Op dit ogenblik beleeft Evo Morales de moeilijkste ogenblikken van zijn tweejarig Boliviaans presidentschap. Het oosten van het land dreigt zich los te scheuren. Zeker na het referendum van 4 mei in Santa Cruz. Niet alleen de rechterzijde neemt Morales op de korrel, maar ook de extreem linkerzijde.
Wat vooraf ging
Op 8 december 2007 maakte Evo Morales zijn belangrijkste verkiezingsbelofte waar: de wetgevende vergadering, die beheerst wordt door de MAS-partij van Morales, keurde de nieuwe grondwet goed waaraan meer dan een jaar gesleuteld werd. Bolivia werd daardoor een verenigd, onafhankelijk en gedecentraliseerd land en erkent de autonomie van de inheemse gemeenschappen, net als hun taal, wereldbeeld, mythes, mondelinge overlevering en tradities.
Niet iedereen is blij met deze nieuwe grondwet. Vooral niet in het relatief rijkere oosten van het land, waar grote gasvoorraden aanwezig zijn in de zogenaamde halve maan departementen Santa Cruz, Tarija, Beni en Pando. Van de 411 artikels in de nieuwe grondwet moet er nog maar één goedgekeurd worden in een referendum, namelijk de bepaling hoeveel land een individu mag vergaren: vijfduizend of tienduizend hectare? Ook die bepaling krijgt sterke tegenstand van de grootgrondbezitters uit het oosten van het land.
Eenmaal beslist hoeveel land iemand mag bezitten, moet de nieuwe grondwet nog één keer ter stemming voorgelegd worden aan de wetgevende vergadering en daarna wil de regering-Morales de nieuwe constituante via een referendum aan de bevolking ter goedkeuring voorleggen. De machthebbers in het departement Santa Cruz de la Sierra kwamen echter roet in het eten gooien. De regionale overheid organiseerde op 4 mei een regionaal referendum om de statuten voor een autonoom Santa Cruz ter goedkeuring aan de bevolking voor te leggen, zonder daartoe de toelating te hebben van de centrale regering. Deze statuten betekenen in feite een breuk met de Boliviaanse grondwet en leidt tot een nieuw staatsbestel.
Autonomie
Deze krachtmeting tussen centrale overheid en Santa Cruz verliep volledig in het voordeel van het departement. Op 4 mei haalde de uitslag van het betwiste referendum het wereldnieuws. De organisatoren van het referendum zeggen dat meer dan 80 procent van de kiezers voor zelfbeschikking heeft gestemd. De regering-Morales daarentegen voert aan dat 40 procent van de kiesgerechtigden van het referendum weggebleven zijn. “Vandaag laten wij aan de wereld weten dat we autonoom zijn. Leve Santa Cruz!”, verklaarde Branco Marinkovic zondagavond bij het binnenlopen van de eerste resultaten. Marinkovic is de voorzitter van het Burgercomité van Santa Cruz waarin de pleitbezorgers voor zelfbeschikking zich hebben georganiseerd. Morales blijft erbij dat provincies zonder toestemming van de nationale overheid geen referendum over autonomie kunnen organiseren, maar nu stelt hij ook dat de meerderheid van de inwoners van Santa Cruz niet voor die autonomie heeft gestemd.
Bij schermutselingen tussen voor- en tegenstanders in de provincie vielen op 4 mei zeker twintig gewonden. De politie zette traangas in en wierp barricades op om de twee groepen van elkaar te scheiden. Het verzet tegen het referendum werd vooral georganiseerd in de armenwijk Plan Tres Mil in de stad Santa Cruz en in de dorpen ten noordoosten van de provinciehoofdstad. Daar leven veel inheemse migranten uit het westen van het land, de machtsbasis van president Morales. In de dorpen waar veel migranten leven trokken “verzetsbrigades” rond die op sommige plaatsen de stemlokalen blokkeerden of stemformulieren probeerden buit te maken. De scherpzinnige oblaat Gilberto Pauwels, die al meer dan dertig jaar in Oruro woont en werkt, merkt op dat men niet zo maar kan stellen dat het subtropische oosten tegenover de westelijke Andesstreek staat. Dat is een vereenvoudiging van de feiten. Volgens hem gaat het niet om tweegebieden die gemakkelijk van elkaar los te weken zijn. “Groepen mensen zijn vanuit de Andes en de valleien naar het Oosten getrokken en maken daar nu deel uit van de bevolking. Een brede volkslaag in Santa Cruz, vooral dan in de buitenwijken van de stad en rurale gemeenschappen, gaan niet akkoord met de plannen van de grootgrondbezitters en patroons. Eigenlijk wil vrijwel niemand een verscheurd Bolivia. Anderzijds is het ook zo dat in Oost en West om verscheidene redenen, waaronder de inflatie en prijsstijgingen, de steun aan de regering van Evo Morales vanwege de middenklasse aan het afzwakken is.”
Met de organisatie van dit autonomie-referendum heeft men alvast reeds bekomen dat het nationale referendum voor de goedkeuring van de nieuwe grondwet wordt uitgesteld. Na 4 mei hoopt men de uitslag van de volksraadpleging te kunnen aanwenden om dit project naar de prullenmand te verwijzen en zo een van de grootste betrachtingen van de regering van Evo Morales ongedaan te maken. “Liever baas blijven desnoods alleen maar in het Oosten van het land, dan een nieuw Bolivia te laten geboren worden, dit is wat de rijke blanke minderheid in
Santa Cruz wil,” zegt Gilberto Pauwels. Ook in andere rijkere provincies worden nu autonomie-referenda gepland.
Ook extreemlinkse kritiek
Morales moet vandaag niet alleen afrekenen met conservatieve, separatistische krachten. Vanuit extreemlinkse hoek zwelt de kritiek maar aan. Deze nieuwe tegenstanders van Morales grijpen terug naar de revolutionaire ordewoorden waarmee ze in 2003 het vuur aan de lont staken om Sánchez de Lozada ten val te brengen en op 22 januari 2006 Morales parlementair aan de macht te helpen. “We hadden voorgesteld een grondwetgevende vergadering op te zetten om een alternatief uit te werken voor het kapitalistische beleid dat Bolivia voert”, zegt Miguel Justiniano, de leider van het Comité Pro Intereses del Gran Chaco. Dat is een linkse beweging uit het oosten van Bolivia. Dat doel lijkt nu volgens Justiniano weer helemaal onbereikbaar.
Justiniano is een van de leiders van een nieuwe protestbeweging in Camiri, een aardgasrijke streek in de oostelijke provincie Santa Cruz. Samen met zijn medestanders komt hij op voor een volledige nationalisering van de aardgasvelden. Eind maart trad het leger op tegen betogers uit Camiri die eisen dat de regering drie aardgasvelden die nu door buitenlandse bedrijven worden uitgebaat, overdraagt aan de Boliviaanse staatsmaatschappij Yacimientos
Petrolíferos Fiscales Bolivianos (YPFB). Justiniano ijvert ook voor de nationalisering van zilveraders in het westen van Bolivia die nu geëxploiteerd worden door het Amerikaanse bedrijf San Cristóbal.
De linkse critici van Morales krijgen ook steun uit academische hoek. “Er is niets veranderd aan het beleid. Bolivia probeert nog altijd te ontwikkelen door grondstoffen te exporteren”, zegt Justo Zapata, een universiteitsprofessor en energie-expert. Zapata moet wel toegeven dat Bolivia veel meer geld int van de buitenlandse oliebedrijven sinds de regering eind 2006 de contracten in de gassector opnieuw onderhandelde. Eind 2007 kreeg Bolivia 2 miljard dollar binnen van die bedrijven, tegenover 180 miljoen in 2005. Maar Zapata verwijt Morales al het gas gewoon te verkopen, in plaats van het ook in te zetten om de eigen behoeften te dekken. In het aardgas dat Bolivia naar Brazilië pompt, zit bijvoorbeeld onder meer propaan en butaan, nodig om het gas makkelijk vloeibaar te maken. Daardoor is het aanbod van die twee gassoorten op de Boliviaanse markt ‘s winters onvoldoende om de vraag te dekken. Bolivia moet die twee gassoorten dan duur invoeren. Zelf propaan en butaan produceren voor eigen gebruik, zou Bolivia volgens Zapata per jaar een half miljard dollar (314 miljoen euro) kunnen uitsparen. Volgens de professor wil de regering de installaties die daarvoor nodig zijn pas tegen 2012 klaar hebben.
Stemmen uit het buitenland
Ook in het buitenland worden de ontwikkelingen in Bolivia met argusogen gevolgd. Evo Morales kan rekenen op steun van het alternatieve Zuid-Amerikaanse blok ALBA. Deze alternatieve linkse koepel, waartoe naast Bolivia ook Venezuela, Cuba en Nicaragua behoren, scharen zich achter de president. In een verklaring sprak het Bolivariaans Alternatief voor de Amerika’s, zich uit tegen de plannen van de Boliviaanse provincie Santa Cruz om een referendum over autonomie te houden. Het blok noemde het een “destabilisatiepoging” en een “separatistisch plan dat duidelijk indruist tegen de Boliviaanse grondwet”.
Ook meer dan 8.000 linkse intellectuelen uit Latijns-Amerika, Europa en de Verenigde Staten drukken in een petitie op www. todosconbolivia.org hun steun uit aan Evo Morales. Onder meer Noam Chomsky, Adolfo Pérez Esquivel, Rigoberta Menchú hebben de petitie ondertekend. De ondertekenaars steunen het veranderingsproces dat Morales in gang zette en de nieuwe grondwet die hij lanceerde, waardoor de inheemse bevolking in Bolivia niet langer gemarginaliseerd wordt. Ze verwerpen de eis tot meer autonomie van de provincie Santa Cruz omdat die eis ongrondwettelijk zou zijn. Tot slot verwerpen ze de “ontwrichtende en ongrondwettelijke acties door oligarchische groeperingen die de Boliviaanse natie proberen te verdelen”. De ondertekenaars vinden die acties een gevaar voor het land en voor de omringende landen in de regio.
Ook protestantse kerken en sociale organisaties hebben in Bolivia een oproep gelanceerd om de eenheid van het land te vrijwaren. Dat deden ook de Verenigde Staten na het referendum van 4 mei, maar allicht met andere bedoelingen. Ze roepen de partijen in Bolivia op het land niet uiteen te laten vallen en de problemen op een diplomatieke weg op te lossen.
Intussen gaat de krachtmeting voort. “Wordt het een breekpunt dat tot een opgesplitst Bolivia leidt of een historisch scharniermoment dat de deur opent naar een nieuwe fase in het aan de gang zijnde veranderingsproces?” vraagt Gilberto Pauwels zich af.
(Uitpers, nr 99, 9de jg., juni 2008)