Het lijkt eigenaardig, maar het zijn de verliezers van het referendum over het statuut van Nieuw-Caledonië die feest vieren. Het voorstel om van dit Frans overzees gebiedsdeel een onafhankelijke staat te maken, werd zondag verworpen met 53,3 tegen 46,7 %. Het “non” (neen) is echter gekrompen tegenover het referendum van twee jaar geleden, en de voorstanders van onafhankelijkheid rekenen erop binnen twee jaar wel te winnen.
Drie referendums na elkaar, dat werd mogelijk door het akkoord van 1998. Dat akkoord kwam er toen na jarenlange agitatie van het FLNKS (Front de Libération Nationale Kanak et Socialiste) voor een onafhankelijke staat Kanaky-Nieuw-Caledonië in het zuiden van de Stille Oceaan, op 18.000 km van Frankrijk.
Kanaken
De scheidslijnen zijn etnisch. De Kanaken, de oorspronkelijke bevolking, zijn in zeer grote meerderheid voor onafhankelijkheid, de Franse inwijkelingen en hun nazaten tegen. De scheidslijnen zijn ook geografisch, de tegenstanders wonen vooral in de hoofdstad Nouméa en het zuiden van het grootste eiland, de Kanaken en verwante groepen in de rest van de archipel.
Nieuw-Caledonië werd in 1853 een Franse kolonie. Zoals het naburige Australië werd het kort daarop, tot 1897, een strafkolonie. In die periode werden er meer dan 20.000 veroordeelden naartoe gestuurd. Een Kanaakse revolte in 1878 werd bloedig onderdrukt, de Kanaken werden in reservaten ondergebracht.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er ook in Nieuw-Caledonië, vooral vanaf 1968, een dekolonisatiebeweging op gang. In 1984-1988 kwam het tot zware botsingen waarbij tientallen doden vielen. In het akkoord van 1998 werd dan voorzien om na 20 jaar een referendum te houden over het statuut. In 2018 werd onafhankelijkheid verworpen door 56,7 %, nu was dat gedaald tot 53,3 %, bij een opkomst van 85,7 %. Het FLNKS hoopt , geholpen door de demografie, over twee jaar tot een meerderheid voor onafhankelijkheid te komen.