwe oorlogsstrategie in praktijk die een superioriteit aan de luchtmacht verleende, en slechts een bijkomende rol toebedeelde aan bijvoorbeeld het landleger. Hij speelt nu misschien wel de rol van (zachte) tegenhanger van C. Rice om vooral de NAVO-partners wat te sussen. Hij was er met name als de kippen bij om de terugtrekking uit Kosovo minder absoluut te laten klinken. Maar als voormalig opperbevelhebber van ’s werelds machtigste leger zal hij eerst en vooral ook de uitvoerder zijn van een beleid dat inderdaad ten volle steunt op militaire overmacht en dominantie in alle legeronderdelen.
Rakettenschild
De minister van Defensie bekleedt eveneens een functie die van belang is voor het buitenlands beleid. Hier benoemde Bush Danald Rumsfeld, die reeds onder president Ford (na Nixon’s impeachment) minister van Defensie was. In die tijd was hij de man die de daling in de defensiebudgetten (na de Vietnamoorlog) tegen ging door een reeks moderniseringsprogramma’s voor strategische en conventionele wapensystemen op te zetten. Zijn allereerste aandachtspunt als nieuwe minister van Defensie gaat ook nu naar het budget. Voor hem is het nog steeds een "open vraag" of de Bush-regering bijkomende fondsen zal voorstellen.
In de periode 1997-98 was hij voorzitter van de congrescommissie die een onderzoek deed naar de rakettendreiging die over de Verenigde Staten hing. Deze club kwam tot het besluit dat de piratenstaten Noord-Korea en Iran binnen de 5 jaar in staat zouden zijn om intercontinentale raketten te kunnen afvuren. Later ontpopte Rumsfeld zich tot een van de grootste verdedigers van het rakettenschild, NMD: National Missile Defense. Dat daarvoor de Anti Ballistic Missile Treaty1 moet worden overboord gegooid, lijkt hem helemaal geen zorg. "Het is een oud verdrag uit vervlogen tijden toen de Sovjetunie nog bestond. Vandaag is de technologische ontwikkeling helemaal anders" is meestal zijn antwoord. "Het is niet tegen Moskou gericht maar tegen Noord-Korea en Iran", voegt hij er aan toe.
Ook is hij een voorstander om het aantal buitenlandse militaire basissen verder te doen dalen. Hij steekt zijn mening niet onder stoelen of banken dat Saddam Hoessein moet worden omvergeworpen.
Over het NMD-rakettenschild is Donald Rumsfeld dus bijzonder duidelijk. "De president is hier zeker niet dubbelzinnig over geweest: hij wil het NMD installeren", zei hij zopas op een persconferentie van het Pentagon. De vorige president, Bill Clinton, had de beslissing hieromtrent in september 2000 uitgesteld. De Europeanen lopen niet warm voor deze nieuwe dreiging van bewapeningwedloop, en Denemarken en Groot-Brittannië zullen wel extra onder Europese druk komen omdat zij installaties op hun grondgebied moeten inschakelen in het detectieweb dat de USA nodig heeft.
De Russische president Vladimir Poetin heeft ermee gedreigd dat Moskou alle bestaande verdragen over bewapeningsbeheersing zal schrappen als de USA het ABM-verdrag opzeggen. De strategie van nucleaire massavernietiging dreigt dus ook in Rusland meer dan ooit aan belang te winnen. Ook China heeft al felle protesten geuit tegen de NMD-plannen.
We zullen nauwgezet moeten nagaan en volgen wat de defensieplannen in concreto gaan betekenen. Een en ander zou koren op de molen kunnen zijn van de advocaten voor een eigen zelfstandig en slagkrachtig Europees leger. De Europese Unie zou zich op die manier wel distantiëren van de supermacht USA, maar vaststaat dat dergelijke denkrichting, met name een Euroleger, een nieuwe felle bewapeningswedloop zal vergen. (Graag verwijzen in dit verband naar het artikel elders in Uitpers over het Europese Ruimte Agentschap ESA van Regina Hagen, waar een rapport pleit voor een militaire invulling van de ESA-opdrachten, GS) die enorme financiële middelen zal opslorpen, ten nadele van het lenigen van zoveel andere noden.
(Uitpers, februari 2001)
1
Dit verdrag stelt een plafond in, kan je zeggen, wat de rakettenafweer betreft. De filosofie achter dit verdrag gaat er van uit dat wie een nucleaire aanval lanceert door de tegenpartij toch nog moet geraakt kunnen worden, zodat deze "vrijwillige kwetsbaarheid" eigenlijk een ernstig obstakel wordt voor een mogelijke aanval met atoomwapens. Bovendien zou een zoektocht naar steeds betere afweer de bewapeningswedloop zeker op kwalitatief vlak bijzonder stimuleren, om steeds maar doeltreffender raketten te vinden die de slimme afweer toch kunnen omzeilen.