We zijn het gewoon geraakt, kritiek op het zionisme en het racistisch karakter van de staat Israël, wordt snel afgewimpeld als een vorm van antisemitisme. Vaak nemen die beschuldigingen hysterische vormen aan, zoals zeer onlangs alweer in Frankrijk.
Er zijn bitter weinig lessen getrokken uit het beruchte geval van Marie L., vier jaar geleden. Deze keer is moord en brand geschreeuwd over een “antisemitische agressie in het 19e arrondissement van Parijs” – die later een ordinaire vechtpartij onder twee jeugdbenden bleek te zijn.
Op zaterdag 6 september worden in dat 19e arrondissement drie joodse jongeren bij een vechtpartij licht gewond. Aan hun keppeltje was duidelijk te zien dat het om joden ging. Dus lieten enkele politici en enkele joodse groeperingen zich gaan, dit ging om “de zoveelste antisemitische agressie”, “Frankrijk moet dat een halt torroepen”, enzovoort.
Politieke en mediadruk
Burgemeester Bertrand Delanoë , kandidaat om leider te worden van de PS – en later president van het land- was een van de eersten om deze “duidelijk antisemitische agressie” aan de kaak te stellen. Minister van Binnenlandse Zaken Michèle Alliot-Marie vond dat ze niet kon achterblijven. Zij veroordeelde “avec la plus grande fermeté” (zeer krachtdadig) “de antisemitische gewelddaden tegen drie jongeren die op weg waren naar de synagoge”.
De minister had beter moeten weten had ze geluisterd naar haar politie. In de eerste politieverslagen stond duidelijk te lezen dat het antisemitisch karakter van de agressie absoluut niet vaststond. De drie jongeren hadden gezegd dat hun aanvallers op geen enkel ogenblik een anti-joodse uitspraak hadden gedaan. Onder de zes aanvallers was een joodse jongen.
Maar onder druk van de politiek – en van de media – zette de Parijse politie de grote middelen in om de affaire uit te spitten. Tien dagen onderzoek leverde een rapport van 700 bladzijden op. Daaruit bleek dat er van antisemitisme géén sprake was. Het ging gewoon om een vechtpartij tussen twee groepen jongeren zoals er dagelijks zijn op de speelkoer van de scholen…
Marie L.
Delanoë, Alliot-Marie en vele media waren alweer de affaire Marie L. “vergeten”. In juli 2004 beweerde een jonge joodse vrouw, Marie L., dat allochtone jongeren haar in de metro hadden overvallen en hakenkruisen in haar buik hadden gekerfd. Frankrijk stond in rep en roer. Het parlement en president Chirac veroordeelden deze antisemitische agressie in de scherpste bewoordingen. Ca suffit, het is genoeg, luidde de commentaar van Le Monde.
Na ondervraging bij de politie gaf Marie L. echter snel toe dat ze alles had verzonnen, het hakenkruis was eigen werk. Ze wou aandacht. Le Monde maakte een uitgebreide zelfkritiek en zei voortaan voorzichtiger te zullen zijn. Er waren precedenten, zoals een brand in een synagoge die later door een rabbijn bleek aangestoken te zijn.
Maar veel politici en media zijn dat dus “vergeten”, ze lezen zelfs de politierapporten niet. Enkele joodse organisaties storen zich trouwens niet aan de feiten en blijven volhouden dat het wel om antisemitisme ging. De UEJF, Unie van joodse studenten in Frankrijk, vond dat men niet zo snel mag oordelen dat er geen antisemitisme mee gemoeid was. Hoe dan ook, zegt die Unie, in dat arrondissement neemt het antisemitisme toe. Het 19de, het noordoosten van Parijs, is zowat het armere deel van de stad waar veel bewoners van Noord-Afrikaanse origine zijn.
Het is precies door zo snel moord en brand te schreeuwen, dat de strijd tegen het echte antisemitisme wordt bemoeilijkt. Dat over het 19e zo snel over antisemitisme werd geroepen, bevestigt veel mensen in de overtuiging dat er twee maten en twee gewichten zijn, dat dit antisemitisme voortdurend wordt ingeroepen om elke kritiek op het zionisme te smoren.
Zullen Delanoë en compagnie een les hebben getrokken uit deze affaire? Het precedent van Marie L. geeft weinig reden tot hoop.
Siné
Een maand eerder ontsloeg het satirisch weekblad Charlie-Hebdo de bekende tekenaar Siné ook al wegens antisemitisme. Siné had in een klein stukje over Jean Sarkozy, de zoon van de president, geschreven dat die eraan dacht zich tot het joodse geloof te bekeren met het oog op zijn huwelijk met zijn verloofde, erfgename van het fortuin Darty.
Siné antisemiet? Een maand eerder was hij fel te keer gegaan tegen de islam. Siné is al zijn leven lang een ‘extremist’ waar het gaat om de lekenmaatschappij, om het recht op niet gelovig zijn te verdedigen. Duizenden progressieve Fransen tekenden een petitie tegen dat ontslag, het zoveelste misbruik van “antisemitisme”.
(Uitpers, nr 102, 10de jg., oktober 2008)