Er zijn van die historische gebeurtenissen die hier ongemerkt voorbijgaan. Juist een eeuw geleden deed zich een grondige verschuiving voor in het geopolitieke machtsevenwicht in het Verre Oosten. Met de “Volksrevolutie” van 1921 werd Mongolië voorgoed onafhankelijk van China. Drie jaar later werd de Volksrepubliek uitgeroepen en werd Mongolië de tweede officieel communistische staat ter wereld.
Grootmachten
Die “Volksrevolutie” kwam er na roerige gebeurtenissen. In de 17e eeuw had de Chinese Qingdynastie Mongolië onder haar gezag gebracht, maar de afzetting van de keizer in 1911, deed de hele regio uiteenspatten. Mongolië riep zijn onafhankelijkheid uit aangezien de onderwerping aan de Mantsjoes nu juridisch van generlei waarde meer was. Bogd Chaan, een Tibetaan, wou de hereniging van het land onder lamaistischboeddisme (het land was gekerstend in de 16e eeuw en sloot in 1913 een bijstandsverdrag met Tibet), en met een tweekamerparlement (1914).
De Russische Revolutie van 1917 brak alle afspraken af, Mongolië werd een speelbal tussen vier grootmachten: Sovjetrusland, de republiek China, Japan en de toenmalige grootmacht Groot-Brittannië. Japan had Rusland zware nederlagen toegebracht (Moekden en de zeeslag rond Tsoesjima, 1905) en wou Korea en Mantsjoerije. Londen zette Rusland onder druk om de Mongoolse onafhankelijkheid ongedaan te maken, uit vrees dat andere Midden-Aziatische landen in opstand zouden komen.
Ungern
Natuurlijk, wie Mongolië zegt, denkt automatisch aan Koeblaj Chaan,Timoer Lenk, maar vooral aan Dzjengis Chaan die in 1206 het Groot-Mongoolse Rijk stichtte. Minder geweten is dat in 1920 de laatste “witte” generaal, de Baltisch-Duitse baron Roman vonUngernSternberg, een poging deed dat Groot-Mongoolse Rijk opnieuw in het leven te roepen.
Ungern had net gebroken met de ataman(hetman of kozakkenleider) Semjenov, die nog een witte republiek “van het Verre Oosten” met behulp van de Japanners trachtte op te zetten, maar zou eindigen aan de galg in 1946. Ungern had zich ook afgekeerd van admiraal Koltsjak, die tijdelijk met het tsarengoud op zijn gepantserde treinen de Transsiberische spoorlijn controleerde, maar in 1919 bij Samara een zware nederlaag tegen het Rode Leger opliep. Koltsjak stierf voor het vuurpeloton in 1920.
Ungern kende Mongolië en Transbaikalië, hij was in 1913 aangesteld om het Russisch consulaat in Oerga (nu Oelan Baatar) te beschermen. Hij haatte alle liberalen en linksen (vooral joden die hij genadeloos uitroeide) – door communisten opgehitste boeren, zo gaat het gerucht, haddenin 1905 het familiegoed Hohenholm (Kõrgessaare)verwoest op het Estlandse eiland Dagö (Hiiumaa). Een loze bewering, want de familie had het landgoed toen al doorverkocht. Ungern zelf zat op de militaire academie in Sint-Petersburg, en bekeerde zich na Siberische opdrachten tot het lamaisme en wichelarij. Hij beroemde zich wel op zijn voorgeslacht, medestichter van de Teutoonse Ridderorde.
Sovjetpropaganda heeft hem achteraf als onmenselijk wreed afgeschilderd. Toch was hij niet wreder dan andere krijgsheren – hij dacht onkwetsbaar te zijn als de reïncarnatie van Dzjengis Chaan. Zeker is dat hij ascetisch leefde, niet dronk, hard was voor zichzelf en zijn officieren, zich een middeleeuwse krijger-monnik voelde. Met de Aziatische afdeling van de cavalerie, goed duizend man sterk, viel hij het door Chinezen in 1919 opnieuw bezet Mongolië binnen (1920). De aanval van de “Ritmeester” op Oerga werd ettelijke keren afgeslagen, maar uiteindelijk, op 3 februari 1921,decimeerde hij de Chinese overmacht.
Die had zich gehaat gemaakt door gewelddadige onderdrukking van de 80.000 inwoners.
In die tijd woonde één op de twee Mongolen in een (boeddhistisch) klooster”, stelt Gerrit Jan Zwier in de Leeuwarder Courant (26 juni 1993). De gewone Mongool bleef nomade, leefde in zijn ger, een ronde vilten tent. Ungern maakte letterlijk de straten van Oerga schoon, liet rioleringen aanleggen, hij nam “des mesuresd’urgencecontre les incendies, les vols et autres” (DmitriPerchine) en liet bestraffen wie zich daaraan te buiten ging.
Volksrepubliek
Zijn succes werd ook zijn ondergang. Hij had het vuile werk opgeknapt voor de Russen, de haat tegen de Chinezen (die tot vandaag voortduurt) had hun Mongolië uitgeleverd: Ungern rukte op naar het noorden, maar de bolsjeviekenzetten een voorlopige regering op in Altan-Boelak. In juni viel Oerga. De communistische verzetsleider SucheBaatar was verstandig genoeg om de “levende Boedda, Bogdo-Ghegeen” te blijven erkennen als staatshoofd. Zijn dood opende meteen de poort voor de uitroeping van de Volksrepubliek Mongolië. Een hoofdzakelijk linkse regering met BogdChaan als staatshoofd werd plechtig ingezworen op 11 juli 1921, de nationale feestdag vandaag.
Met Ungern-Sternberg liep het voorspelbaar slecht af. Op zijn terugtocht richting Tibet, werd hij, de “oorlogsgod Begtse-Mahakala”, de “engel der wrake”, door zijn eigen manschappen vastgebonden achtergelaten voor de bolsjevieken. Zij maakten korte metten met hem. Rondrit in de stad Novo-Nikolaesk (Novosibirsk), schijnproces op 15 september 1921, vuurpeloton – hijzelf geloofde onbewogen dat hij zou reïncarneren.
Mongolië mocht zich opmaken voor 70 jaar communistisch bewind. China hield vast aan zijn aanspraken.Pas na een volksraadpleging over onafhankelijkheid in 1945 aanvaardde Peking het onvermijdelijke: 100 % van de stemgerechtigden kozen voor onafhankelijkheid. In 1953 trok de nationalistische regering op Taiwan die erkenning weer in, vanwege de Sovjetsteun aan Mao Zedong in de (verloren) burgeroorlog. Pas in 2002 onderschreef het intussen demokratische Taiwan opnieuw Mongoliës onafhankelijkheid en wisselde handelsvertegenwoordigers uit.Mongolië bleef overigens Moskou trouw in de grensoorlog aan de rivieren Amoer en Oessoeri met China.
Ommekeer
De collectivisering van de landbouw en de zware, milieubelastende industrie en mijnbouw, tastten in de communistische jaren de eigenheid van het nomadische land deerlijk aan. Een vaste woonplaats werd verplicht– de Vlaamse filmregisseur Peter Brosens heeft die indringende tragedie opgeroepen in Khadak(2006). Het eenpartijsysteem en het bewind van ChorlooglinTsjoibalsan voerden een harde repressie, de bonzen werden in de Stalinjaren uitgemoord, ook 30.000 Mongolen omgebracht, 4 % van de toenmalige bevolking.
Maar net als aan het begin van de eeuw, met de opheffing van het Chinese keizerrijk en de afschaffing van het tsarendom in Rusland, betekende de instorting van het Oostblok (1989-1991) een nieuwe wending voor Mongolië. Uit een kleine protestmars van de Mongoolse Democratische Unie in oktober 1989 groeiden massabijeenkomsten en hongerstakingen; het politburo trad af. Sinds 13 februari 1992 zijn er vrije verkiezingen. Alleen de corruptie bleef. Kort na het bezoek van Ursula von der Leyen eind januari 2021 moest de eerste minister aftreden vanwege een covidschandaal.
Er is een generatiewissel aan de gang, een Mongoolse lente. De nieuwe regeringsleider LoevsannamsraiOjoen-Erdene is de eerste die geen Sovjettijd gekend heeft. Hij werkte al Visie 2050 uit, verjongde drastisch het kabinet en zet nu in op vier assen: brede aanpak van de pandemie; economisch herstel (vooral infrastructuur en digitalisering); steun aan de middenklasse; en stroomlijning van justitie en administratie. De belangrijkste lamatempels zijn intussen keurig hersteld.