auteur: Antoine Uytterhaeghe.
NAVO secretaris-generaal Stoltenberg presenteerde z’n jaarverslag 2020. Ondanks de pandemie kenden vele lidstaten een toename van de militaire budgetten, en de Alliantie versterkt haar banden met de regio Azië-Pacific.
Onder een dramatische economische malaise verhoogden de NAVO lidstaten vorig jaar toch hun defensiebudgetten tot een totaal van 1,1 biljoen dollar. Dit betekent dat de 30 landen van de zelfbenoemde “alliantie van waarden” goed zijn voor meer dan 60 procent voor alle militaire uitgaven in de wereld. Als het merendeel – 785 miljard dollar – nog steeds aan de Verenigde Staten wordt toegewezen, verhoogden de Europese lidstaten en Canada toch hun wapenbudgetten in 2020 met een bovengemiddelde van 3,9 procent tot een bedrag van 323 miljard dollar.
In totaal steken nu elf NAVO-landen meer dan twee procent van hun economische output in hun strijdkrachten. Ter vergelijking, de Chinese regering geeft al jaren 1,9 procent uit aan defensie. De Duitse regering heeft Brussel een bedrag van 52,6 miljard euro aangekondigd, dat is duidelijk meer dan het officiële gebudgetteerd bedrag voor 2020 van 46,65 miljard, een bewijs dat bepaalde militaire uitgaven in andere budgetten verrekend worden. Het gaat hier wellicht om de verrekening van de pensioenen voor de militairen op rust.
Tegelijkertijd breidt de NAVO haar activiteiten uit. Naast haar ‘missies’ in Afghanistan, Irak, in de Middellandse Zee, en Kosovo, hield ze ondanks de pandemie talloze manoeuvres en intensiveerde ze met name haar oefeningen in de Zwarte Zee. Bovendien heeft de NAVO haar betrekkingen met landen in de Azië-Pacific regio uitgebreid. Met Japan en Zuid-Korea, Australië, New Zeeland en Mongolië, wordt een alliantie gesmeed in de strijd tegen China. De eerste vier namen deel aan een meeting met de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken. Bovendien, zo stond in het jaarverslag, moet men een goede samenwerking ontwikkelen voor toekomstige geschillen met Peking. Het militair industrieel complex heeft altijd opnieuw nood aan vijandbeelden.
De waardering van de NAVO in de bevolking boert achteruit. Het aandeel van de burgers in de lidstaten dat bij een mogelijk referendum voor verder lidmaatschap in de alliantie zou stemmen daalt. Het goedkeuringspercentage van 64 procent (2019) gaat naar beneden. In Frankrijk is de goedkeuring slechts 50 procent. Om deze tendens tegen te gaan is de NAVO begonnen haar activiteiten beter te verkopen “om onze burgers te beschermen tegen vijandige verhalen en desinformatie”, aldus het jaarverslag.
Het kwam onder meer tot protest in de Duitse Bondstag vanwege de Linkse fractie die de stijgende uitgaven bekritiseerde met de stelling dat een fractie van het besteed geld aan militaire uitgaven van de NAVO zou volstaan om het covid-19 virus mondiaal te bestrijden. Het opdrijven van de militaire budgetten wakkert alleen maar de bewapeningsspiraal aan.
De diagnose van een hersendode NAVO van de Franse president, de veranderde machtsconstellatie als gevolg van een groeiende invloed van China, de terugkeer van Rusland op het politieke wereldtoneel, hebben de NAVO-secretaris Stoltenberg aangezet om een “reflectiegroep” aan te stellen. Er moeten voorstellen uitgewerkt worden om de NAVO toe te laten zich aan te passen aan de gewijzigde omstandigheden, in een wereld die wordt gevormd door concurrentie tussen grootmachten. “Een wereld waarin staten en landengroepen hun macht een invloed proberen uit te breiden, waarin NAVO-bondgenoten opnieuw voor een systeemuitdaging zullen komen te staan met verminderde veiligheid en gevolgen voor de economie van het Westen.”
Volgens het jaarverslag van Stoltenberg moet de NAVO zich aanpassen in een moeilijk strategische omgeving die wordt gekenmerkt door heropleving van een systematische en aanhoudende agressie van Rusland en China; en de groeiende rol van ontwrichtende nieuwe technologieën.
De NAVO en Stoltenberg lijken bezorgd te zijn over anti-oorlogssentimenten in sommige landen van de alliantie. Daarom zegt de NAVO-secretaris dat “we beter de noodzaak van nucleaire afschrikking moeten uitleggen aan de buitenwereld om de ondermijning van ons essentieel kernwapenbeleid af te weren”.
.