INTERNATIONALE POLITIEK

Nederlandse mensenrechtenschendingen in Irak

Parties to a conflict shall at all times distinguish between the civilian population and combatants in order to spare civilian population and property. Neither the civilian population as such nor civilian persons shall be the object of attack. Attacks shall be directed solely against military objectives. 
 Persons hors de combat and those who do not take a direct part in hostilities are entitled to respect for their lives and their moral and physical integrity. They shall in all circumstances be protected and treated humanely without any adverse distinction.
 
Grondregels Internationaal Humanitair Oorlogsrecht
 
Ter nagedachtenis aan de volgende dodelijke slachtoffers van Nederlands militair optreden:
 Abdallah Mushir Ethafa [33 jaar], eerste bekende slachtoffer
op 103 meter afstand in de rug neergeschoten door de Nederlandse marinier Erik O
dd 27-12-2003
 

Azhar Sabah Jaloud [29 jaar]
neergeschoten door Nederlandse militairen, na een autobeschieting, bij een checkpoint
dd 21-4-2004

 Jameel Ulkom Saeed [47]
neergeschoten door Nederlandse militairen, na een autobeschieting, bij een checkpoint
dd 25-4-2004

 Mustafa Newaf [27 jaar]

Ali Abdul Addim [15 jaar]
neergeschoten door Nederlandse militairen, na een autobeschieting, door een Nederlandse patrouille
dd 19-8-2004
 
Nachmy Hafer [20], laatste bekende slachtoffer
neergeschoten door Nederlandse militairen , na een autobeschieting, bij een checkpoint
dd 19-1-2005
 
Eveneens ter herinnering aan de nog levende slachtoffers van de verhoormethoden door Nederlandse militairen.
 
Inleiding
 
Op 1 augustus 2003 nam een eenheid van het Nederlandse leger, de  SFIR 1 [1], het militaire gezag van het bezettende Amerikaanse leger in de Iraakse provincie Al Muthanna over.
De Nederlandse militaire aanwezigheid in Irak, die werd aangeduid als ”stabilisatiemacht”, zou voortduren tot maart 2005 en had als officiële taak, een bijdrage te leveren aan ”de veiligheid en stabiliteit” in het door de Britten en Amerikanen bezette Irak
 
Hoewel er diverse malen van de zijde van de politiek en het Nederlandse Ministerie van Defensie is gesteld, dat de Nederlandse aanwezigheid niet de officiële status zou hebben van ”bezettende mogendheid” is het evident, dat de Nederlandse troepen aanwezig waren als ondersteuners van de Britse en Amerikaanse bezettende macht, waardoor zij de jure en de faco medeverantwoordelijk waren voor die bezetting en de humanitaire consequenties daarvan.
 
Een direct voorbeeld van die medeverantwoordelijkheid was het feit, dat de Nederlandse militaire eenheden niet zelfstandig aangehouden verdachte personen mochten ondervragen, maar deze zo snel mogelijk dienden over te dragen aan het Britse militaire gezag [bij verdenking van oorlogsmisdrijven of verdenking van plannen van miliitaire aanvallen op de coalitietroepen]. Overgedragen aan de Iraakse politie diende te geschieden bij een regulier misdrijf.
 
Ook al is er echter geen status van ”bezettende mogendheid” en zijn niet alle op een bezettende macht van toepassing zijnde bepalingen van toepassing op de Nederlandse ”stablilisatiemacht”, crux is, dat iedere in een ander land aanwezige buitenlandse militaire macht of eenheid gehouden is aan het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht, het absolute verbod op marteling en andere mensenrechtenschendingen, alsmede het internationaalrechtelijk verbod op militaire aanvallen op burgers, tenzij sprake van een levensbedreigende situatie.
 
A Schietincidenten:
 
1 Merkwaardige aspecten in de zaak Erik O
 
Op 27-12-2003 wordt de Irakees  Abdallah Mushir Ethafa, op 103 meter afstand, in de rug neergeschoten door de Nederlandse marinier Erik O, die vervolgens wordt gearresteerd en naar Nederland teruggebracht. Aanleiding tot de schietpartij was de echte of vermeende levensbedreigende situatie, die van een groep Iraakse plunderaars zou uitgaan.
Opvallend is het feit, dat, zonder enige verdere kennis rond het dodelijk schietincident, zowel de mainstream van de politici, de media, een groot deel van de publieke opinie en vanzelfsprekend het belangrijkste deel van de legerlobby over elkaar struikelden tav de verontwaardiging over deze arrestatie.
 Een en ander nog onder woorden gebracht door de huidige voorzitter van de PVV, de heer Wilders, toendertijd Tweede Kamerlid van de VVD. Hij stelde in het spoeddebat over de arrestatie van de marinier: ””Meedoen aan belangrijke VN en NAVO missies in risicovolle gebieden en tegelijkertijd neuzelen over wel of niet waarschuwingsschoten en geweld gebruikt mogen worden, dat gaat niet samen”.
 
Uit deze uitspraak, die slechts een grove weergave betreft van een vrijwel door iedereen vertolkt algemeen standpunt blijkt niet alleen een geheel ontbreken van respect voor het menselijk leven, eveneens ontbreekt ieder menselijk medeleven met het dodelijke slachtoffer.
 
Wanneer er dan toch tot vervolging wordt overgegaan, wordt Erik O op 18-10-2004 vrijgesproken van schending van de Nederlandse geweldsinstructies. Aangezien echter deze Nederlandse geweldsinstructies grotendeels gebaseerd zijn op de wel zeer ruim geïnterpreteerde Britse, werpt dat op zich al een dubieus licht op de zaak [2]
blijken enkele aspecten uit het uiteindelijke vrijspraakvonnis van de schending van de Nederlandse geweldsinstructies[dd 18-10-2004] de nodige vragen op te roepen.
Eveneens wordt hem een schadevergoeding van 10.000 euro toegekend.
 
In de eerste plaats blijkt uit de rechtsuitspraak, dat de minister van Justitie geen toestemming heeft gegeven voor een nader forensisch onderzoek op het lichaam van de dode, waardoor aanvullende bewijsstukken over de ware toedracht ontbraken.
 
In de tweede plaats is het opvallend, dat Erik O in zijn getuigenis beweert, in het zand te hebben geschoten, aan de zijkant van een groep mensen, die naar voren bleef lopen, in de richting van een eventueel te plunderen container [3], maar dat de getroffen Irakees in de rug was geraakt.
 
Een ander opvallend detail, ditmaal tav de rechtsuitspraak luidt een van de motivaties tot vrijspraak van de schending van de Nederlandse geweldsinstructies. Hem wordt eveneens een schadevergoeding van 10.000 euro toegekend.

Tav de bewijswaarde van de mariniers, die tegen Erik O hebben getuigd, wordt door de rechtbank opgemerkt: ”Voor zover militairen tot een andere beoordeling van de dreiging zijn gekomen, moet daarbij niet alleen worden aangetekend dat deze militairen verklaren over de dreiging ten aanzien van zichzelf persoonlijk (en niet ten aanzien van anderen of de groep) maar ook, dat zij lang niet zo opgeleid en ervaren zijn als verdachte en formeel niet verantwoordelijk voor de veiligheid van de eenheid als geheel.´´
 
Naar mijn mening echter is deze overweging van de rechtbank in hoge mate subjectief, aangezien er a priori vanuit gegaan wordt, dat de lezing van Erik O, nota bene verdachte in dezen, juister zal zijn in verband met zijn ´´hogere opleiding´´, het ´´hebben van meerdere ervaring´´ of de ´´verantwoordelijkheid voor de eenheid als geheel´´.
Deze drogredenatie wordt overigens weersproken door het grote aantal ´´hoger opgeleide´´ militairen, die zich zowel in de Tweede Wereldoorlog, Vietnamoorlog en andere hebben schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden.
 
Ook wordt uit het oog verloren, dat Erik O, als marinier in een bezet land, niet alleen verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn eigen eenheid, maar evenzeer voor de Iraakse burgers, die ressorteren onder zijn werkterrein.
 
Ook in het op 4 mei 2005 gewezen arrest door de militaire Kamer in verband met het hoger beroep door het OM werd Erik O vrijgesproken.
 
Recentelijk echter is in het nieuws gekomen, dat er sprake geweest zou zijn van dwang en intimidatie door de Nederlandse militaire leiding in Irak. Dit is onder andere verklaard door twee ex/mariniers, die evenals Erik O in Irak dienden.
 
Hiertegen heeft het OM een onderzoek ingesteld.
 
Uit bovenstaande moge blijken niet alleen een vrijwel geheel ontbreken van menselijk medeleven tav het gedode Iraakse burgerslachtoffer, eveneens is er mi sprake van een dubieuze rechtsgang, zowel met betrekking tot het niet/verrichte forensische onderzoek op het lichaam van het slachtoffer als enkele gronden van de vrijspraak dd 18/10/2004.
 
Evenzeer is mijns inziens niet gebleken, dat er sprake was van een voor betrokken mariniers levensbedreigende situatie, gezien de grote afstand, waarop het slachtoffer is neergeschoten (103 meter), in de rug en het feit, dat het ongewapende burgers betrof. Ook tref ik in de getuigenis van Erik O geen enkele betrokkenheid of bezorgdheid voor het lot van de Iraakse burgers aan. Juist een dergelijke houding van onverschilligheid jegens het lot van Iraakse burgers van de zijde van politiek en media, alsmede de bovenbeschreven merkwaardige rechtsgang, kan geleid hebben tot losser schietgedrag tav Iraakse burgers. Of dit echter onderstaande ”schietincidenten” heeft beïnvloed, kan mijns inziens niet zonder meer gesteld worden
 
2 De andere ”schietincidenten”
 
Van de andere militaire aanvallen op Iraakse burgers, zo eufemistisch ´´schietincidenten´´ genoemd, kan als gemeenschappelijk aspect gesteld worden, dat zij plaatsvonden bij al of niet door het Nederlandse leger ingestelde checkpoints, of dat betrokkenen waren gestuit op een Nederlandse legerpatrouille, hetzij mobiele controlepost.
 
Berucht in de berichtgeving rond de checkpoints was het feit, dat tijdens de Brits-Amerikaanse militaire aanval op Irak, een groot aantal keren Iraakse burgers bij checkpoints waren neergeschoten, vaak met dodelijk gevolg. De officiële verklaring was dan vaak, dat de betrokkenen de orders om te stoppen hadden genegeerd, waarna het vuur was geopend.
 
Nog afgezien van het feit, dat een voertuig tot stilstand gebracht kan worden door op de banden te richten, kan niet zomaar het vuur op burgers geopend worden, vanwege de  verplichting tot het maken van onderscheid tussen combatanten en non-combatanten
Bovendien heeft de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch er in het verleden diverse malen op gewezen, dat de Amerikaanse checkpoints als zodanig vaak niet te herkennen waren.
 
Of dit ook een rol speelde bij de Nederlandse checkpoints is niet zonder meer vast te stellen.
Hetgeen echter wel gesteld kan worden, is, dat ook bij deze beschietingen sprake is van een aantal elkaar tegensprekende  lezingen van de gebeurtenissen.
 
a Nederlandse en Iraakse lezing bij de ´´schietincidenten´´
 
Opvallend is, dat bij de andere bovengenoemde schietincidenten, die in Nederland nauwelijks publiciteit gehad hebben, na een onderzoek door de KMAR [Koninklijke Nederlandse Marechaussee], geen verdere vervolging is ingesteld.
 
Dit is des te merkwaardiger, aangezien de Nederlandse lezing van het Ministerie van Defensie in een aantal opzichten haaks staat op zowel Iraakse getuigenverklaringen als de bevindingen van de Iraakse onderzoeksrechter de heer A. Khirir Mehde. De voornaamste verschillen betreffen de toedracht rond de schietincidenten, de eventuele beschietingen van Nederlandse militairen en eventuele Iraakse militaire betrokkenheid hierbij.
 
Onderzoeksjournalist de heer A Karskens is naar Irak gereisd en heeft een gesprek met zowel getuigen als de onderzoeksrechter zelf gehad.
 
Volgens de lezing van het Nederlandse Ministerie van Defensie is er bij alle schietincidenten sprake geweest van auto´s, die ondanks waarschuwingsschoten zijn doorgereden en eerst dan onder vuur zijn genomen. In een geval  (het schietincident van 19-8-2004) zou er sprake zijn van beschietingen door de inzittenden, waarna de Nederlanders het vuur hebben beantwoord
Ook zou er bij een ander incident ¨(dd 21-4-2004) sprake zijn van beschietingen door zowel Nederlandse als Iraakse militairen.
 
Volgens de Iraakse onderzoeksrechter echter, die zich baseert op getuigenverklaringen en rapportages van de Iraakse politionele en militaire autoriteiten, zijn er bij het incident dd 19-8, geen wapens in de betreffende auto, die hiertoe door de politie grondig was doorzocht.
Evenmin zou er bij het incident dd 21-4 sprake geweest zijn van beschietingen door een Iraakse patrouille, hetgeen blijkt uit getuigenverklaringen, die overeenkomen met de door de betreffende Iraakse patrouille afgelegde verklaringen
 
Verder heeft de bestuurder van de auto¨van het incident dd 21-4 verklaard, dat een tolk, die met de Nederlandse troepen was, hem gevraagd zou hebben te verklaren, dat de Irakezen hadden geschoten. Hij verklaart echter nadrukkelijk, slechts schietende Nederlandse militairen te hebben gezien.
 
b Kamervragen om opheldering
 
Naar aanleiding van de aan de politiek wel bekende schietincidenten heeft destijds de heer van Bommel, SP Tweede Kamerlid, minister Kamp van Defensie om een inventarisatie van alle schietincidenten gevraagd. Eveneens kwam hierin naar voren het door de KMAR ingestelde onderzoek.
 
Merkwaardigerwijs is echter noch uit de rapportage door de minister, noch uit het onderzoek van de KMAR gebleken, dat er sprake was van een met elkaar in tegenspraak zijnde Nederlandse en Iraakse lezing, hetgeen op zijn zachtst gezegd wijst op een buitengewoon onzorgvuldig onderzoek, aangezien kennelijk maar een versie (die van het Nederlandse leger) gehoord is.
 
Ook met de onderzoeksrechter is kennelijk geen contact geweest
 
Evident is, dat de ware toedracht rond deze schietincidenten, bewust of met onbekende redenen omkleed, niet aan het licht is gebracht, hetgeen een ernstige zaak is in geval van een land, dat zich een ´´democratische rechtsstaat´´ noemt.
 
B Echte of vermeende martelpraktijken door Nederlandse militairen
 
Opmerking vooraf:
De verhoren waarbij sprake was van echte of vermeende martelingen, werden gedaan door het CIV-team  [Contra Inlichtingen en Veiligheidsdienst] van de MIVD [Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst].
 
Na berichtgeving dd november 2006 door de Volkskrant tav hardhandige verhoren en mogelijke martelingen door Nederlandse militairen in Irak, kwam vanuit de politiek de roep, een onderzoek in te stellen, dat is verricht door de Commissie van den Berg.
Aanleiding voor deze berichtgeving was een Nederlandse militaire actie tegen illegale wapenhandel op de schapenmarkt te Al Sawannah, waarbij meer dan 100 mensen werden gearresteerd. De marechausse sprak van’ een disproportionele actie en mislukt, aangezien er nauwelijks concreet bewijs was gevonden voor die wapenhandel.
 
Daarbij beklaagde de marechaussee zich tevens over ”schendingen van het oorlogsrecht”.
 
Zo werd een groep arrestanten urenlang blootgesteld aan de brandende hitte [vanwege celgebrek], werden de arrestanten de gehele dag zonder eten en drinken gelaten en waren de arrestatietapes [tyrips] zo strak vastgemaakt, dat doorbloeding niet meer mogelijk was.
 
Ook kwamen klachten over de verhoormethoden binnen zoals het onthouden van slaap [door middel van harde muziek en het besprenkelen van de gedetineerden met water] en het gebruik van een elektronische wapenstok [dit laatste ressorteert onder marteling].
 
Commandant Krijgsman, die deze klachten ter ore kwam, gaf dit door aan Den Haag, maar een strafrechtelijke vervolging bleef uit.
 
In november 2006 werden een aantal van bovengenoemde aspecten door de Volkskrant onthuld, waarna de politiek een onderzoek eiste, dat door de Commissie van den Berg is verricht.

a Uitkomst rapportage van den Berg:
 
Niet alleen is er bij de rapportage sprake van een bagatelliserend taalgebruik tav de plaatsgevonden onrechtmatigheden, daarenboven is er sprake van een onjuiste ”eigen” interpretatie van het begrip ”vernederende en onmenselijke behandeling”. Eveneens wordt ten onrechte de stellige conclusie getrokken, dat er geen martelingen zouden hebben plaatsgehad
Wel vermeldt de Commissie, dat er in een geval sprake is geweest van ”vernederende en onmenselijke behandeling”.
 
Alvorens hierop in te gaan kan reeds de taakstelling van de Commissie als onvoldoende en eenzijdig worden aangemerkt. De Commissie kon of mocht [dat wordt niet geheel duidelijk] praten met de ondervraagden zelf, waardoor een evenwichtige en objectieve toetsing van de gebeurtenissen niet mogelijk is.
 
1 Marteling:
 
Volgens de internationaalrechtelijke definitie wordt onder marteling verstaan:
 
”Volgens het VN-verdrag tegen marteling is marteling iedere handeling waardoor opzettelijk hevige pijn of hevig leed, lichamelijk dan wel geestelijk, wordt toegebracht met zulke oogmerken als het verkrijgen van inlichtingen, bestraffing, intimidatie of dwang, wanneer zulke pijn wordt toegebracht door of met instemming van een overheidsfunctionaris.”
 
Onder deze definitie wordt dan ook het gebruik van de elektrische wapenstok gerekend.
 
De Commissie schrijft echter in haar rapportage, dat er weliswaar wel sprake was van de aanwezigheid van deze elektrische wapenstok, maar dat niet kan worden nagegaan, of deze ook daadwerkelijk is gebruikt. Al evenmin wordt uitgesloten, dat met gebruik ervan is gedreigd.
Hieruit trekt de Commissie dus ten onrechte de conclusie, dat van martelingen geen sprake is, aangezien hooguit beweerd kan worden, dat ”niet kan worden nagegaan” of er sprake is van marteling.
Dienaangaande kan de ondervraging door eventuele martelingen dus niet worden uitgesloten
 
2 Vernederende en onmenselijke behandeling
 
Terecht concludeert de Commissie weliswaar, dat het maken van harde geluiden en het gooien met water [als slaaponthouding] niet als marteling kan worden gedefinieerd.
Ten onrechte echter constateert de Commissie, dat bij dergelijke ”misstanden” [definiëring Commissie] al evenmin sprake is van  ”vernederende en onmenselijke behandeling”, hetgeen het volgens Europese en internationaalrechtelijke beginselen wel degelijk is.
 
Een en ander kan als een ernstige bagatellisering van de aan de ondervraagden aangedane mensenrechtenschendingen worden aangemerkt.
 
Wel geeft de Commissie toe, dat ten onrechte de status van krijgsgevangenen aan de gedetineerden is onthouden, maar verbindt daaraan niet de internationaal-rechtelijke consequenties, dat op deze wijze de gedetineerden toekomende rechten volgens de 3e Conventie van Geneve, ernstig zijn geschonden.
 
Wel hekelt de Commissie het feit, dat de juridische adviseur van het bataljon door het CIV team was geweerd van de verhoren en dat Den Haag een dergelijke onrechtmatige houding niet had afgestraft
 
3 ”Opstartproblemen” van de taakstelling van de stabilisatiemacht en het ”gebrek aan opleiding” binnen het CIV team
 
Eveneens acht ik het begin van de samenvattende conclusies van de Commissie impliciet bagatelliserend, aangezien uitputtend gewezen wordt op de nog niet adequaat functionnerende taakstelling van de Nederlandse militaire macht in Irak.
 
Zo stelt zij o.a.:
 
”Het bataljon was niet voorbereid op de behandeling van gedetineerden. Dit resulteerde erin dat het CIV-team ter plaatse werd belast met de ondervraging van gedetineerden, hoewel het daarvoor niet was opgeleid. Het hoofd van het CIV-team oefende geen toezicht uit op de gesprekken. ”
 
Het moge echter evident zijn, dat de mate van opgeleid zijn in geen enkel opzicht als excuus, ook al is het dan impliciet, kan worden aangevoerd voor ernstige mensenrechtenschendingen als slaap en zichtonthouding [er werd eveneens gebruik gemaakt van skibrillen, hetgeen nog afgezien van het verminderd zicht, in sterke mate intimiderend en wellicht traumatiserend kan zijn].
 
Het enige belangwekkende van de Commissie is geweest het feit, dat zij de aanwezigheid van de elektrische wapenstok onder de aandacht van het OM heeft gebracht, waardoor een en ander mogelijk nog een juridische nasleep heeft.
 
Nasleep:
 
In de algemene ontkenningswaan, die de kop op heeft gestoken vanaf het begin van de zaak Erik O, zal het dan ook geen verwondering wekken, dat o.a. door de toch reeds ernstig afgezwakte en gedeeltelijk onjuiste beweringen van de Commissie  pers, politici en sommige vakbonden over elkaar struikelden om te bevestigen, dat ”er geen sprake is geweest van martelingen”, waarmee kennelijk voor hen de kous af was.
 
 
Epiloog:
 
Samenvattend echter kan geconcludeerd worden, dat betreffende de schietincidenten een aantal dringend te beantwoorden vragen overblijven, die mijns inziens aanleiding zouden moeten zijn tot een strafrechtelijke procedure.
 
Betreffende de verhoren en behandeling van de gedetineerden tijdens de militaire actie op de schapenmarkt in Al Sawannah kan in ieder geval geconstateerd worden, dat er van ernstige schendingen van Europese en mogelijk internationale verdragen [betr het Anti-folterverdrag], sprake is.
 
Teleurstellend en beschamend mag dan ook de grotendeels door de mainstream van de politiek, media en sommige vakbonden aangenomen houding aangemerkt worden.
 
De Nederlandse Overheid wijst terecht met het wijzende vingertje, naar mensenrechtenschendingen in andere landen.
 
Tijd om de hand in eigen boezem te steken en te breken met de ontken-cultuur, die evenmin een onafhankelijk onderzoek naar de tijdens de politionele acties in Indonesie [dd 1947-48] gepleegde mensenrechtenschendingen, onmogelijk heeft gemaakt
 
(Uitpers, nr 88, 8ste jg., juli-augustus 2007) 
 
Noten: 
 
[1] deze eenheid zou dd november door een andere Nederlandse eenheid worden vervangen 
 
[2] In de Engelse geweldsinstructies wordt geen gewag gemaakt tav regels en verplichtingen tav burgers
Dit is een grove schending van de principes van het Internationaal Humanitair Oorlogsrecht, alsmede de 4e Conventie van Geneve
 
[3] die door Erik O werd bewaakt
Eveneens had hij de verantwoordelijkheid over het bergen van de container
 
Notenapparaat:
 
Internationaal Humanitair Oorlogsrecht:
 
Zie
 
http://www.icrc.org/web/eng/siteeng0.nsf/htmlall/668BF8
 
Nederlandse geweldsinstructie in Irak
 
Zie
 
http://www.vdamok.nl/Teksten/Tijdschrift/2004-2.html#ankerart2
 
Arnold Karstens: onderzoeksjournalist en oorlogsverslaggevers
 
Artikelen tav Nederlandse mensenrechtenschendingen in Irak
 
Zie
 
http://www.arnoldkarskens.com/data/artikelen.php 
 
http://www.arnoldkarskens.com/data/artikelen/nieuwerevu13_2005_a_groot.jpg
 
http://www.arnoldkarskens.com/data/artikelen/nieuwerevu13_2005_b_groot.jpg
 
http://www.arnoldkarskens.com/data/artikelen/nieuwerevu13_2005_c_groot.jpg 

 
http://redir.vara.nl/tv/zembla/welcome2.html?20050317/zembla
 
Tav documentaire betr  de 6 ”schietincidenten” waarbij 6 Iraakse burgers om het leven kwamen
 
http://www.tweevandaag.nl/index.php?module=PX_Story&func=view&cid=2&sid=29322&nav=29335,29336,29334,29333,29331,29330,29329,29325,29327,29328,29323,29322,29320,29321,29318,29319,29316,29317,0
 
Betreffende wetenschap van Defensie mbt gericht schot Erik O
 
Zie
 
http://www.tiscali.nl/content/article/nbinn/39defensie_wist_direct_van_gericht_schot_in_irak39/494606.htm
fotospecial tav Nederlandse militaire arrestatieactie op de markt te As Samawah
 
Tav reacties op de zaak Erik O
 
Zie
 
http://www.wereldomroep.nl/actua/nl/nederlandsepolitiek/act20040924_eriko.html
 
uitspraak rechtszaak Erik O
 
Zie
 
http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=AR4029&u_ljn=AR4029
 
Vrijspraak Erik O in hoger beroep
 
Zie
 
http://www.om.nl/militaire_zaken_eric_o/_militaire_zaken_nieuwsberichten/25108/
 
Echte of vermeende bedreiging van getuigen tegen Erik O, door de militaire leiding
 
Zie
 
http://www.blikopnieuws.nl/bericht/46321
 
Onderzoek naar eventuele dwang en intimidatie in de zaak Erik O
 
Zie
 
http://www.tiscali.nl/content/article/nbinn/om_onderzoekt_dwang_en_intimidatie_in_zaakeric_o/514816.htm
 
Tav reacties van linkse oppositiepartijen op de echte if vermeende doofpotcultuur bij het Ministerie van Defensie tav Irak
 
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article433963.ece/Linkse_oppositie_is_doofpotcultuur_rond_Irak_beu?source=rss
 
Echte of vermeende martelingen in Irak
 
Berichtgeving
 
Zie
 
http://www.nu.nl/news/888820/10/Nederlandse_militairen_martelden_in_Irak.html
 
http://www.nu.nl/news.jsp?n=888991&c=11
 
 
Fotoreportage tav arrestaties
 
Zie
 
http://extra.volkskrant.nl/animatie/fotospecial/specials/index.php?id=225
 
Anti-folterverdrag
 
Zie
 
http://www1.umn.edu/humanrts/instree/h2catoc.htm
 
 Tav definitie marteling en ´´wrede en onmenselijke behandeling´´
 
Zie
 
http://hrw.org/press/2001/11/TortureQandA.htm#What
 
Conclusies en aanbevelingen rapport Commissie van den Berg
 
Zie
 
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article436580.ece/Conclusies_en_aanbevelingen_commissie_Van_den_Berg
 
Rapport Commissie van den Berg
 
Zie
 
http://www.mindef.nl/binaries/Rapport%20van%20de%20commissie_tcm15-74265.pdf
 
Kritische reacties op rapport Commissie van den Berg
 
Zie
 
http://www.volkskrant.nl/binnenland/article436847.ece/Juridisch_is_het_laatste_woord_nog_niet_gezegd
 
Website ”Openheid over Irak”
 
Zie
 
http://www.openheidoverirak.nu/index.php?indemedia
 

Relevant

Wil Rusland echt een tweede front openen?

Volgens Michel Hofman, de stafchef van het Belgisch leger, moet Europa zich dringend voorbereiden op een mogelijke oorlog met Rusland. Wie vrede wil, bereidt zich best voor op een…

Washington heeft belang bij opblazen Russische dreiging

Eind vorige week waarschuwde president Biden voor een Russische invasie die “elk ogenblik” kan plaatsvinden. “Amerikaanse burgers zouden nu moeten vertrekken” zo klonk het vanuit het Witte Huis, waarna…

Over de misdaden van het Westen in Afghanistan en de ellende die achterblijft…

De vlucht van de NAVO-troepen uit Afghanistan en de ellende die ze achterlaten zijn slechts het (voorlopige?) laatste hoofdstuk in een verwoestend verhaal dat op 11 september 2001 begon.…

Laatste bijdrages

Bayrou, dan toch

Het zou geen verrassing mogen zijn, en toch: François Bayrou heeft eindelijk een van zijn twee dromen gerealiseerd, hij is premier van Frankrijk. De andere droom: president. Maar voorlopig…

SYRIË: EEN MIDDELEEUWS OPBOD

De weg naar Damascus is lang. De apostel Paulus werd er van zijn paard gegooid. De kruisvaarders moesten eerst de oninneembaar  geachte stad Antiochië (vandaag Turks Antakya) belegeren –…

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek…

Grenskolonialisme

You May Also Like

×