Eind juni hielden de NAVO-leiders hun top in Istanbul. De transatlantische bijeenkomst kwam er op een ogenblik dat de eenheid tussen de 26 bondgenoten nog lang geen feit is. Irak blijft ook na de top als een donderwolk boven de protagonisten van de voorstanders en tegenstanders van de oorlog hangen.
Hoewel er begin juni een nieuwe VN-resolutie 1546 is gestemd over de machtsoverdracht in Irak, waarin de bezettingsmacht wordt gelegitimeerd, is duidelijk dat verschillende NAVO-partners niet staan te springen op een NAVO-rol in het gebied. Voor het begin van de top uitte de Duitse Bondskanselier Schröder enigszins diplomatisch zijn twijfels over het feit of de NAVO wel het juiste instrument zou zijn. Hoewel Duitsland noch andere landen zoals Frankrijk en België van plan waren een veto uit te spreken over een NAVO-rol in Irak was al gauw duidelijk dat ze er niet happig op zijn om zich in het Iraakse wespennest te begeven. "Het probleem zal zijn dat de NAVO zich in dezelfde situatie zal bevinden als de coalitietroepen…", aldus een voorzichtige Schröder.(1)
Komt daarbij dat het ook al niet goed gesteld is met de door de Amerikanen en Britten opgezette ‘coalition of the willing’. Sinds Navo-partner Spanje zijn troepen onder de nieuwe socialistische regering heeft teruggetrokken blijft de vrees dat andere landen zullen volgen. Het groeiend verzet, terreuraanslagen en de dreiging van ontvoering van landgenoten zorgen er voor dat de publieke opinie van de landen met troepen in Irak zich steeds meer zorgen maakt. Voorlopig lijkt de ‘coalitie’ stand te houden, maar vraag is hoelang nog.
In Istanbul is er weinig uit de bus gekomen. In de Slotverklaring is er enkel een vage passage over het trainen van Iraakse troepen door de NAVO, zonder dat evenwel duidelijk is of dat in of buiten Irak moet gebeuren.(2) Dit heikel punt moet in de komende weken worden uitgeklaard door de Noord Atlantische Raad, het bestuursorgaan van de NAVO.
Het eveneens Duitse ideetje om in plaats van de NAVO beroep te doen op troepen uit islamitische landen is vooralsnog een wensdroom gebleven. Op de uitnodiging voor de Istanbul-top aan een zestal Arabische landen, om in het kader van het ‘Groter Midden-Oosten-‘initiatief de banden aan te halen met de NAVO, was al een negatief antwoord gekomen, na de publicatie van de folterbeelden in Irak. Ook op de aanwezigheid van Israël haakten de Arabische genodigden af. De NAVO heeft zich er voorlopig vanaf gemaakt door het ‘Istanbul Samenwerkingsinitiatief’ te lanceren. Met dit initiatief wil de NAVO in eerste instantie zijn diensten aanbieden aan de landen in de Golf regio, onder meer op vlak van militaire samenwerking die bijdraagt tot ‘veiligheid en stabiliteit’ en waar uiteraard vooral naar de terroristische dreiging wordt gekeken.
Afghanistan
De nieuwe NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer gaf aan de vooravond van de top een sterk staaltje van peptalk weer, toen hij de onderwerpen van zijn eerste grote top overliep: "Onze Istanbul-top, eind deze maand, zal aantonen dat de transatlantische gemeenschap een sterke kracht blijft voor positieve verandering".(3) Maar de Hoop Scheffer kon er toen al niet onderuit om het over andere knelpunten te hebben. Zo ligt in Afghanistan een belangrijke test voor de capaciteit van de NAVO om met succes buiten de transatlantische regio op te treden. Vandaar ook dat de Hoop Scheffer van in het begin van zijn aanstelling heeft benadrukt dat Afghanistan absolute prioriteit is. Als de NAVO in Afghanistan mislukt mag het toekomstige operaties buiten de transatlantische zone wel vergeten, zo luidt het argument.
Het had heel wat voeten in de aarde vooraleer alle landen die prioriteit ook effectief vertaalden in daadkracht. De ambities van de 6.500 man sterke troepenmacht, ISAF, om het actieterrein uit breiden, dreigden te botsen op financiële, militaire en politieke beperkingen van de individuele lidstaten. Op de hoofdstad Kaboel na, is er op dit ogenblik zo goed als niets onder controle. Heel wat beloofd militair materieel, zoals transporthelikopters of vliegtuigen, geraakten maar niet ter plaatse. Ook het ontplooien van een medisch corps blijft aanslepen.(4) In Istanbul is uiteindelijk beslist om de NAVO-aanwezigheid uit te breiden naar Mazar-e-Sharif, Meymana, Feyrabad en Baghlan. Oorspronkelijk waren daarvoor vijf zogenaamde ‘provinciale Reconstructie Teams’ (PRT) voorzien, een meer dus. Volgens de NAVO zijn deze PRT’s, civiel-militaire team’s die de dialoog, het vertrouwen en de veiligheid moeten uitbouwen.
Hervormingen
Afghanistan toont de kloof tussen de mondiale ambities van de NAVO en de politieke realiteit. Al in Praag (2002) werd de nood aan dringende hervormingen uitgesproken, die, ook al wordt veel lippendienst aan de NAVO bewezen, het lang niet zo zeker zullen halen. Zo wil de Hoop Scheffer, naar het voorbeeld van de AWACS (radarvliegtuigen), de NAVO laten beschikken over gezamenlijk materieel die het bondgenootschap dan ook zelf kan inzetten. Het is onduidelijk in hoever in Istanbul nieuwe – andere dan reeds in Praag overeengekomen – concrete maatregelen zijn afgesproken, behalve dan een algemene verklaring dat de militaire ‘capaciteiten’ van de NAVO moeten verbeteren en de belofte van de zeven nieuwste lidstaten om hun potentieel te verbeteren. Het proefballonnetje van de Hoop Scheffer om nieuwe missies met aparte fondsen te financieren buiten de bestaande nationale defensiebudgetten komt niet voor in de slotverklaring. Dat is volgens de Hoop Scheffer en het militair apparaat nochtans een voorwaarde wil de NAVO haar mondiale rol spelen.
De NAVO wereldwijd
Verschillende NAVO-leiders hebben er nooit geen geheim van gemaakt dat dit het uiteindelijke doel is van de NAVO. Dat stond trouwens al direct of indirect in de slotverklaringen van Washington (april 1999) en Praag (november 2002).(5) In Istanbul is daar weinig aan veranderd en blijft de NAVO die wereldwijde rol gedeeltelijk legitimeren via de strijd tegen het terrorisme. Volgens de Hoop Scheffer is de NAVO daarenboven een "noodzakelijk deel van de pogingen van de internationale gemeenschap om vrede te stichten in conflictzones".(6)
Daarbij lijkt geen enkele regio te ver. NAVO-adepten zien een rol voor het militair bondgenootschap weggelegd in Afrika. Daarover zijn er duidelijk groeiende contacten tussen de VN en de NAVO. Tien jaar geleden was zoiets nog ondenkbaar. Binnen de VN wilde men de NAVO lange tijd zeker niet het statuut geven van ‘regionale veiligheidsorganisatie’ zoals dat in hoofdstuk 8 van het VN-Handvest staat omschreven. De VN kunnen echter de groeiende behoefte aan blauwhelmen en bijhorend materieel niet meer volgen, waardoor ze zich genoodzaakt zien om te lonken naar het militair apparaat van de NAVO. Hoewel de NAVO in de Balkan en Afghanistan getoond heeft de VN niet nodig te hebben, zou zo’n samenwerking toch gelegen komen. Het zou zorgen voor een grotere legitimering van het bondgenootschap dat bijna vijftien jaar na de Koude oorlog nog steeds met een identiteitscrisis kampt en af te rekenen krijgt met een kritische en /of bezuinigende thuisbasis in de lidstaten.
De mondiale ambities hebben ook (en vooral) met economische bekommernissen te maken, en dan vooral met wat omzwachteld ‘energieveiligheid’ wordt genoemd. Niet toevallig is de NAVO erg bezig met twee regio’s: het Midden-Oosten en de Kaspische regio. Nu al opereert de NAVO in deze laatste regio als beschermheer van GUUAM (Georgië, Oekraïne, Oezbekistan, Azerbeidzjan en Moldavië), opgericht in 1996 als een politieke, economische en geostrategische alliantie los van Rusland. Een aantal van die landen wordt genoemd als toekomstige nieuwe NAVO-lidstaten.(7) Met Oekraïne zijn nog zeer recent enge militaire samenwerkingsakkoorden afgesproken (de ‘strategische luchtlift’). Georgië heeft als eerste land een Individueel Partnerschapsactieplan (IPAP) bij de NAVO ingediend. Dat is een instrument van het Partnerschap voor Vrede (PfP), een akkoord tussen de NAVO en twintig landen vooral in Oost-Europa, waaronder Rusland en Oekraïne. Daardoor kan Georgië genieten van NAVO-advies en assistentie in defensie- en veiligheidszaken. Uit de Slotverklaring van Istanbul blijkt nogmaals het belang dat de NAVO hecht aan de ‘strategisch belangrijke regio’s van de Caucasus en Centraal-Azië. Maar in Georgië en Moldavië beschikken de Russen nog over militaire basissen die ondanks een akkoord met de NAVO uit 1999 nog steeds niet zijn ontruimd. In Istanbul hebben de NAVO-leiders dat ‘betreurd’. Maar Rusland, dat eveneens met energiebelangen in de regio zit, heeft het alsmaar moeilijker met de groeiende NAVO-invloed in wat Moskou ziet als de eigen achtertuin.
Spanningen met Rusland
De NAVO-uitbreiding richting oosten zorgt al geruime tijd voor groeiende spanningen met Rusland. Op 29 maart 2004 traden 7 nieuwe lidstaten tot de NAVO toe, waaronder drie voormalige Sovjetrepublieken. De NAVO heeft ook Albanië, Kroatië en Macedonië een ticket beloofd, alleen vlot het niet met de door de NAVO opgelegde militaire hervormingen. Rusland blijft argwanend kijken naar het voortdurende opschuiven van de NAVO-grens en de bijhorende militaire machtsontplooiing. Toen 4 Belgische F-16’s daags na de toetreding van Estland, Letland en Litouwen in opdracht van de NAVO het luchtruim van die landen gingen bewaken, kwam er hevig protest uit Moskou. Daar vreest men bovendien dat de Baltische staten, die buiten het CFE-verdrag – het akkoord over Conventionele wapens – vallen, gebruikt zullen worden voor een militaire opbouw die Rusland rechtstreeks bedreigt. De Russische protesten noopten de NAVO-secretaris-generaal al tot de belofte dat de Baltische staten alsnog tot het CFE-verdrag zullen toetreden.
Dat lijkt echter niet voldoende om de Russen tevreden te stemmen. Russische politici vrezen dat de Baltische en andere nieuwe staten als nucleaire buitenposten zullen dienen van de NAVO. Grote bedenkingen zijn er ook over de NAVO-plannen om militaire basissen in Polen op te zetten. De voorzitter van de Commissie internationale aangelegenheden van de Doema (het Russisch Parlement), Konstantin Kossatschow stelde zich in een interview met de conservatieve Duitse krant Die Welt de vraag die vele Russen stellen: "Waarom hebben de VS nu basissen nodig in Polen? Dan toch om zich te beschermen tegen Rusland?"(8) De Doema stemde eind maart een resolutie met 305 stemmen voor en 41 tegen waarin gewaarschuwd wordt voor de militaire opbouw van de NAVO aan de grenzen met Rusland. Het Russische parlement dreigt ermee dat het land zich wel eens zou kunnen terugtrekken uit de overeenkomsten voor conventionele wapenbeheersing en de nucleaire afschrikking zou kunnen opwaarderen.
De Russische minister van Defensie, Sergei Ivanov uitte in een opiniestuk in de International Herald Tribune zijn ongerustheid over het feit dat de NAVO zich niet veel van de Russische gevoeligheden aantrekt.(9) Naast de militaire basissen en de uitbreidingen kijkt Rusland ook argwanend naar de mondiale ambities van de NAVO. In hetzelfde opiniestuk schreef Defensieminister Ivanov: "Meest zorgwekkend was de NAVO-top in Praag, waar de Alliantie overeenkwam om zelfs militaire operaties uit te voeren buiten het territorium van de leden van de Alliantie, wanneer dat nodig wordt geacht. Nergens in de verklaring van de Top wordt er gezegd dat de NAVO voor dergelijke acties een mandaat zou moeten hebben van de Verenigde Naties" en verderop: "Elke NAVO-actie die niet is goedgekeurd door de Verenigde Naties moet daarom als illegaal worden gezien – inclusief preventieve oorlogen zoals deze in Irak".
Dat het ongenoegen diep zit blijkt ook uit het feit dat de Russische president Vladimir Putin zijn kat stuurde naar Istanbul.
(Uitpers, nr. 55, 5de jg., juli-augustus 2004)
Noten bij het artikel
(1) International Herald Tribune, 21 mei 2004
(2) Istanbul Summit Communiqué op : http://www.nato.int/docu/pr/2004/p04-096e.htm
(3) Jaap de Hoop Scheffer. Istanbul Summit: The Transatlantic Alliance Shaping Stability. Speech in the Centre if European Reform, Brussel, 8 juni 2004
(4) The Financial Times, 27 mei 2004
(5) De verklaringen van beide tops zijn te vinden op: http://www.nato.int/docu/comm.htm#sum
(6) Jan de Hoop Scheffer. Ibidem
(7) ‘NATO-Ukraine Memorandum of Understanding on Strategic Airlift’ zie: http://www.nato.int/
(8) Die Welt, 31 maart 2004
(9) Sergei Ivanov. Russia cannot turn a blind eye to the West. In: International Herald Tribune, 8 juni 2004