INTERNATIONALE POLITIEK

Naast de letterlijke informatie in de documenten die WikiLeaks op internet plaatst is het vooral de impliciete boodschap die ons moet interesseren

We weten nu onder meer wat we al lang vermoedden: dat Washington perfect wist dat de staatsgreep in Honduras ongrondwettelijk was, dat de Saoedische koning ook een aanval op Iran wil enzovoort … Men kan echter meer leren uit deze informatie:

1. Eerst en vooral valt op hoezeer het systeem van ambassades en diplomaten voorbijgestreefd is. Meer dan een pr-bureau voor de eigen regering en voor economische belangen zijn ambassades niet meer (zie het artikel in deze Uitpers over het interview in Humo van de Amerikaanse ambassadeur in Brussel). Ambassades zijn nog een beetje nuttig om lokaal nieuws en roddels te sprokkelen, de echte beslissingen worden toch in de hoofdsteden zelf genomen, meestal zonder consultatie van de ambassades. Uit heel wat van die teksten blijkt ook dat ambassades vooral dat schrijven en rapporteren wat ze vermoeden dat hun meerderen in het thuisland graag willen horen. Uiteraard gebeurt er veel in en rond ambassades dat het daglicht niet mag zien, maar in ieder geval blijkt uit WikiLeaks dat het huidige systeem van diplomatieke betrekkingen en ambassades dat in de 19de eeuw is ontstaan volledig overbodig is geworden. Ambassades blijven uiteraard nuttig als uitvalsbasis voor illegale praktijken. Wie de versterkte burchten van de Amerikaanse ambassades in Colombia, Irak en Afghanistan heeft gezien zal beseffen dat ambassades wel degelijk nog heel belangrijk zijn, echter niet voor de redenen waar ze officieel voor bestaan.

2. Vervolgens blijkt uit deze informatie een diepgeworteld misprijzen voor democratie en voor de publieke opinie. De Saoedische koning is een middeleeuws despoot wiens gruwelijk regime ongeëvenaard is in de wereld, Iran inbegrepen. Wat die man denkt is belangrijk: hij wil een aanval op Iran. Dat die man misschien vooral is geïnteresseerd in het uitschakelen van een concurrent op de petroleummarkt is, dat die man deels gewoon zegt wat de Amerikaanse ambassadeur graag hoort en dat bovendien zijn eigen Ministerie van Buitenlandse Zaken zich uitspreekt tégen een oorlog met Iran, is niet belangrijk. Maar vooral: uit een recente opiniepeiling van het respectabele conservatieve Amerikaanse Brookings Institute blijkt dat meer dan 70% van de Arabieren niet Iran maar de VS en Israël als de grootste bedreiging voor de vrede ziet én dat eenzelfde meerderheid Iran groot gelijk geeft om kernwapens te ontwikkelen als defensie tegen de kernbommen van Israël. Niets van dit alles in deze diplomatieke correspondentie. Rapport na rapport weerspiegelt een fundamenteel antidemocratische houding van de Amerikaanse diplomaten tegenover de bevolking van de landen waar zij werken.

3. Maar zelfs de lokale bondgenoten – zij het een despoot of een verkozen president, het maakt niet uit – worden misprijzend omschreven in karakterportretten die uiteraard schril afsteken tegenover de hoogstaande morele kwaliteiten van de gemiddelde politieke leiders in de VS zelf. De zelfingenomenheid die uit alle teksten van deze gelekte informatie spreekt is compleet, er zijn géén uitzonderingen voor de minachting die de gemiddelde VS-diplomaat voelt voor eender welk land, democratie of dictatuur, voor de nodeloos ingewikkelde meerpartijenstelsels, voor de hopeloos ingewikkelde parlementaire overlegsystemen, laat staan voor de lokale media … alles is immers zoveel beter in the good old US of A.

4. Tegelijk en helemaal niet in tegenspraak met het voorgaande blijkt ook de complete onwetendheid waarmee Amerikaanse diplomaten hun taak opnemen in het land waar ze toekomen. De lokale situatie wordt aan het eigen ongewijzigde denkkader aangepast. Alles wordt in Amerikaanse termen vertaald: een zeer groot belang voor wat personaliteiten zeggen en denken en een totaal negeren van wat vakbonden, organisaties, zelfs partijen doen en denken. Logisch want in de VS wordt op dezelfde manier gewerkt. Die onwetendheid wordt dus niet alleen in stand gehouden, ze wordt zelfs gekoesterd als een dierbaar goed. Onwetendheid is standvastigheid.

5. Wat ons echter het meest moet verontrusten is de ‘hubris imperialis’ (de keizerlijke hoogmoed) die van al deze rapporten spat. Nergens blijkt uit deze diplomatieke correspondentie het besef dat de publieke opinie in de wereld de VS zélf (en zijn acoliet Israël) als het voornaamste probleem ziet voor de wereldvrede. Hoogmoed komt voor de val, zegt het spreekwoord. Alleen jammer dat een reus als de VS tijdens die val heel wat schade kan aanrichten. Nergens wordt gepleit voor een compromis, een begrip voor het andere standpunt, nergens blijkt ook maar de geringste vorm van empathie met de gesprekspartner. Wie hen naar de mond praat is intelligent, wie dat niet doet is … (vul naar believen woorden van minachting in). Dit maakt dat ondanks het grootste militaire apparaat ter wereld en dito inlichtingendiensten de Amerikaanse regering nauwelijks begrijpt wat er gaande is in de wereld. Dat hoeft ook niet, de VS is zo machtig dat ze haar eigen realiteit creëert. De vraag is maar hoelang dit blijft duren. Voor de bevolking van Irak en Afghanistan te lang.

6. Een goed diplomaat kan goed onderhandelen. Dat wordt over het algemeen toch aangenomen. Uit WikiLeaks blijkt vooral dat Amerikaanse diplomaten nooit onderhandelen, ze komen met een onwrikbaar standpunt dat op een of ander manier, met zachte of harde dwang, wordt opgelegd. Wie niet toegeeft wordt deskundig afgekraakt in de rapporten aan de thuisbasis. Niks analyse van waarom deze of gene bij zijn standpunt blijft, enkel ideologische gemeenplaatsen …

7. Eender welk nuchter observator zal moeten toegeven dat er wel degelijk zaken zijn die beter achter gesloten deuren worden gehouden: onderhandelingen, militaire operaties … De vraag is maar: wie controleert de controleur? Het buitenlands en defensiebeleid zijn zowat de laatste domeinen die wereldwijd (België incluis) nog met de nodige geheimhouding worden omgeven. Het overgrote deel van de nu vrijgegeven informatie kan onmogelijk als noodzakelijk staatsgeheim worden erkend. Uit WikiLeaks blijkt vooral dat geheimhouding bedoeld is tegen de eigen publieke opinie.

In feite zijn de meeste revelaties van WikiLeaks bevestigingen van wat de meesten onder ons al lang vermoedden. Er staat tot nog toe niets in dat verbazing wekt: spionage door diplomaten, afschieten van weerloze burgers, misprijzen voor de publieke opinie, dictators als betere bondgenoten, destabiliseringscampagnes tegen verkozen leiders met de verkeerde politieke prioriteiten …

WikiLeaks is belangrijk als concrete bevestiging van die vermoedens. Maar er is meer. WikiLeaks is een schot voor de boeg van de massamedia. Degelijk onderzoek van bronnen is zowat verdwenen in de hedendaagse ‘journalistiek’. De massamedia voelen zich betrapt en reageren dan ook navenant, ondermeer door gretig in te spelen op de Zweedse perikelen van Julian Assange.

Laat ik even uitgaan van de hypothese dat de Zweedse aanklacht tegen Assange niet politiek geïnspireerd zou zijn én dat de beschuldigingen bewezen worden. Wat verandert dat eigenlijk aan de kern van de zaak? Maakt dat de informatie van WikiLeaks ongeloofwaardig? Verandert dit iets aan het feit dat Amerikaanse soldaten op ongewapende Iraakse burgers schieten?

Op dit ogenblik zijn er al meer dan 2194 websites die WikiLeaks kopiëren. Dat verontrust niet alleen de Amerikaanse regering. Ook de commerciële massamedia zijn zeer ongerust. Meer dan ooit wordt nu duidelijk hoezeer vooral jonge mensen afhaken bij de klassieke kranten en Tv-journaals en zelf hun informatie vergaren. Er wordt dan ook opvallend weinig aandacht besteed aan dit ‘fait-divers’. Onbelangrijk?

Het debat over het nut van WikiLeaks is niet ten einde. Nuchter blijven is de boodschap. Vooral geleuter over ‘historische stappen in de goede richting’ vermijden. Maar één ding staat vast: de geloofwaardigheid van onze massamedia is definitief ondergraven. Dit komt nooit meer goed. Of we dat goed moeten vinden of niet, zal de geschiedenis uitwijzen. Ondertussen moet ook Uitpers onverminderd doorgaan.

(Uitpers nr. 127, 12de jg., januari 2011)

Relevant

Uitpers 25 : Een andere wereld

Uitpers begon in 1999, vijfentwintig jaar geleden. Dat was het jaar van de Battle of Seattle, het massale protest tegen de neoliberale vrijhandelsideologie van de Wereldhandelsorganisatie. Twee jaar later…

 ‘Fuck de media, red de pers’

Voorwaar een merkwaardige boektitel. En wat is dan wel het verschil tussen pers en media ? Het jongste boek van de “geestelijke vader’ van bladen zoals ‘Joepie’ en ‘Dag Allemaal’”,…

Oorlogsmisdaden? Persvrijheid?

Hij had het zelf niet kunnen bedenken, Julian Assange. Precies op het ogenblik dat al onze media bulken van de beschuldigingen aan het adres van Rusland voor oorlogsmisdaden en…

Laatste bijdrages

Bayrou, dan toch

Het zou geen verrassing mogen zijn, en toch: François Bayrou heeft eindelijk een van zijn twee dromen gerealiseerd, hij is premier van Frankrijk. De andere droom: president. Maar voorlopig…

SYRIË: EEN MIDDELEEUWS OPBOD

De weg naar Damascus is lang. De apostel Paulus werd er van zijn paard gegooid. De kruisvaarders moesten eerst de oninneembaar  geachte stad Antiochië (vandaag Turks Antakya) belegeren –…

Komt er stabiliteit in Syrië na het verdwijnen van Assad?

Het regime van Bashar al-Assad is gevallen, maar daarmee is er nog geen eind gekomen aan de gevechten. Het land is nu opgedeeld in twee stukken. Met het vertrek…

Grenskolonialisme

You May Also Like

×