Met de mondialisering wordt de repressie tegen syndicalisten steeds maar erger. Dat blijkt uit het jongste jaarrapport van de Internationale Vakvereniging die in 151 landen afdelingen heeft. Die mondialisering leidt tot verscherpte uitbuiting, wat op zijn beurt leidt tot onderdrukking van vakbondswerk tegen die uitbuiting. Vorig jaar werden in de wereld voor zover bekend bijna 90 syndicalisten vermoord, duizenden werden gewond en/of gevangen gezet. Van die 90 waren er wel 49 alleen al in Colombia.
De moorddadige repressie ligt zeer hoog in Latijns Amerika: Colombia 49, Guatemala 10, Panama 6, Honduras 3. Verder Turkije 7, Zuid-Korea 6, Bangladesh 6, de Filippijnen 3. Daarnaast bijna evenveel mislukte moordaanslagen en doodsbedreigingen, meer dan 2500 arrestaties en vele duizenden ontslagen omwille van vakbondswerk.
Het jaarrapport maakt melding van het feit dat veel politieke leiders en ondernemers na de crisis van 2008 opgelucht vaststelden dat er gelukkig vakbonden waren om in crisistijden tot een dialoog te komen en zo sociale explosies te vermijden. Toch is het antisyndicalisme wereldwijd toegenomen. “De crisis is niet voorbij, overal worden besparingsmaatregelen genomen, onder meer in Europa, en die maatregelen zijn niet tijdelijk. De sociale stelsels staan onder druk en er is een algemene tendens om de arbeidswetgeving af te zwakken”, stelt het IVV vast.
België
Het sociaal verzet neemt toe, waardoor elke vakbondsactiviteit iets vijandigs wordt. Moorden zijn slechts het topje van de ijsberg, er is een ganse reeks van middelen om vakbondsmensen te intimideren. Naast landen uit Latijns Amerika, Afrika en Azië vermeldt het rapport daarbij ook België! In België wordt het stakingsrecht uitgehold met wetgeving en rechtspraak die het ondernemers makkelijk maakt stakingspiketten te doen opbreken. Het feit dat patroons vakbondsmensen kunnen ontslaan en alleen maar kunnen verplicht worden een premie te betalen zonder de verplichting betrokkenen weer aan te nemen, is een ernstige aantasting van syndicale vrijheid.
De repressie is hard in enkele landen van Latijns Amerika, Afrika en Azië, vooral daar waar de uitbuiting extreme vormen aanneemt. In talrijke landen is vakbondwerk verboden of worden alleen vakbonden toegelaten die een verlengstuk zijn van het regime – zoals China, Vietnam, Zimbabwe… In één enkel land is vakbondswerk hoe dan ook volkomen illegaal: Saoedi-Arabië. In Azië zijn enkele landen, waaronder Vietnam, Cambodja, Bangladesh…, met elkaar in concurrentie om buitenlandse kapitalisten aan te trekken. Het staat altijd goed om naast lage lonen ook een minimum aan syndicale rechten te kunnen aanbieden.
Maar in de oude kapitalistische wereld is de antisyndicale sfeer ook troef. In de VS geven patroons fortuinen uit om vakbondswerk gewoon onmogelijk te maken, terwijl de wetgeving grote beperkingen blijft opleggen aan al wie in overheidsdiensten werkt. Elders in Europa is het ook somber. In talrijke landen, waaronder Frankrijk en België, worden syndicalisten vaak gepest met slechte uurroosters, mutaties, geen promotiemogelijkheden enz.
Het IVV heeft nogal wat aandacht voor Georgië. Na de “rozenrevolutie” is het daar op syndicaal vlak allesbehalve verbeterd, ook al stelde het Westen Saakasjvili als een grote democraat voor. De Georgische syndicalisten weten beter. Vakbondsmensen worden bedreigd en ontslagen, de overheid tracht vakbonden onder controle te krijgen, zelfs vakbondsbeperkende wetten worden nog te laks bevonden en met de voeten getreden.
Algemeen offensief
Het offensief van overheden en patroons tegen de syndicale rechten en vrijheden is algemeen, aldus het rapport. De mondialisering leidt tot verscherpte concurrentie, overal trachten patroons het onderste uit de kan te halen, naargelang de omstandigheden. Grote internationale bedrijven respecteren soms syndicale rechten in één land, treden ze met de voeten in een ander.
Het rapport geeft het voorbeeld van Deutsche Telekom dat in Duitsland de syndicale geplogenheden naleeft, maar in de VS met alle mogelijke middelen, waaronder ook veel geld, tracht te beletten dat er in zijn bedrijven een vakbondswerking komt.
Onderdrukking van normaal vakbondswerk kan op zichzelf echter geen sociale explosies beletten. Integendeel, want vakbonden kanaliseren vaak het sociale ongenoegen. De revoltes in Egypte en Tunesië waren niet alleen het werk van gefrustreerde gediplomeerden, de stakingen in de industrie en mijnen gaven de doorslag voor het succes. Die sociale explosies kwamen er echter grotendeels buiten de vakbonden. De vakbonden zien nu ook uitbarstingen van verontwaardiging in Spanje en elders waar ze niet of nauwelijks aan te pas komen. Om de simpele reden dat ze zal the weinig tolk zijn van die stomende verontwaardiging.
(Uitpers
nr. 133, 12de jg., juli-augustus 2011)