Vier jaar geleden kwam de Nederlandse Socialistische Partij (SP) met twee zetels in de Tweede Kamer. Nu staat ze op 15 zetels in de peilingen. Hetzelfde aantal als waarmee ze sinds 2010 in de Kamer zit. Een saaie bedoening zou je denken. Toch broeit er veel rond en in de SP. Het lijkt eerder de vraag wanneer het gaat barsten dan of het gaat barsten.
“Eigen werknemers eerst! Dat is geen Trump, dat is geen Wilders, dat is de SP”, zegt Kamerlid Paul Ulenbelt eind februari van dit jaar in een landelijke krant. Er werken te veel Poolse en andere goedkope buitenlandse arbeidskrachten in Nederland, vindt de Socialistische Partij. Dat is slecht voor Nederlandse werknemers, waarvan er 480.000 werkloos thuis zitten. “Nederland moet zelf de grenzen dicht doen”, voegt kandidaat-kamerlid Bart van Kent toe, “dan maar een boete uit Brussel!”. Het volgt op een ander veel besproken interview een maand eerder waarin partijvoorzitter Ron Meyer zegt: “Wij hoeven ons niet te laten wijsmaken dat je een racist bent als je de nadelen van arbeidsmigratie opnoemt. Als je dat niet doet, als je er kosmopolitisch over doet, leidt dat juist tot een vruchtbare bodem voor rechts populisme.” Want: “Als je de volksbuurten ingaat, als er je er zelf wóónt, weet je wat die migratie voor gevolgen heeft.”
Bij de vorige verkiezingen in 2012 was er overloop van stemmers tussen de SP en de anti-moslim Partij voor de Vrijheid (PVV) van Geert Wilders. Ook in veel media worden beide partijen vaak naast elkaar gezet, beide zouden conservatief zijn, behoudend, en de PVV zou economisch een links programma hebben. Tijdens talkshows en in kranten worden geregeld kiezers opgevoerd die twijfelen tussen de SP en de PVV.
Veel kritiek
Naast veel bijval op sociale media, krijgt de partij ook veel kritiek. Linkse stemmers ‘verdelen’ hun stem al sinds jaar en dag tussen GroenLinks, dat ook begin jaren 90 in de Kamer kwam, en de SP. GroenLinks verdedigt consequent al jaren het recht van mensen om te vluchten, loopt voorop in kwesties als ‘zwarte piet’ en heeft uitgewerkte standpunten over klimaatverandering. Dat ze onder Femke Halsema en Jolandse Sap het ontslagrecht wilde versoepelen en de vrije markt de ruimte gaf, was even niet anders. De SP trekt vooral linkse stemmers en activisten met haar sterke sociaal-economisch programma. Dat de partij al decennia een nationalistisch standpunt heeft als het gaat om migratie en vluchtelingen en zich vrijwel niet laten horen over vrouwen- en homorechten en milieu is ‘work in progress’.
Steeds vaker komt deze discussie aan de oppervlakte. Zo zochten drie maanden terug “meerdere Kamerleden op eigen initiatief” contact met het Algemeen Dagblad, een populair landelijk dagblad, om hun ongenoegen te uiten over de strategie van de SP. Het grootste ongenoegen gaat over de eenzijdige focus van de partij op de zorg.
De SP profileert zich al bijna een decennium op zorg. Zo kwam de partij in 2008 met een veel besproken filmpje over de thuiszorg. Een bejaarde vrouw ontkleedt zich hierin voor heel Nederland in protest tegen de vele wisselingen van verzorgenden. Ook de zorgcampagne van vakbond Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) wordt al jaren volop gesteund door de SP op landelijk en plaatselijk niveau. Begin dit jaar culmineert al deze inspanning zich in een plan voor een volledige herziening van het Nederlandse zorgsysteem. Het Nationaal Zorgfonds moet de centrale rol die private zorgverzekeraars hebben overnemen.
Nu betalen alle Nederlanders ouder dan 18 jaar elke maand zo’n 100 euro aan een zorgverzekeraar. Daarnaast geldt voor iedereen een eigen risico van 385 euro per jaar. De SP en de coalitie die ze rond dit plan heeft gesmeed, wil minder macht voor zorgverzekeraars, geen onderlinge concurrentie, geen winstdoelstelling voor ziekenhuizen en andere zorgaanbieders en geen eigen risico. Al meer dan 250.000 mensen hebben hun handtekening gezet onder het plan. Anders dan waarschijnlijk was gehoopt, is het Nationaal Zorgfonds vooralsnog niet het centrale verkiezingsthema geworden. Het afschaffen van de eigen bijdrage wel; dat voorstel hebben alle linkse partijen vrij snel overgenomen. Het lijkt er op dat de angel uit de kwestie is gehaald, zonder dat de SP hiervan electoraal lijkt te profiteren.
Meer diversiteit
De criticasters in de Kamerfractie vinden dat de SP zich ook op andere punten zou moeten profileren. Dit is niet nieuw. Tijdens de voorzitterscampagne, rond het congres en bij de vaststelling van de lijst voor de Tweede Kamerverkiezingen waren dezelfde geluiden te horen. Zo ging de voorzittersverkiezing in november 2015 tussen de 33-jarige vakbondsman Ron Meyer, gesteund door het bestuur en vertrekkend voorzitter Jan Marijnissen, en Kamerlid Sharon Gesthuizen. Gesthuizen wilde meer democratie en meer diversiteit in de partij, en naast zorg en werk ook aandacht voor zaken als milieu, ondernemerschap en homorechten. Samen met Sadet Karabulet neemt Gesthuizen het in en buiten de Kamer stelselmatig op voor de rechten van vluchtelingen en migranten. Meyer richtte zich vooral op de strategie van de partij. Hij wil de rauwheid van de straat in de Kamer brengen: stille muizen kunnen brullende leeuwen worden, samen met de SP.
De stemverhouding van 60 procent voor Meyer en 40 procent voor Gesthuizen wordt later tijdens gelijkaardige partijdebatten niet gehonoreerd. Als de Rotterdamse fractievoorzitter en Gesthuizen-steuner Leo de Kleijn zich kandidaat stelt voor de verkiezingslijst voor de Kamer wordt daar hard op gereageerd. Ron Meyer verwijt de Kleijn geen teamspeler te zijn. En de voorzitter van SP Groningen zegt het bouter: “We hebben geen behoefte aan een kandidaat met een eigen mening over de koers van de partij.” Insiders zeggen dat op de verkiezingslijst ook geen andere, meer stille aanhangers van de lijn Gesthuizen zijn terug te vinden. Zelf kondigde ze niet lang na haar verlies aan zich niet herkiesbaar te stellen.
Het was niet de eerste keer dat Leo de Kleijn probeerde om verkozen te worden zonder officiële voordracht. In oktober 2015 stelt hij zich kandidaat voor het partijbestuur. In een open brief waarin hij zijn kandidatuur uitlegt, schrijft hij: “Waarom is het SP-geluid zo goed als afwezig in belangrijke issues en bewegingen zoals rond klimaat en duurzaamheid, antiracisme en dierenwelzijn? Waarom zijn we als partij niet meer leidend in de grote maatschappelijke debatten rond Europa, vluchtelingen, alternatieven voor de neoliberale economie, integratie van ‘nieuwkomers’ en de toekomst van ons onderwijs?” Hij wordt ook dan niet verkozen. Niet lang na dat congres stapt lid van het partijbestuur Kevin Levie op. In een verklaring schrijft hij dat: “Terwijl letterlijk iedere dag de kranten openden met doden op de Middellandse Zee, met chaos op de Balkan, met discussie en protesten over opvang in Nederland, deed de landelijke SP… niets (…) Hete hangijzers worden liever genegeerd”. Leo de Kleijn, Kevin Levie en anderen krijgen best wat openbare steun, maar vooralsnog zonder gevolgen.
Juichstemming
Rond deze tijd in 2012, een week voor de verkiezingen dus, stond de SP op 30 zetels in de peilingen. Lijsttrekker Roemer en zijn kameraden waren in juichstemming en mijmerden over deelname aan een regering – na twee decennia in de oppositie waren ze er meer dan klaar voor om deze verantwoordelijkheid zoals dat dan genoemd wordt, te nemen. Roemer gaf aan dat hij ook bereid was om met de VVD te regeren: “ik zie niet in waarom we landelijk niet kunnen samenwerken”, zegt hij in januari van dat jaar tegen Metro. Uiteindelijk ging de sociaaldemocratische Partij van de Arbeid (PvdA) lopen met de stemmen van de SP in haar race met de VVD om het premierschap. Veel schoot Nederland er niet mee op: de PvdA en de VVD vonden elkaar al snel na de verkiezingen en vormden een kabinet met opnieuw Mark Rutte als minister-president.
Tijdens de campagne en ook na de verkiezingen kreeg de leiding van de SP kritiek te verduren over de begerigheid waarmee ze sprak over deelname aan een kabinet. De partij zou gematigder standpunten hebben ingenomen om een aantrekkelijke coalitiepartner te zijn. Ook de verkiezingsslogan ‘Nieuw vertrouwen’ zou zijn gekozen als signaal naar mogelijke coalitiepartners. Het staat in ieder geval ver af van ‘Stem tegen, stem SP’ waarmee ze in de beginjaren zo succesvol was.
In de campagne voor de huidige verkiezingen ontbreekt dit onstuimig verlangen van 5 jaar geleden. De peilingen geven geen aanleidingen tot fantasietjes over regeringsdeelname, maar er is meer aan de hand.
Recordaantal gemeenteraadszetels
Na de domper van 2012 volgde de verkiezingsoverwinning van 2014. Tijdens de gemeenteraadverkiezingen behaalde de SP een recordaantal gemeenteraadszetels. Ze ging van 250 naar 443 zetels. Net als tijdens de campagne in 2012 was ook in 2014 de inzet: besturen. De SP wilde deelnemen aan het gemeentebestuur van de vier grote steden. De SP was in 2002 begonnen met het vinden van een oplossing voor het struikelblok dat linkse partijen in de meeste gemeenten net als landelijk geen meerderheid halen. Huidig fractievoorzitter Emile Roemer had toen als eerste laten zien dat de SP ook met de liberalen van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) kan besturen. Hij sluit in zijn gemeente Boxmeer een akkoord met de VVD. Sindsdien heeft de partij dat naar eigen tevredenheid gedaan in meer kleinere gemeenten. En in 2014 moest deze investering zich uitbetalen. Uiteindelijk levert ze in de grootste en de kleinste van de vier, Amsterdam en Utrecht, wethouders. In het Rotterdam van de Kleijn, Levie en de nazaten van Pim Fortuyn niet, ook al haalt ze daar 10 procent van de stemmen. In Den Haag blijft de partij te klein.
Vooral het college in Amsterdam gaat de SP niet in de koude kleren zitten. De SP voert in deze stad het landelijk beleid van een ‘tegenprestatie’ in ruil voor een bijstandsuitkering uit via ‘leer-werkstages’. Deze merkwaardige beleidskronkel waarin werklozen moeten werken opdat ze een uitkering krijgen, stuit op fel verzet – ook in eigen partij. Raadslid Maureen van de Pligt stapt uit de fractie. En meerdere leden van het comité ‘Werken zonder loon’ zijn SP’ers. Ook bij het recente voorstel voor een herziening van het Amsterdamse erfpachtstelsel, staan de socialisten alleen zij aan zij met de rechtse partijen in de raad. De PvdA en GroenLinks steunen het voorstel niet.
Het optimisme waarmee in 2014 Arjen Vliegenthart als kersverse wethouder zegt “Met ons kun je zaken doen” is in deze landelijke verkiezingen veranderd in het uitsluiten van de VVD door de SP. Want, zo zegt Roemer nu “Hoe komen we met zo’n partij tot een compromis dat je kunt uitleggen aan de bevolking?”. Een vraag die vooral lijkt voort te komen uit een evaluatie van het eigen beleid van de afgelopen drie jaar.
Vluchtheuvel
Hoe gaat het nu verder met de SP? Het is niet onwaarschijnlijk dat er zich nog geen georganiseerde linkse oppositie heeft gevormd in de SP omdat de partij voor velen een vluchtheuvel is, uitkijkend naar een beter passend alternatief. Door het uit elkaar vallen van kleinere radicaal linkse groepen en het verdwijnen van sociale bewegingen was de SP in de jaren 2000 een aantrekkingspool voor linkse activisten. Veel van hen zijn teleurgesteld vertrokken. Zoals feministe Anja Meulenbelt die samen met anti-racisme activisten zoals Sylvana Simons Artikel1 heeft opgericht. Anderen, zoals Leo de Kleijn en Kevin Levie, blijven vooralsnog.