De NAVO lijkt wel haar jeugd te hervinden in een vernieuwd vijandschap met Moskou. Sedert de Oekraïense crisis is het oude vijandbeeld sterker dan ooit. Het doet goede dienst in de pleidooien voor meer militaire uitgaven in Europa, of als excuus voor het totaal negeren van de roep van een groot deel van de wereld om het kernwapen te elimineren. Tegelijkertijd echter staat de cohesie binnen het bondgenootschap zwaar onder druk. Met name Turkije ligt absoluut dwars door de banden met Moskou aan te halen. Het onvoorspelbare beleid van president Trump is dan reden voor de Europese lidstaten om meer te investeren in de eigen militaire ontwikkeling, zij het binnen het Atlantisch bondgenootschap.
Nieuwe bevelstructuur
De NAVO heeft haar aanwezigheid in het oosten versterkt met vier ‘battlegroups’ in Estland, Letland, Litouwen en Polen. Deze ‘battlegroups’ die respectievelijk geleid worden door Groot-Brittannië, Canada, Duitsland en de Verenigde Staten, zijn multinationaal samengesteld en volledig gevechtsklaar. “Ze tonen de sterke verbondenheid onder de leden van het bondgenootschap. Hun aanwezigheid toont duidelijk dat de aanval op een bondgenoot gelijk staat met een aanval op de hele Alliantie. De battlegroups maken deel uit van een serieuze versterking van de collectieve defensie.” Aldus een communiqué van Evere.
Inderdaad de NAVO heeft haar commandostructuur aangepast. Van een voornamelijk geografische basis werd overgestapt naar een efficiëntere functionaliteit. Er is nu een strategische bevelstructuur voor alle operationele zaken – Allied Command Operations, ACO. De snelle veranderingen in de wereld dwingen, naar eigen zeggen, het bondgenootschap ook beter naar de toekomst te kijken. Deze rol is dan weggelegd voor Allied Command Transformation, ACT. Het operationeel maken van de NATO Response Force – een eenheid die snel en wereldwijd inzetbaar is – staat centraal. De alliantie geeft zichzelf hiermee een ongeziene capaciteit in crisisbehandeling: landmachtbrigades aangevuld met luchtmacht- en marine-componenenten. Bedoeling is om in een vroeg stadium van een crisis op te kunnen treden. Dit vereist de ontwikkeling van allerlei capaciteiten in verschillende domeinen en is een zaak van beide commando’s ACO en ACT. Aldus de uitleg vanuit NAVO-kringen.
Stocks & manoeuvres
De NAVO ziet militaire mobiliteit als de sleutel voor afschrikking in vredestijd en als de sleutel voor collectieve defensie in crisistijd. Bruggen, wegen, havens, spoorinfrastructuur in de verschillende lidstaten moeten militair materieel en troepen kunnen transporteren tussen de lidstaten onderling. “Dit is geen voorbereiding op oorlog, het gaat erom de burgerlijke infrastructuur te laten beantwoorden aan de militaire vereisten in tijden van verhoogde uitdagingen voor onze veiligheid, ook als gevolg van de illegale Russische annexatie van de Krim en de aanslepende destabilisering in het oosten van Oekraïne.”
Hierin past ook een programma voor de opslag van materiaal dat klaar moet staan voor gebruik op echt korte termijn, enkele dagen dus. In België werd de oude kazerne van Zutendaal die tijdens de koude oorlog al voor de NAVO dienst had gedaan, nu opnieuw geactiveerd en ter beschikking gesteld van de Amerikaanse bondgenoot. Er zal ondersteuningsmaterieel opgeslagen worden, de gevechtsstukken worden in Nederland (Eygelshoven), Duitsland (Miesau en Dülmen) en tegen 2021 in Polen gestockeerd. Zutendaal is aldus de vierde stockeringsplaats die door het Amerikaanse leger wordt gereactiveerd. Er zouden zo’n 165 werkplaatsen aan verbonden zijn en een permanente stationering van een dertigtal Amerikaanse militairen. Dit alles maakt deel uit van de nieuwe VS operatie “Atlantic Resolve”, die de Amerikaanse inspanning overkoepeld om de NAVO te versterken, o.a. met een grotere en permanentere aanwezigheid in de Centraal en Oost-Europaese landen. Voor 2018 gaat het om 4,8 miljard dollar. In 2010 werd een verminderde Amerikaanse militaire aanwezigheid in Europa vooropgesteld. Vandaag lijkt de slinger terug de andere kant uit te gaan : “om een snel antwoord te kunnen geven op potentiële urgenties en om als afschrikking te dienen voor mogelijke Russische agressie”, aldus het Amerikaans leger. Belgisch Defensieminister Van de Put legt uit: “We hebben tijdens de Russische manoeuvres van september 2017 gezien hoe snel de ontplooiing gaat van het Russische leger. Ook wij moeten snel kunnen handelen.”
Dat handelen heeft ook z’n nucleaire component. Terwijl 122 landen in Verenigde Naties de totale eliminatie van het atoomwapen eist, gaat de NAVO lekker verder met jaarlijkse oefeningen om de nucleaire capaciteit te onderhouden. Dit jaar gingen deze Steadfast Noon oefeningen door in Kleine Brogel in België en in Büchel Duitsland. Vorig jaar hadden ze plaats in Kleine Brogel en in Volkel, Nederland.
De NAVO past zijn nucleair beleid aan, in het kader van de nieuwe vijandschap met Rusland. Van Trumps Nuclear Posture Review – die de rol van kernwapens in de veiligheidsstrategie van de VS vastlegt – wordt verwacht dat de ontplooiing en modernisering van de niet-strategische kernwapens in Europa zal worden verder gezet. In oktober werden er verschillende B-52 bommenwerpers in Europa gestationeerd. Een signaal dat men naast de ontwikkeling van de niet-nucleaire defensie toch ook nog altijd de nucleaire optie open houdt.
Turkije
Niet dat het veel aandacht kreeg in de grote pers, maar tijdens NAVO-oefeningen in Noorwegen half november 2017 ontstond er een incident waarbij Turkije besliste om haar 40 participerende militairen terug te roepen. De naam van de Turkse president stond tijdens deze manoeuvres immers vermeld op een lijst van vijanden, alsook een foto van Ataturk, de stichter van het moderne Turkije. Turkije eiste en kreeg verontschuldigingen maar blijft zich door de NAVO-partners in de steek gelaten voelen in haar strijd tegen het terrorisme. Ankara zegt te kampen met multilaterale terrorismedreigingen gaande van de Islamitische Staat, over de Koerdische PKK, de Revolutionaire Volkspartij DHKP-C, tot de ‘Fethulla Terrorist Organization’ (FETO – zeg maar de aanhangers van Fetullah Güllen)”. Maar Washington blijft de Koerdische militanten van YPG in Syrië steunen, weigert Güllen uit te leveren aan Turkije, en in een proces in New York wordt Ankara beschuldigd de sancties tegen Irak te hebben overtreden. Ankara meent dat het VS beleid de NAVO-cohesie in het gedrang brengt. Tegenover het verwarde buitenlands beleid van Washington houdt Erdogan vast aan de belofte van president Trump dat verandering op komst is, en schuift Pentagon-uitspraken over verdere samenwerking met YPG opzij. Voor hoe lang nog?
Half september 2017 verklaarde president Erdogan dat Turkije een contract met Rusland had getekend en de eerste aanbetaling had gerealiseerd voor de aankoop van Russische S-400 luchtafweerraketten. Het zou in totaal om een bedrag gaan van tweeënhalf miljard dollar. Dat is een heel eind weg van de spanning die was ontstaan tussen beide landen toen in december 2015 Turkije een Russisch jachtvliegtuig had neergeschoten boven de Syrisch-Turkse grens.
De NAVO wees Turkije op de noodzaak van de interoperabiliteit van het militair materieel tussen de NAVO-legers. President Erdogan wuifde deze kritiek weg: “Wij beslissen zelf over de wijze waarop we ons land willen verdedigen”. Men zou er vanuit kunnen gaan dat de collectieve defensie van de NAVO voldoende zou moeten zijn om Turkije’s veiligheid te garanderen. Inderdaad de NAVO ontplooide Patriotraketten toen de spanningen aan de Syrisch-Turkse grens opliepen. Maar sinds de ‘Güllen-coup’ vertrouwt Ankara het Westen niet meer. Dit wapencontract tussen Turkije en Rusland kan ook gezien worden als een antwoord op de Duitse politiek die de wapenexport met Turkije opschortte omwille van de achteruitgang van de mensenrechtensituatie in het land.
Er zijn ook nieuwe diplomatieke ontwikkelingen aan de gang waarbij Turkije, Iran en Rusland gezamenlijk een vredesinitiatief voor Syrië willen realiseren. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Rex Tillerson, uitte scherp zijn bezorgdheid over deze evoluties. “We vragen Turkije als NAVO-lid om de gemeenschappelijke defensie onder de bondgenoten op de eerste plaats te zetten. Iran en Rusland kunnen het Turkse volk niet de economische en politieke voordelen bieden die het lidmaatschap van de Westerse gemeenschap wel kan bieden.”
Europese Unie
Sedert president Trump aan de macht is gekomen in de Verenigde Staten is de roep naar een sterke Europese defensie veel luider gaan klinken. Er zijn ook al wat politiek spanningen tussen de VS en de EU opgedoken. Europa kan zich niet vinden in Trumps dreigingen om de nucleaire overeenkomst met Iran op te blazen, noch in de openlijke oorlogstaal van president Trump tegen Noord-Korea. Recent kwam er dan nog zijn erkenning van Jeruzalem als hoofdstad van Israël bij. Voeg daar de manier aan toe waarop Donald Trump op de NAVO-top in Brussel de militaire solidariteit van Artikel 5 niet vernoemde en je ziet dat de kloof tussen de VS enerzijds en de Europese landen anderzijds, niet zo snel te dichten zal zijn.
Maar NAVO secretaris-generaal, Jens Stoltenberg, meent dat de versterking van de Europese defensie goed is voor de NAVO. Meer Europese defensie mag niet tegen de NAVO gebruikt worden maar moet als complementair met de NAVO gezien worden. “Geen dubbel materieel, geen concurrentie, wel samenwerking en onderlinge complementariteit. Zeker als we vaststellen dat na de Brexit 80% van de defensie-uitgaven binnen de NAVO van niet EU-bondgenoten zal komen. En drie van de vier battlegroups in het oosten van Europa worden geleid door niet-EU-landen.”
De NAVO dus als bindmiddel tegen politiek uiteengroeien van bondgenoten. Het onderhouden en aanscherpen van een vijandbeeld, met name Rusland, moet dan de overleving en de gezondheid van het bondgenootschap garanderen.
Dit artikel verscheen eerder in het tijdschrift Vrede nr 444