De berg van de BRICS-top in Johannesburg vorige week heeft een muis gebaard. Toch mag niet worden vergeten dat muizen heel storend en vervelend kunnen zijn.
Maandenlang was er sprake van een mogelijke beslissing om aan een alternatieve munt te denken die de USDollar in de handelsbetrekkingen zou kunnen vervangen. Dat is makkelijk gezegd, maar niet zo makkelijk gedaan. Wie het dossier ietwat volgde, kon gauw merken dat het een project voor de lange termijn was, net zoals de pogingen die in Latijns Amerika worden gedaan om de afhankelijkheid van de V.S. te verminderen.
Er zijn erg goede redenen voor en ze worden goed uit de doeken gedaan in een recent rapport van het South Centre.
Ten eerste is er de asymmetrie tussen de economische macht van de V.S. en het USDollar gebruik. Waar twintig, dertig jaar geleden de V.S. nog instond voor 45 % van het wereldwijde Bruto Binnenlands Product is dat aandeel nu gedaald tot 25 %. Dat komt vooral door de groei van grote landen als China en India.
De V.S. blijft echter een machtig land en trekt makkelijk buitenlands kapitaal aan. Nergens is de vaststelling zo waar als hier: het Zuiden betaalt aan het Noorden en de V.S. kunnen met hun reservemunt straffeloos boven hun stand leven, iets wat die arme betalende landen niet is gegund.
De V.S. kunnen ook altijd goedkoop lenen en makkelijk nieuwe USDollar uitgeven. Ze hoeven geen rekening te houden met enig koerswisselrisico.
Tenslotte wordt de USDollar vandaag de dag steeds meer als economisch en politiek wapen gebruikt. De V.S. breidt op die manier haar extraterritoriale macht uit en iedereen die handel drijft in USDollar moet de sancties tegen Iran of Rusland volgen en/of ondergaan.
Bovendien sloot de V.S. in 1945 al een akkoord met Saoedi-Arabië om alle oliehandel in USDollar te laten verlopen.
Verzet
Het kan niet verbazen dat steeds meer mensen en regeringen aan die wurggreep proberen te ontsnappen. Het is trouwens niet enkel de V.S. zelf die er dankbaar gebruik van maakt, ook internationale financiële instellingen zoals de Wereldban k en het IMF varen er wel bij.
Grote groeimarkten zoals India en China proberen nu handel te drijven in hun nationale munt. India koopt Russische olie in Renminbi, de Saoedische munt of Roebel. Rusland en China handelen in olie, steenkool en ertsen in Renminbi. Veel Afrikaanse landen proberen zowel de USDollar als de Euro te vermijden. Ghana wil olie betalen in goud. Brazilië en China gaan akkoord om hun eigen respectieve munten te gebruiken.
Het aandeel van de USDollar in de mondiale reserves is gedaald van 85 % in 1977, tot 71 % in 2000 en tot 58 % in 2022, volgens cijfers van het IMF. Meer en meer doen landen vandaag een beroep op goud, wat een vaste waarde blijft.
Kortom, er heerst verzet en vooral veel wantrouwen tegenover de V.S. en hun machtige munt.
Alternatieven?
Er zijn alternatieven maar geen enkel ervan is rijp genoeg om meteen in te voeren.
Verschillende landen, o.m. Duitsland en Frankrijk, probeerden al om aan het clearingmechanisme van SWIFT te ontsnappen. Volgens het rapport van het South Center zou SWIFT een ‘globaal publiek goed’ moeten zijn, maar dat is het helaas niet en sommige landen wordt de toegang ontzegd. China heeft een permanent alternatief ingevoerd.
Een honderdtal centrale banken heeft ook digitale munten uitgegeven, waarmee eveneens aan SWIFT kan voorbij gegaan worden.
Tenslotte zijn er nog de Speciale Trekkingsrechten bij het IMF, een fictieve munteenheid die in 1969 in het leven werd geroepen bij het IMF en berust op een muntenkorf en de reserves die de landen bij het IMF gedeponeerd hebben. Er is wel een algemeen akkoord nodig om ze te kunnen gebruiken.
Echte alternatieven zijn het nog niet en volgens het South Center wordt noch de USDollar noch de Euro momenteel echt bedreigd. We zullen er nog een tijd moeten mee leven.
Wel wordt BRICS aangeraden – de club werd uitgebreid met zes landen – om verder te streven naar het doorbreken van dit machtige monopolie van de V.S., bron van economische én politieke dominantie.