Gedurende de eerste vijf maanden van vorig jaar bezondigde een eenheid VS-soldaten in Afghanistan zich aan een waar moordfestijn op burgers. De soldaten namen een hele serie triomfantelijke foto’s van hun vaak verminkte slachtoffers. Het Pentagon deed er alles aan om er voor te zorgen dat de foto’s niet in handen zouden komen van de pers, maar midden maart lekten ze dan toch uit. De beelden zijn ronduit schokkend. De bekende Afghaanse vrouwen en mensrechtenactiviste Malalai Joya publiceerde op 30 maart een reactie in de Britse krant The Guardian (nvdr.).
De afgrijselijke en hartverscheurende foto’s die gepubliceerd werden in de Duitse media, en in Rolling Stone magazine, onthullen eindelijk de akelige waarheid over de oorlog in Afghanistan aan een breder publiek. Alle oorlogspropaganda die draait rond democratie en mensenrechten valt in het niets naast de foto’s van VS-soldaten die poseren met dode en gemutileerde lijken van onschuldige Afghaanse burgers.
Ik moet benadrukken dat de Afghanen niet geloven dat het hier slechts enkele rotte appels onder de soldaten betreft. We geloven dat de brutale acties van deze ‘moordteams’ de agressie en het racisme blootleggen dat onlosmakelijk verbonden is met de hele militaire bezetting. Terwijl deze foto’s nieuw zijn, is de moord op onschuldigen dat niet. Deze misdaden hebben al heel wat protest opgewekt in Afghanistan en hebben het anti-Amerikaans sentiment scherp de hoogte in gedreven onder de gewone Afghanen.
Het verbaast me niet dat de reguliere media in de Verenigde Staten er niet happig op waren om deze beelden van soldaten die er een sport van maken om Afghanen te vermoorden, te publiceren. Generaal Petraeus die nu aan het hoofd staat van de door de Amerikanen geleide bezetting, zegt dat hij groot belang hecht aan de ‘informatie-oorlog’ voor de publieke opinie -en er wordt een gezamenlijke inspanning geleverd om de werkelijke situatie in Afghanistan verborgen te houden voor de VS-bevolking.
Vorige week werd mijn initiële visa-aanvraag om de VS te kunnen betreden afgewezen. De tournee verbonden aan de publicatie van mijn boek werd dus uitgesteld, terwijl mijn aanhangers mijn recht opeisten om toegang te verkrijgen tot het land. De Amerikaanse regering zwichtte onder de druk en stond uiteindelijk mijn bezoek toe. Als het er op aan komt zal de regering niet bij machte zijn om de waarheid over de oorlog in Afghanistan te blokkeren
De ‘moordteam’-foto’s komen waarschijnlijk hard aan bij mensen buiten Afghanistan, maar niet bij ons. Wij hebben ontelbare incidenten gezien waarbij Amerikaanse en NAVO-troepen onschuldige mensen doden alsof het vogels zijn. Niet zo lang geleden vermoordden ze bijvoorbeeld negen kinderen die brandhout aan het verzamelen waren in de provincie Kunar. In februari dit jaar vermoordden ze 65 onschuldige dorpelingen, de meest van hen vrouwen en kinderen. De NAVO hield vol dat ze in dit geval -zoals meestal beweerd wordt- alleen maar opstandelingen gedood hadden, ondanks de verklaring van de lokale autoriteiten dat de slachtoffers burgers waren. Om te voorkomen dat de feiten aan het licht zouden komen, werden zelfs twee journalisten van Al-Jazeera opgepakt die geprobeerd hadden om de plaats van het bloedbad te bereiken en er een verslag over te maken.
De opeenvolgende VS-functionarissen verklaarden allemaal dat ze de burgers zullen beschermen en voorzichtiger zullen zijn, maar eigenlijk zijn ze alleen nauwgezetter geworden in hun inspanningen om hun misdaden te verstoppen en te beletten dat erover gerapporteerd zou worden. De VS en de NAVO geven samen met het hoofdkwartier van de assistentie missie van de VN, meestal statistieken vrij over het aantal burgerdoden waarin de werkelijke aantallen onderschat worden. De realiteit is dat de zogenaamde ‘surge’ van president Obama alleen maar geleid heeft tot een stijging van geweld bij alle partijen en een een groter aantal burgerdoden.
De bezettende legers hebben geprobeerd om de families van de slachtoffers om te kopen door hen 2000 dollar aan te bieden voor elke vermoorde ziel. De levens van de Afghanen zijn goedkoop voor de VS en de NAVO, maar hoeveel ze ook zouden bieden, wij willen hun bloedgeld niet.
Eenmaal je van dit alles op de hoogte bent en eens je de ‘moordteam’-foto’s gezien hebt, zal je beter begrijpen waarom de Afghanen zich tegen deze bezetting gekeerd hebben. Het Karzai-regime is nog nooit zo gehaat geweest: het regeert via intimidatie, corruptie, en met de hulp van de bezettende legers. Afghanen verdienen veel beter dan dit. Dit wil daarom niet zeggen dat alsmaar meer Afghanen het reactionaire zogezegde verzet van de Taliban steunen. In de plaats daarvan zien we de opkomst -onder zeer moeilijke omstandigheden- van een ander verzet geleid door studenten, vrouwen en de gewone arme mensen in Afghanistan. Ze komen op straat om te protesteren tegen het bloedbad bij de burgers en om een einde van de oorlog te eisen. Zulke protestbetogingen werden recentelijk gehouden in Kaboel, Mazar-e-Sharif, Jalalabad en Farah.
Dit verzet wordt geïnspireerd door de bewegingen in andere landen zoals Egypte en Tunesië. We willen ‘de macht van het volk’ ook in Afghanistan zien. En we hebben de steun en de solidariteit nodig van de mensen in de NAVO-landen. Er zijn vele nieuwe stemmen die zich verzetten tegen de dure en schijnheilige oorlog in Afghanistan, waaronder soldaten van de NAVO-legers zelf. Toen ik voor het laatst het Verenigd Koninkrijk bezocht had ik de eer om Joe Glenton te ontmoeten, een gewetensbezwaarde die maanden in de gevangenis spendeerde omwille van zijn weigering om in Afghanistan te gaan vechten. Over zijn tijd in de gevangenis zei Glenton: “In het huidige klimaat beschouw ik het als een eer om een gevangenistermijn uit te zitten”.
Terwijl de wereld dus vol afgrijzen naar de ‘moordteam’-foto’s kijkt, is de moed en menselijkheid van Joe Glenton een belangrijke herinnering aan het feit dat de oorlog in Afghanistan niet tot in de eeuwigheid hoeft aan te slepen.
(Uitpers nr. 131, 12de jg., mei 2011)
The Guardian, 30 maart 2011.
Artikel vertaald door Soetkin Van Muylem, www.vrede.be