De NAVO volstaat niet om het tij te doen keren in Afghanistan. De propaganda rond offensieven tegen “de laatste bolwerken van de Taliban” kan niet verhullen dat er in de NAVO een crisissfeer rond Afghanistan hangt. Nederland is niet het enige land waar de deelname aan de oorlog sterk in vraag wordt gesteld. Vandaar dat Washington meer en meer elders zoekt, tot in Moskou en Teheran.
De NAVO en Hamid Karzai, frauduleus herkozen tot president van Afghanistan, zoeken via allerlei “nieuwe” wegen uit de impasse te geraken. Geld speelt nauwelijks een rol: bijkomende kredieten voor de oorlogsvoering en geld om Talibanstrijders te doen overlopen zijn twee elementen van de “nieuwe strategie”. Tegelijk kon Karzai er de NAVO van overtuigen (het scenario was wel bij voorbaat afgesproken) om met Taliban te onderhandelen. De Amerikaanse president Barack Obama stelt dat allemaal voor als een aanloop naar volledige terugtrekking. Houdt hij alleen zichzelf voor de gek?
Het offensief van februari in de provincie Helmand moet de indruk wekken dat de
Amerikaanse troepen en hun westerse bondgenoten op het terrein de Taliban terugdringen. Officieel wordt het voorgesteld alsof een van de laatste bolwerken van de Taliban ingenomen zijn. Het doet zo erg aan de oorlog in Vietnam denken waar de zegebulletins vooral voor zelfbedrog zorgden.
Zo bij voorbeeld Kandahar, de tweede stad van het land, waar alleen een kleine zone rond de woning van de gouverneur en die van de broer van Karzai onder controle van de regering staat. In de rest van de stad patrouilleren de Taliban ongehinderd. Het grootste deel van de bevolking vindt die Taliban alleszins minder erg dan de arrogante corrupte bestuurders van de regering.
Die Taliban en hun bondgenoten, waaronder de ultrafundamentalistische Hezb-i-islami van Hekmatyar, zijn bovendien sinds een jaar veel sterker ingeplant buiten hun traditionele bolwerken in het zuiden en oosten. Dat hebben de Duitse troepen ervaren in de streek van Kunduz waar ze officieel kwamen om scholen voor meisjes en dergelijke te helpen bouwen, maar waar ze met een dodelijke raid op een mensenmenigte voor de Duitse bevolking duidelijk hebben gemaakt dat ze daar deelnemen aan een vuile oorlog.
Oude wijn
Het militaire luik van de “nieuwe strategie” is oude wijn in niet eens nieuwe zakken. Meer soldaten en tegelijk “afghaniseren”, dit is een remake van de oorlog in Vietnam. In ijltempo zou een Afghaans leger van 140.000 manschappen moeten gevormd worden. Alleen vrezen de geldschieters van deze optie dat veel van die manschappen onbetrouwbaar zijn, al was het maar omdat ze hun wapens aan de vijand zouden verkopen. De motivatie van die manschappen is erg laag, ze worden niet graag door een groot deel van de bevolking bekeken als huurlingen van de bezetter.
Oude wijn is ook het programma om Talibanstrijders te overhalen om de wapens neer te leggen in ruil voor geld waarmee ze een nieuw leven kunnen beginnen. Dat programma bestaat in feite al lang, maar tot nog toe zijn er slechts 170 op ingegaan. In Kaboel vrezen ze trouwens dat veel Afghanen zich als Taliban zullen voordoen gewoon om geld te krijgen. Op die manier kan men nog aan een behoorlijk cijfer “overlopers” geraken…
“Gematigden”
Dat alles moet sommige leidende Taliban ertoe brengen een dialoog aan te gaan. Een dialoog waarover? Officieel wil men hen ervan overtuigen dat ze zich toch maar beter inschakelen in de Afghaanse democratie. Over Afghaanse democratie spreken na de klucht van de presidentsverkiezingen lijkt niet erg overtuigend – al zijn die Taliban hoe dan ook al geen grote voorvechters van democratische beginselen. Karzai heeft nog eens de puntjes o de i gezet door de Electorale Klachtencommissie volledig onder zijn bevoegdheid te plaatsen. De fraudeur die de controleurs aanstelt.
Enfin, wat men bedoelt is dat de Taliban een grote plaats kunnen krijgen in het bewind in Kaboel, een deel van de macht. Daarover zouden volgens sommige lekken (maar hoever zijn dat geen manipulaties) gesprekken worden gevoerd via of in Saudi-Arabië, zoals bekend ook al een grote democratie.
Het probleem is dat geen enkele Taliban daar oren naar heeft. Voor allemaal is een allereerste voorwaarde om van een dialoog te kunnen spreken, dat alle buitenlandse troepen het land verlaten. Het regime Karzai stelt zonder die troepen echter niets voor, de Taliban vragen in feite niets minder dan de overgave van het bewind.
Men wil nu spreken met alle Talibanleiders die geen te nauwe banden hebben met Al Qaida. Dan moeten de Verenigde Naties hun lijst van medeplichtigen van het terrorisme wel herzien, maar dat moet kunnen. Is men vergetend dat de Talibanleiders na de aanslagen van 11 september 2001 zelf voorstelden om te onderhandelen en om hun banden met Al Qaida te bekijken in het licht van aan gebrachte bewijzen over de schuld aan de aanslagen. Toen werd elk voorstel van de Taliban tot gesprek hooghartig afgewezen. Een gemiste kans?
A little help
Obama rekent op “a little bit of help from his friends” in Europa, Canada, Australië.. maar die vrienden zijn bitter weinig enthousiast. In Duitsland heeft de raid van Kunduz een schok veroorzaakt. De protestantse en katholieke kerk zijn in het geweer tegen de Duitse deelname aan de oorlog, de regering wil liefst die deelname afbouwen. De Amerikaanse druk is groot, maar zelfs de Franse president Sarkozy wimpelt Obama’s verzoeken af. In Nederland leidt de deelname tot een politieke crisis, Canada bouwt zijn sterkte af en Australië volgt.
Om die gaten te vullen, onderhandelt Washington met landen die niet bij de NAVO zitten, zelfs verre van. De Amerikaanse vice-minister van Defensie Michele Flournoy zegt dat andere bondgenoten worden gezocht om een handje toe te steken. Daarbij denkt Washington aan de Groep van Shanghai (Rusland, China, Oezbekistan, Kazachtsan, Tadzjikistan en Kirgizië) die zich allemaal zorgen maken over islamfundamentalisme en de Taliban liefst niet aan de macht zien in Afghanistan. Maar de vice-minister acht ook samenwerking met Iran mogelijk. Dat land heeft immers veel banden met groepen die de Taliban zeer vijandig gezind zijn. Onder andere de verwante Tadzjieken (bijna 30 % van de bevolking) en de sjiitische Hazara’s. En mogelijk met India. India? Dat kan alleen bedoeld zijn om de Pakistaanse leiders nerveus te maken en tot nauwere samenwerking te bewegen.
Opperbevelhebber generaal Ashfaq Parvez Kayani legde begin februari, na zijn bezoek aan het NAVO-overleg, een merkwaardige openbare verklaring af. Het Pakistaanse leger voert operaties uit in Zuid-Waziristan tegen de Taliban die in Afghanistan opereren en sindsdien is het aantal acties van Taliban vanuit dat gebied afgenomen, zei hij. Waarmee hij onderstreepte hoe efficiënt het Pakistaanse leger wel kan zijn. Hij nam een loopje met de feiten, want in Zuid-Waziristan opereren Pakistaanse Taliban die in Pakistan zelf vooral actief zijn. In Noord-Waziristan zitten overwegend Taliban actief in Afghanistan en daar heeft het Pakistaanse leger geen problemen mee. Dat kan later, zei Kayani.
Maar de kern van zijn betoog ging over de wezenlijke belangen van Pakistan. “Wij willen in Afghanistan strategische diepte voor Pakistan”, zei de generaal. In Afghanistan moet een bewind komen dat op goede voet staat met Pakistan – en niet met India. Pakistan wil volop helpen bij de uitbouw van het Afghaanse leger (zoals het eerder deed met de uitbouw van de Taliban). Iedereen kan maar beter rekening houden met de sleutelpositie van Pakistan in de regio, aldus Kayani.
Chantage
Duidelijker kan niet. Obama kan op het Pakistaanse leger rekenen maar alleen als er in Afghanistan gegarandeerd een bevriend bewind komt. Als Washington niet bereid is die prijs te betalen, kan Pakistan beter de Afghaanse Taliban te vriend houden, want daar heeft alvast de Pakistaanse militaire geheime dienst ISI zeer nauwe banden mee. Met andere woorden: het kan de Pakistaanse legerleiding niet veel schelen wie in Afghanistan de lakens uitdeelt, als ze daar maar goed staan met Pakistan. En niet met India.
Op de achtergrond spelen belangrijke etnische relaties mee. De overgrote meerderheid van de Taliban zijn Pathanen, net zoals de bevolking in de Pakistaanse grensgebieden. Voor veel Pathanen is de grens middenin Pathanistan een koloniale erfenis. Pakistan speelt daar op in maar is anderzijds wel beducht voor een Pathaans nationalisme waarbij een deel van Pakistan zich zou losmaken van het land. Maar als Pakistan in Kaboel een bevriend regime wil, moet het de Pathaanse factor uitspelen, want de andere etnische groepen – Tadzjieken, Hazara’s, Oezbeken en andere, zijn daar absoluut niet mee gediend. Het is iets waar India op inspeelt, tot grote ongerustheid van Pakistan.
Hopeloos?
Wat heeft het gros van de Afghaanse bevolking daar allemaal van te verwachten? Ook in de zogenaamde “nieuwe strategie” is dat volkomen marginaal. Het discours over mensenrechten, waaronder vrouwenrechten, klinkt steeds stiller. Het regime van Karzai voelt daar uit zichzelf al weinig voor en met het oog op een opening naar de Taliban wordt het onhoorbaar.
En de Belgische troepen daarin? In de Belgische politiek staan politici die daarover een debat aangaan, zoals Dirk Van der Maelen (sp.a), jammer genoeg erg eenzaam. Nochtans is het meer dan dringend de vraag op te werpen wat die troepen daar doen en of het niet raadzamer is ze dringend terug te roepen. Maar met de huidige ministers van Buitenlandse Zaken en vooral van Defensie telt het alleen Washington ter wille te zijn.
(Uitpers nr. 118, 11de jg., maart 2010)