« Ik ben fier dat ik in het hart én in de portefeuille van de zakenwereld de plaats van de Tory’s heb ingenomen », zei de Britse premier (en leider van Labour) Tony Blair rond de jaarwisseling. Die uitspraak kwam er nadat bekend werd dat "New Labour" drie cheques van elk rond 3,25 miljoen euro (130 miljoen frank) had ontvangen. Niet van tevreden arbeiders, uiteraard.
Blair benadrukte dat men eindelijk moet afstappen van het idee dat politieke giften op zichzelf negatief zijn, ook al zijn de gulle giften een beloning voor het "pro business" beleid van Labour. Want het verwerpelijke alternatief zou bestaan uit onder meer financiering van de partijen vanuit de staatskas, uiteraard iets dat taboe is voor een politieke ploeg die zweert bij privatiseringen. Blair leek ervan overtuigd dat de ruimere achterban van kiezers daar ook zo over oordeelt. "De kiezers willen dat stelsel niet", zei Blair in januari. Maar enkele weken later wees een peiling uit dat een grote meerderheid van de openbare opinie wel gewonnen is voor publieke financiering van de partijen.
Daar zullen enkele recente schandalen wel voor iets tussen zitten. Want de relaties tussen "New Labour", dat van de "Derde weg", en de wereld van het geld roepen toch wel ernstige bedenkingen op bij de traditionele achterban van Labour, die van de wereld van de arbeid. En daar Blair zeer binnenkort naar de kiezer wil trekken, kan hij die wereld toch niet negeren.
Een van de architecten van de "derde weg", Peter Mandelson, heeft het op het vlak van relaties tot de wereld van het grote geld wel een beetje al te bont gemaakt. Eind 1998 was de strateeg van Labours nieuwe imago al eens als minister moeten opstappen omdat hij vergeten was een renteloze lening van meer dan een half miljoen euro (meer dan 20 miljoen frank) van de rijke collega-minister Geoffrey Robinson aan te geven. In januari moest hij een tweede keer opstappen omdat hij was tussengekomen om een zeer rijke zakenman uit India, Hinduja, aan de Britse nationaliteit te helpen. De heer Hinduja werd in India vervolgd voor corruptie. In Londen droeg hij een flink steentje bij, rond 1,7 miljoen euro (68 miljoen frank) voor de realisatie van de Millennium Dome, een prestigeproject van New Labour dat een jammerlijke mislukking werd. Zowel Robinson als Hinduja zijn als geldschieters goede bekenden van Blair.
Ecclestone, grote sponsor van de F1 wedstrijden, had de partij ook al 1,7 miljoen euro (68 miljoen frank) cadeau gedaan, net vóór die firma toestemming kreeg om uitzonderlijk toch nog tabaksreclame op de wagens te mogen aanbrengen. Dat geld heeft "New Labour" dan toch maar teruggestort.
Blair heeft natuurlijk het gemakkelijke excuus dat de greep van rijke zakenlieden op de politiek onder de Conservatieven zeer groot was, dat er toen zeer ongezonde relaties waren tussen politiek en geld. Maar Blair beloofde de kiezers vier jaar geleden propere handen, daarmee kon hij zijn "New Labour" verkopen. In de praktijk verzorgt Blairs New Labour de rijke vrienden door hen ministerportefeuilles te bezorgen, door ze te benoemen aan het hoofd van belangrijke regeringscommissies, door ze adellijke titels te verlenen, door ze vooral lucratieve deals toe te spelen. Dat is op zichzelf helemaal niet zo nieuw, behalve dan voor Labour.
Zelfs de Financial Times heeft er moeite mee. "De passie van New Labour voor de rijke zakenlui wist de grens uit tussen zakelijk partnerschap en vriendjespolitiek", vindt die krant.
Die voorliefde voor de wereld van de business, van het grote geld, staat ook niet los van de grote geldbehoeften van een partij die alles op het imago zet en daar dure reclamecampagnes voor over heeft. Partijcongressen zijn geen congressen meer waar over politieke stellingnamen wordt gediscussieerd, het zijn grote en zeer dure kermissen waar alles, van het reuzenscherm tot en met de stoelen en de uitnodigingskaarten, door firma’s wordt gesponsord.
Het zijn inderdaad niet de militante vakbonden, die zo zwaar onder het Thatcherisme hebben geleden, die de geslonken kassen gaan openen voor een operatie waarin ze zich niet erkennen, die zelfs rechtstreeks tegen hun belangen ingaat. Blair en zijn New Labour hebben dus ook op het vlak van hun partijfinanciering een duidelijke klassenkeuze gemaakt: die van het kapitaal.
Dat zal de komende weken wat afgevlakt worden. Met het oog op de verkiezingen leggen Blair en New Labour weer wat linksere accenten. Ze hebben het weer over de noodzakelijke uitbouw van de collectieve voorzieningen, over de inspanningen nodig voor onderwijs en gezondheidszorg. Ze hebben immers schrik dat hun ‘natuurlijke kiezers’, de mensen die van hun arbeid leven, op de dag van de verkiezingen verstek geven? New Labour zal weer eventjes een beetje gewoon Labour worden.
Niet teveel, om de vrienden in de City en in Washington niet teveel af te schrikken. Deze laatste maken zich geen zorgen. "Ik zal de noodzakelijke maatregelen blijven nemen om te beletten dat Saddam Hoessein dood en leed veroorzaakt", zei Blair op de dag dat twee Iraakse burgers, Ghaïda Abdallah en Khalil Hamid Alwash, bezweken aan de gevolgen van Amerikaanse en Britse bombardementen.
(Uitpers, maart 2001)