Laten we maar beginnen met cijfers: het derde Europees Sociaal Forum (ESF) van 15 tot 17 oktober 2004 in Londen, mobiliseerde meer dan 20.000 deelnemers. Daaronder 8.000 niet-Britten, uit 70 verschillende landen. Er waren 500 vergaderingen (conferenties, seminaries, workshops,…). Alleen al de grote conferenties werden bevrouwd en (vooral) bemand door 250 sprekers. Het ESF werd gevolgd door 600 persmensen. 500 vertalers en tolken trachtten babelse verwarring te vermijden. De Millennium Dome was met zijn 5.000 gasten drie nachten lang de grootste jeugdherberg ter wereld. En een betoging met 40.000 tot 50.000 deelnemers sloot het geheel af.
Het heeft niet zo veel zin deze cijfers te vergelijken met de vorige edities van het ESF (in Firenze 2002 en Parijs 2003 lag het aantal deelnemers dubbel zo hoog). Immers, de mobilisatiekracht van het ene land is die van het andere niet. Het is belangrijker dit derde ESF te bekijken als etappe in een opbouwproces, waarvan de volgende stappen overigens reeds vastliggen: het vierde ESF in maart 2006 in Athene, en tussendoor belangrijke nationale sociale forums, zoals in Nederland eind november 2004 en in Duitsland in juni 2005.
Vertrouwd
Wat heeft dit derde ESF ons dus gebracht?
Eerst en vooral een bevestiging dat de beweging er staat. “It looks very familiar” was mijn spontaan antwoord toen Jonathan Neale, één van de organisatoren, me vroeg wat ik ervan vond. Dat was ook zo: de dichte stroom bezoekers, de talrijke verscheiden stands, het rijk geschakeerd programma, vele bekende gezichten uit alle hoeken van Europa,… het kwam allemaal vertrouwd over. Vóór je gaat zoeken naar het eigene van deze editie, dien je dat gemeenschappelijke te beklemtonen, dat het hart van het gebeuren uitmaakt. Dat begin van continuïteit is een kracht voor een beweging die nog steeds geen vijf jaar oud is.
Hier en daar hoorde je wat kritiek op organisatorische aspecten. Daarbij wordt gemakkelijk uit het oog verloren wat voor een huzarenstukje het is drie jaar op rij tienduizenden mensen uit zo veel verschillende landen, met hun talen en achtergronden, in één mobilisatiemoment te verenigen. Alleen al de vertaling! Daarbij is de organisatie niet in handen van één groep, met een geroutineerde organisatiecultuur en –traditie. Een ESF kan enkel lukken door bundeling van krachten in een onvermijdelijk chaotisch netwerk, dat gaat van grote vakbonden via klassieke ngo’s tot meer informele anarchiserende groepen. Dit netwerk komt samen, nu eens in Istanbul, dan weer in Berlijn of Brussel (de Europese coördinatie vergaderde reeds driemaal in Brussel, dat daarmee recordhouder is). Doe het maar eens na.
Het is een verworvenheid die moet gekoesterd worden door iedereen wie het menens is een andere wereld mogelijk te maken.
Persoonlijk vond ik de organisatie goed, en zeker niet slechter dan in Firenze of Parijs. Onvermijdelijk waren er zwakke en sterke punten. Alexandra Palace, waar de belangrijkste activiteiten doorgingen, is een prachtig surrealistisch Victoriaans congrescentrum op een groene heuvel in noordelijk Londen. Wel was het spijtig dat er vleesworsten werden opgediend waar Mc.Donalds zijn neus voor zou ophalen. Maar grote zalen hebben nu eenmaal vaste contracten met cateringfirma’s. Daar kom je niet onderuit. En buiten was goedkoop lekker vegetarisch eten te krijgen. Je komt er ook niet onderuit dat zaalexploitanten eigen stewards hebben die een oogje in het zeil houden, en die niet altijd voeling hebben met anti-autoritaire sentimenten. Maar er waren geen grote problemen, en de Britse organisatoren zelf waren vriendelijk en soepel. Over dat soort details kan je met andere woorden boeken schrijven, maar uiteindelijk doet het er niet toe, behalve als je een eitje te pellen hebt met het ESF. En zo liepen er dit jaar wel enkele rond.
Kritiek
Reeds in de aanloop naar het ESF was er veel kritiek op de ‘autoritaire’ en ‘dirigistische’ aanpak van de Britse organisatoren van het ESF. Daarbij werden vooral de Socialist Workers Party (SWP, “trotskistisch”) en de groep rond de burgemeester van Londen, Ken Livingstone, geviseerd. Deze laatste legde 600.000 euro gemeenschapsgeld op tafel ter ondersteuning. De kritieken kwamen reeds op gang toen het voorstel nog maar gedaan werd het ESF in Londen te organiseren: dit voorstel zou niet democratisch zijn, omdat niet iedereen in Groot-Brittannië geraadpleegd was… Het kwam nooit meer goed. Gedurende gans de voorbereiding hield de polarisatie aan. Aan de ene kant had je de kern van de initiatiefnemers, met de SWP, Livingstone, en vakbonden zoals Unison (bedienden) of de RMT (spoor). De andere kant was al even gevarieerd, met de ‘horizontalen’, anarchiserende groepen, radicaal linkse organisaties voor wie de ‘democratie’ een wapen is in de onderlinge broederstrijd, het gerespecteerd altermondialistisch blad Red Pepper, enz. Anarchistische groepen zoals The Wombles plaatsten zich van meet af aan buiten het Forum, en hielden van daaruit de druk op de ketel.
De discussie tussen beide polen liep zoals je kan verwachten: de enen verwijzen naar de eisen die de organisatie van dergelijk evenement nu eenmaal stelt, zoals een minimum aan stevige structuren. De anderen weigeren hun “democratische” eisen te verminderen tegenover wat zij als organisatie-chantage ervaren…
Nog vóór het ESF was er een open brief van 10 Britse ngo’s, waaronder Oxfam, Greenpeace en War on Want, niet echt ‘horizontalen’ dus, met klachten over het gebrek aan inspraak bij de selectie van de Britse sprekers…
Feit is dat het Londense ESF het eerste is waarbij het niet lukte iedereen aan boord te houden. In de voorbereiding naar Firenze en Parijs waren er ook veel problemen, maar toen werd onvermoeibaar gewerkt aan een consensus, vanuit de overtuiging dat de het altermondialisme vele kamers kent. De voorbereiding van Londen werd door velen anders ervaren. De starre aanpak was mee verantwoordelijk voor verschillende belangrijke incidenten, voor het eerst. Het grote debat over Irak, één van de ‘smaakmakers’ van het ESF, moest worden stopgezet, wegens incidenten rond een spreker, rond wiens aanwezigheid reeds in de voorbereiding een heuse polemiek was op gang gekomen. Een ander debat werd stopgezet toen een groep jongeren de zaal binnenkwam om te protesteren tegen de “hiërarchische en mercantiele” wijze waarop het ESF was opgevat: er werd geduwd en getrokken, en het eindigde op een regelrechte vechtpartij met de politie, waarbij rake klappen werden uitgedeeld (ik was toevallig ooggetuige). Dit laatste incident werd tijdens de meeting na de betoging nog eens overgedaan, met opnieuw politie-ingrijpen, arrestaties, boetes,… Elk Forum zijn er wel ‘horizontalen’ met kritieken en alternatieve initiatieven, maar het is de eerste keer dat de communicatielijnen zo verstopt raken.
Wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor deze problemen is nog maar de vraag. De SWP mag dan al een “hiërarchische” organisatie zijn, vele would be “horizontalen” zijn ook geen doetjes. Ruzie maken doe je altijd met twee. De ‘horizontalen’ trokken én de overheidssubsidie (die een stuk lager was dan de andere jaren) én de hoge toegangsprijzen in twijfel, maar slaageden er nooit in een realistisch alternatief ‘businessplan’ op tafel te leggen. Natuurlijk kan je wel enkele honderden jonge activisten in kraakpanden te slapen leggen. Maar een ESF dat openstaat voor een breed publiek en waar alle soorten militanten zich welkom voelen, organiseer je niet zonder subsidie én zonder toegangsgelden.
Ook het feit dat dit ESF meer onder tijdsdruk stond dan de vorige edities heeft de kwaliteit van de dialoog niet in de hand gewerkt.
Het belangrijkste is welke lessen uit deze problemen getrokken moeten worden? Zit de consensusgerichte en inclusieve (insluitende) aanpak, die sinds Firenze wordt gehuldigd, aan een grens? Welke zijn de alternatieven?
Wat mij betreft is er geen alternatief. Het komt er vooral op aan consensus niet te zien als een zwaktebod, waarbij discussie uit de weg wordt gedaan. Integendeel, werken aan consensus vereist dat juist veel energie wordt gestoken in discussie, met luisterbereidheid. Het betekent dat niemand de waarheid in pacht heeft, integendeel, dat de waarheid alleen gevonden wordt juist door de botsing van gedachten en invalshoeken. En dat iedereen erkent dat uiteindelijk beslissingen genomen moeten worden…
Europese coördinatie
De problemen beperkten zich overigens niet tot Groot-Brittannië. In de Europese coördinatie hadden velen het gevoel dat de Britten niet altijd even goed luisterden (“autisme”). Sommigen hebben zich naar verluidt geruisloos uit de Europese coördinatie terug getrokken. Het is niet de eerste maal dat er irritatie ontstaat tussen een organiserend land en de rest van Europa (zo was het enkele maanden oorlog toen de Fransen de fakkel overnamen, na Firenze). Het is wel de eerste maal dat het niet is opgelost geraakt. Een sterk voorbeeld hiervan is de slotbetoging. Er was duidelijk beslist dat deze betoging niet enkel een betoging moest worden tegen de oorlog, maar ook tegen het neoliberalisme, en meer bepaald tegen het antisociaal offensief dat momenteel woedt in Europa. De laatste dagen vóór het ESF bleek de betoging ondanks alle afspraken opgevat te zijn als een loutere anti-oorlogsbetoging. We konden dit zelf vaststellen in de Britse media, en op de betoging, die we van A tot Z bekeken hebben, en die van A tot Z draaide rond de oorlog, de bijdrage van enkele buitenlandse delegaties buiten beschouwing gelaten.
Misschien was niet anders mogelijk. Misschien zagen de Britse vakbonden, nochtans sterk betrokken bij het ESF zelf, geen brood in een betoging rond sociale vraagstukken, en was enkel een betoging opgehangen aan de strijd tegen de oorlog een reële optie. Het was zeker een hele prestatie zonder directe aanleiding opnieuw tienduizenden op straat te krijgen tegen de bezetting van Irak en Palestina. Het getuigt van de vitaliteit van de Britse beweging tegen de oorlog, een belangrijke bijdrage aan het Europees altermondialisme. Maar je begrijpt dat de buitenlandse deelnemers aan de Europese coördinatie zich afvragen met wiens voeten men hier speelt, wanneer zij enkele dagen vóór het ESF informatie krijgen doorgemaild die niet meer blijkt te zijn dan gepatenteerde leugens.
Ook andere incidenten voedden dit gevoel van onbehagen. Zo was het debat rond ‘de hoofddoek’ geen debat, maar een meeting gericht tegen al diegenen die op de één of de andere manier durven vraagtekens te plaatsen bij de fameuze hoofddoek. Zij werden zonder uitzondering en onder groot applaus in de hoek van het racisme geplaatst. De Franse deelnemers, die binnen de linkerzijde een intens en genuanceerd debat achter de rug hebben over de hoofddoek, hebben een ander beeld van het Forum als ‘open’ ruimte.
Ook bij heel wat vrouwen uit de vrouwenbeweging leefde er onderhuids onbehagen. Na de geslaagde vrouwendag in Parijs was er op dit ESF van een autonome vrouwenbeweging weinig sprake.
Sterke punten
Was het ESF erg Brits in zijn zwakke punten (vooral het onderling sektarisme binnen links), dan was het dat ook in zijn sterke punten.
Zo hadden we het gevoel dat het ESF meer dan de vorige edities aansluiting vond bij de moslimbevolking in Groot-Brittannië. Woordvoerders van representatieve moslimorganisaties waren in ieder geval actief aanwezig (herinner u dat de balans wat dat betreft na Parijs eerder negatief was: de migranten uit de banlieus lieten het ESF, ondanks de decentralisatie van het ESF naar de randgemeenten, links liggen). Het ESF was minder wit dan gewoonlijk. Er werd ook veel gerapt.
De aandacht voor de strijd tegen de oorlog en tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden was zeker ook een sterk punt.
Totnogtoe was het ESF vooral een aangelegenheid van het zuiden van Europa, met enkele uitzonderingen (België, bv.). Uit Groot-Brittannië was enkel een sector georganiseerd door de SWP (Globalise Resistance) betrokken bij de organisatie van het ESF. Door het ESF naar Londen te halen is de SWP erin geslaagd veel bredere sectoren te betrekken, paradoxaal genoeg met alle moeilijkheden van dien. De ervaring leert dat nieuwe sectoren betrokken zullen blijven. Na Londen is het ESF meer Brits en dus meer Europees geworden.
Dit ESF is er verder (nog) meer dan de vorige in geslaagd meer te zijn dan een open ruimte voor dialoog en uitwisseling. Er waren meer en betere seminaries, gericht op initiatieven en campagnes tegen het neoliberalisme en de oorlog, en de slotverklaring van de assemblee van de sociale bewegingen is rijker dan de vorige uitgaven (al verliep de voorbereiding van deze assemblee als van oudsher chaotisch) (de verklaring vind je op de website van het ESF: www.fse-esf.org).
België
De Belgische delegatie heeft zeker zijn steentje bijgedragen. Vooreerst dient gemeld dat, mede dank zij de werking van het Sociaal Forum van België, de Belgen goed vertegenwoordigd waren: minstens 700 deelnemers, waarvan gemakkelijk de helft actieve syndicalisten, en waaronder ook kleinere maar effectieve delegaties van de verschillende ngo’s die actief zijn in het SFvB. Daarmee waren de Belgen één van de grotere delegaties. In het programma telden we 35 sprekers uit België. Belgische organisaties namen ook deel aan het plannen van campagnes en initiatieven: 11.11.11 trok mee aan de kar van de Tobintaks, Oxfam Solidariteit was ondermeer betrokken bij de Stop EPA-actie (het nieuwe vrijhandelsverdrag tussen de EU en Europa’s oude kolonies),… De Belgen hadden zelfs een speciale actiebus bij.
De belangrijkste Belgische bijdrage was die rond Bolkestein: een sterk en inhoudelijk uitgebouwd seminarie, en later op de dag een workshop waar allerlei Europese en nationale vakbonden, Attac-afdelingen en andere initiatieven uitgebreid praatten over een mobilisatiekalender voor de komende maanden (eerste afspraak op 11 november). Dit is een indrukwekkende evolutie. Nog niet zo lang geleden keken Italianen of Fransen wat raar op bij het horen van het woord Bolkestein. Zij kunnen het nog steeds niet uitspreken, maar de strijd tegen deze richtlijn (liberalisering van de diensten in de EU) staat nu hoog op de mobilisatie-agenda van de sociale bewegingen in talrijke Europese landen. Het SFvB mag deze pluim op haar hoed steken.
19 Maart
De Assemblee van de sociale bewegingen heeft ook een oproep gelanceerd voor een Europese betoging in Brussel, op 19 maart volgend jaar, tegen neoliberalisme, racisme en oorlog. De aanleiding voor de betoging is de lentetop in Brussel van de Europese Unie, gewijd aan haar sociale agenda. Deze Europese “sociale” top valt samen met de tweede verjaardag van de invasie in Irak.
Na het vorige ESF in Parijs is het uiteindelijk niet gelukt een Europese mobilisatiedag tegen het neoliberalisme te organiseren. Een tweede mislukking zou wegen op de zin van het ESF.
Deze betoging is ook een toetssteen voor de relaties tussen de vakbonden en de andere componenten van het andersmondialisme. De vakbonden zijn meer dan ooit geïntegreerd in het ESF. De Britse vakbonden, inbegrepen de TUC, de koepel, hebben het ESF logistiek en financieel, maar ook inhoudelijk ondersteund. Verschillende syndicale bijdragen over de organisatie van (zeer) precaire werknemers waren erg interessant (het versterkte ook het beeld van de betere aansluiting van dit ESF bij allochtone bevolkingsgroepen).
Samen een betoging organiseren, en dan nog wel rond het thema van een sociaal Europa, is andere koek. De laatste keer in Brussel, in 2001, werd nog betoogd op verschillende dagen… Maar ondertussen is veel samengewerkt, en het wederzijds vertrouwen gegroeid. En de druk van het neoliberaal offensief is toegenomen.
Wat voor een betoging? Een gedetailleerd gemeenschappelijk eisenprogramma uitwerken is niet mogelijk, en ook niet nodig. Wat we nodig hebben is een open, pluralistische, inclusieve betoging tegen neoliberalisme en oorlog, geen strak platform. Het belangrijkste kenmerk van de betoging moet haar massaliteit zijn, om de neoliberale consensus te doorbreken, en de democratische legitimiteit van het neoliberalisme te betwisten. Door haar massaliteit en pluraliteit kan een grote Europese betoging de basis versterken voor een alternatieve legitimiteit in Europa, en zo de samenhang van het neoliberale offensief op de proef stellen. Dat betekent niet dat de betoging geen concrete objectieven kan dragen (denk maar aan de richtlijn Bolkestein…).
Voor de vakbonden is deze betoging een kans. Zij kunnen het Europees sociaal model (sociale zekerheid, openbare diensten,…) niet langer uitsluitend land per land verdedigen. Ook op Europees niveau moet een antwoord worden gevonden op de neoliberale globalisering. De Europese Unie is niet dit antwoord, integendeel, de EU gedraagt zich meer als een instrument van de neoliberale globalisering tegen de nationale welvaartsstaat. De vakbonden kunnen dus niet anders dan meebouwen aan een eigen kracht die op Europees niveau in staat is de naoorlogse welvaartsstaat te verdedigen. Het ESF biedt hen een waaier aan bondgenoten, die helpen de slag om de publieke opinie te winnen.
Meer dan de helft van de vakbondsleden wereldwijd leeft en werkt in Europa. De vraag wat de Europese vakbonden gaan doen is dus niet zonder belang, ook niet voor de rest van de wereld.
Het Sociaal Forum van België (SFvB) kan aan het lukken van deze betoging een belangrijke bijdrage leveren. De twee grote Belgische vakbonden zijn immers vanaf het ontstaan van het SFvB (februari 2002) actief geëngageerd in het SFvB. Wij hebben in België heel wat expertise in huis als het op luisteren en dialoog aankomt. Die kunnen we de Europese sociale beweging aanbieden. We hebben er ook alle belang bij, aangezien Brussel nu eenmaal in België ligt.
De eerste gesprekken gaan eerstdaags van start. Tot dan gaat het voorstel van 19 maart enkel uit van de Europese Assemblee van de sociale bewegingen. De vakbonden konden bij deze besluitvorming niet echt betrokken worden. Dus moet het gesprek worden aangegaan zonder ultimatisme, om een echt gesprek mogelijk te maken. We duimen voor een goede afloop
Een ander gesprek zal plaatshebben in het weekend van 18 en 19 december in Parijs, waar de Europese coördinatie twee dagen de tijd neemt om een balans te maken, alvorens op een volgende samenkomst in Athene het vierde ESF op de sporen te zetten. Wie mee wil denken kan dat via het Sociaal Forum van België (info@wsf.be).
Frank Slegers vertegenwoordigt in het Sociaal Forum van België (www.wsf.be) de Europese marsen tegen de werkloosheid, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting (www.euromarches.org).
(Uitpers, nr.58, 6de jg., november 2004)