Een van de eerste maatregelen die de regering van Tony Blair na haar verkiezingszege in mei 1997 nam, bestond erin de controle over de rente over te dragen aan het monetair comité van de Bank of England. In dat comité zat onder andere Anne Julius, voormalig medewerkster van de CIA. New Labour wou op die manier duidelijk maken dat het een nieuw soort verhouding wou met het internationaal geldwezen. Zoveel was direct wel duidelijk.
Het is maar een greepje uit de analyse die in "Cruel Britannia" van New Labours beleid wordt gemaakt. Nick Cohen is een columnist voor The Observer. Het boek brengt geen globale analyse, het is meer een verzameling van nauwkeurige observaties, van week op week, van Blairs concreet beleid. Cohen kreeg van sommige Labourkingen de lovende titel "Public enemy number 1 of Downing 10".
De kritiek van Cohen kreeg nochtans lof van Roy Hattersley, jarenlang een van de meest rechtse politici van Labour. Maar van oud Labour. Hattersley is blijven staan waar hij vroeger stond en intussen is hij rechts snel voorbijgestoken door Blair. Het doet me denken aan Camille Huysmans die nooit een erg linkse rakker was, maar niet naar rechts opschoof en zo indertijd werd voorbijgestoken door de voltallige BSP. Ook die zou nu echter allang zijn voorbijgestoken door Blair die volgens Cohen een eigen thatcherisme ontwikkelt.
De blairisten hebben trouwens nooit een geheim gemaakt van hun ambitie om de Britse politiek op een nieuwe leest te schoeien. Voor hen is New Labour een partij van de zakenwereld. En als regeerders laten ze het niet bij woorden. Zij hebben uitgesproken tegenstanders van de arbeidersbeweging opgenomen in de cenakels die het beleid van Labour en de regering bepalen. Mediamagnaat Rupert Murdoch is regelmatig te gast in Downing Street 10, maar tijdens de oorlog tegen Joegoslavië was ook Margaret Thatcher zelf een dagelijkse adviseur van Blair en diens minister van Buitenlandse Zaken Cook.
Cohen beschrijft week aan week de ontaarding van Labour. Zo had het partijcongres van september 1998 niets meer van een politieke bijeenkomst, maar alles van een kermis ter verheerlijking van big business gesponsord door onder meer de Amerikaanse elektriciteitsreus Enron. Toevallig kon Enron later een geprivatiseerde firma, Wessex Water Company, overnemen. Met de steun van big business is New Labour natuurlijk minder afhankelijk van de contributies van de vakbonden van de TUC en moet het zich minder aantrekken van de arbeidersbeweging.
Vandaar allicht dat gezondheidszorg geen prioriteit is, evenmin als het onderwijs. Want ondanks alle retoriek is het aandeel van de uitgaven voor die sectoren gedaald. New Labour deed wat de Conservatieven niet durfden, zoals het afschaffen van gratis hoger onderwijs en de privatisering van openbare scholen.
Een van de eerste maatregelen van New Labour was het verminderen van de toelagen voor alleenstaande moeders. New Labour gaf zijn vele vrouwelijke MP’s opdracht die maatregel goed te praten. Waar een grote vrouwelijke aanwezigheid goed voor is.
Minister van Binnenlandse Zaken Jack Straw heeft natuurlijk internationaal naam gemaakt rond Pinochet. Hij viel in 1997 het Conservatieve beleid aan dat gericht was op de privatisering van het gevangeniswezen; als minister zong hij de lof van privé-bedrijven in die sector omdat die het doen met minder en goedkoper personeel…
Maar New Labour legt veel meer de nadruk op een "ethische houding". Vandaar dat het Verenigd Koninkrijk zijn plaats als wapenexporteur nog verstevigt en dat minister van Buitenlandse Zaken Cook er geen graten in zag om met Soeharto, indertijd een goede klant van de Britse wapenfabrikanten, op de foto te komen.
Lord Blake, de huishistoricus van de Conservatieven, schrijft dan ook dat het grootste succes van Thatcher erin bestond het Britse socialisme te vernietigen door van Labour een tweede conservatieve partij te maken.