De VS en India werken nauw samen om te beletten dat de Nepalese Maoïsten steun van buitenuit krijgen in hun poging de macht te veroveren. Dat verklaarde de Amerikaanse ambassadeur in Kathmandu, James F. Moriarty, kort vóór de Nepalese premier, Sher Bahadur Deuba, in september naar India trok voor steun.
In India wordt openlijk gedebatteerd over de mogelijkheid dat India troepen naar Nepal stuurt om de Maoïsten daar van de macht te houden. Want ondanks de aanzienlijke buitenlandse steun, onder meer uit België, slaagt het Nepalese leger er niet in de Maoïsten terug te dringen.
Nadat de CPN(M), de Maoïstische Communistische Partij van Nepal, in augustus met succes de hoofdstad Kathmandu een week lang had geblokkeerd en zo haar invloed demonstreerde, stelde de Indiase regering koning Gyanendra gerust, India zou niet toelaten dat de Nepalese monarchie instort. Premier Deuba kreeg de maand daarop in New Delhi een stevig pakket militaire steun. Drie helikopters, 800 jeeps en vrachtwagens, 40.000 geweren, landmijnen, helmen, kogelvrije vesten en militaire opleiding.
Intussen hebben de VS hun militaire hulp bijna verdubbeld, van 22 miljoen tot 40 miljoen dollar. Amerikaanse militairen houden gemeenschappelijke oefeningen met Nepalese collega’s. Washington plaatse de CPN(M) al eerder op zijn lijst van terreurbewegingen om internationale steun aan de Maoïsten te bemoeilijken. De Amerikaanse onderminister voor Zuid-Azië, Christina Rocca, pendelt regelmatig tussen Kathmandu en New Delhi om de Indiase Nepal-politiek op die van Washington af te stemmen.
Washington is ook bezorgd over de inspanningen van de Nepalese Maoïsten om in het buitenland steun te werven. Zij vormen samen met Indiase groepen de kern van een Maoïstische Coördinatiecomité voor Zuid-Azië. Washington is ook bezorgd over de diplomatieke activiteiten van de CPN(M) in Duitsland en België.
India
India heeft de voorbije maanden alles in het werk gesteld om de grens met Nepal beter te controleren, terwijl het in India verscheidene Nepalese Maoïstische leiders oppakte. Sommige werden zonder meer aan de Nepalese overheid uitgeleverd, anderen – die meer bekend zijn – blijven in India opgesloten, er bestaat geen uitleveringsverdrag tussen beide landen. Maar Deuba onderhandelde in New Delhi ook over het sluiten van een dergelijk verdrag.
New Delhi wil de wankelende Nepalese monarchie redden omdat de regerende Rana dynastie traditioneel helpt om de Indiase invloed in Nepal te handhaven. Er zijn in Kathmandu – en in Washington – sterke geruchten dat de ophefmakende moord op 1 juni 2001 op koning Birendra en zijn familie geïnspireerd was door de Indiase geheime dienst, mogelijk in samenwerking met de CIA die daarmee het ‘cordon sanitaire’ rond China wou verstevigen. Die samenzweringstheorie wordt alleszins gevoed door de daaropvolgende gebeurtenissen. De nieuwe koning ontbond twee jaar geleden het parlement, nam zelf de leiding van het leger, militariseerde de politie en deed meer en meer een beroep op Indiase en Amerikaanse steun tegen de Maoïsten.
De Indiase regering heeft nog een andere reden om de Nepalese Maoïsten te bestrijden. Ze vreest dat hun opmars aanstekelijk werkt op de Indiase groepen die zich op het maoïsme beroepen. Die groepen zijn nationaal gesproken marginaal, maar de PWG (People’s War Group, Groep Volksoorlog) is sterk ingeplant in een arme staat als Andra Pradesh, terwijl de MCC (Maoist Communist Center) veel aanhang heeft in het nog armere Bihar, dat aan Nepal grenst. De PWG hield in september in Hyderabad, hoofdstad van Andra Pradesh, een massabijeenkomst die zo massaal was dat het grote voetbalstadion nauwelijks volstond. De meeting kwam er kort nadat bekend werd dat de nieuwe regering van die deelstaat onderhandelingen met de PWG wou beginnen. Intussen hebben PWG en MCC beslist samen te smelten tot de CPI(M), Communistische Partij van India (Maoïstisch), en gezamenlijk de Nepalese Maoïsten te steunen.
Wankele koning
India en de VS hebben redenen bezorgd te zijn om het lot van de Nepalese monarchie. Al telt het Nepalese koninklijk leger nu 138.000 manschappen die door het buitenland – waaronder België – bewapend en opgeleid worden, toch slaagt dat leger er niet in, in het offensief te gaan. Zij controleren nog wel de volkrijke vallei van Kathmandu en talrijke districthoofdsteden, maar daarbuiten zijn het de Maoïsten die hun administratie uitbouwen. De Maoïsten beweren twee derde van het land te controleren en 25.000 manschappen te hebben, ondersteund door 100.000 leden van ‘volksmilities’. Dit kan overdreven zijn, maar de Maoïsten hebben sinds de oprichting van hun “Volksbevrijdingsleger” in 2001 alleszins grote vorderingen gemaakt.
De Nepalese Maoïsten zijn trouwe volgelingen van Mao’s “Langdurige Volksoorlog”, met de geduldige inplanting in delen van het platteland, verzwakking van de tegenstander, uitbouw van een eigen machtsbasis om zo de steden te omsingelen en tenslotte de centrale macht te nemen. Volgens de CPN(M) staan ze voldoende sterk om nu over te gaan tot de laatste fase, het strategisch offensief. De partij zegt ook in de steden voldoende aanhang te hebben om het offensief te starten.
Tegelijk voeren ze ook een politiek offensief. Ze weigeren te onderhandelen met premier Deuba die ze als een lakei van de koning bestempelen, ze willen alleen praten met de koning zelf, de echte machthebber. Ze eisen ook dat er een grondwetgevende vergadering kan wordeb gekozen om een nieuwe grondwet op te stellen. Daar is de koning uiteraard niet zo gerust in, een grondwetgevende vergadering die democratisch is gekozen, zou best de monarchie kunnen afschaffen. De politieke partijen die in het twee jaar geleden ontbonden parlement zaten, zeggen dat alleen dit parlement verkiezingen voor een constituante kan uitschrijven, waardoor zij weer een rol zouden kunnen spelen.
Ook dringen de Maoïsten erop aan de VN bij onderhandelingen te betrekken, wetende dat dan het aspect mensenrechten aan bod komt. In alle rapporten over mensenrechten krijgen de Maoïsten er ook van langs, maar die zijn meestal veel strenger voor de regering en de koninklijke troepen.
In een recent rapport van Human Rights Watch (HRW) wordt de Maoïsten verweten tegenstanders te executeren en kinderen in te schakelen als koerier. De moord op een journalist, “schuldig” aan “propaganda voor de koning”, zegt ook veel over de opvatting van de Maoïsten over mensenrechten. Maar het HRW-rapport (www.hrw.org) en Amnesty International beschuldigen het regeringskamp van executies van tegenstanders, massale verdwijningen, terreur in de dorpen, vervolging van journalisten, juristen en mensenrechtenactivisten, allemaal verdacht van sympathie met de Maoïsten. Daar bovenop komt de corruptie van de militairen en politiemannen. Het optreden van het regeringskamp en de onmacht van de politieke partijen uit het parlement, zijn de beste rekruteringsterreinen van de Maoïsten.
(Uitpers, nr. 58, 6de jg., november 2004)