Prins Albert van Monaco, kroonprins, is geschokt door de Franse beschuldigingen dat Monaco een ‘offshore centrum is waar gemakkelijk kan worden witgewassen’, een ‘fiscaal paradijs’. En ‘Het casino veegt de vloer aan met alle normen’. Die beschuldigingen stonden in een rapport van een ‘informatiemissie’ van de Franse Assemblée nationale over financiële criminaliteit in Europa. "Ze slaan matige fiscaliteit doorheen met witwassen", zei de prins.
De Franse autoriteiten klagen al minstens 37 jaar steen en been over de rol van Monaco als witwasparadijs voor Franse fraudeurs en internationale maffiabazen. In 1963 dreigde president de Gaulle er zelfs mee Monaco desnoods te zullen annexeren.
Eind 1998 (17 november) schreef de Franse krant Le Monde in een commentaar dat het misschien tijd wordt bij wijze van sanctie opnieuw te dreigen de elektriciteit van het prinsdom af te snijden. In Europa is geen plaats voor een Disneyland voor frauderende miljonairs, schreef die krant.
In 1992 had een rapport van de Franse assemblée nationale met namen, feiten en cijfers nogmaals bevestigd dat Monaco steeds meer een toevluchthaven werd voor misdaadkapitaal en misdadigers. Er werden ook namen genoemd uit de omgeving van prins Rainier. Maar daar bleef het bij. Integendeel, nadien werd het nog erger, blijkt uit het jongste Franse rapport. Daarin wordt onder meer de politieke controle over de justitie aangeklaagd: de prins duldt niet dat in sommige affaires ook maar het minste onderzoek wordt ingesteld. De wetgeving garandeert volstrekte anonimiteit om via offshore-firma’s kapitalen te versluizen. Het wemelt er van de dekmantelfirma’s voor dubieuze zaken, enz. Monaco telt ongeveer 5.000 Monegaskische inwoners, naast 12.000 Franse en 13.000 andere residenten. Samen goed voor 6.000 firma’s en 340.000 bankrekeningen.
De Fransen briesen dus al lang. Maar er is weinig veranderd. Toch niet ten goede.
Albert is de zoon van Rainier en wijlen Grace Kelly wiens familie en vriendenkring in de Verenigde Staten vaak werd genoemd in verband met hun banden met maffiagroepen. De Franse boosheid werd in 1963 zelfs een vorm van jaloezie genoemd omdat de prins geen Franse echtgenote had genomen.
Maar er zijn niet alleen de Fransen. De ‘Financial Action Task Force’ is een emanatie van de OESO (Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling, een elitaire club van rijkere kapitalistische landen). In zijn jongste rapport zegt die FATF ongeveer hetzelfde als de Fransen. Maar toch verscheen Monaco tot verontwaardiging van Parijs niet op de zwarte lijst van de FATF (ter informatie: Bahamas, Kaaiman-eilanden, Panama, Dominicaanse Republiek, St.Kitts and Nevis, St.Vincent and the Grenadines, Cook-eilanden, Marshall-eilanden, Nauru, Niue, de Filipijnen, Liechtenstein, Israël en Libanon wel). Monaco staat "slechts" op de grijze lijst van landen en staatjes die zeer nauwlettend in de gaten moeten worden gehouden (met Antigua en Barbuda, Belize, Bermuda, de Britse Maagdeneilanden, St. Lucia, Samoa, Cyprus, Gibraltar, de Britse eilanden Guernsey, Jersey en Man, Malta en Mauritius).
Die lijst was het gevolg van veel diplomatieke drukte achter de schermen, onder meer van de Britse premier Tony Blair die waarschijnlijk de "derde weg" bewandelde door zijn fiscale paradijzen van de zwarte naar de grijze lijst te doen verhuizen. Daardoor allicht zijn ook grote hiaten te verklaren, zoals Luxemburg, Zwitserland, Oostenrijk, Madeira (Portugal), Andorra, San Marino, Hongkong en Macau en het Nederlandse Aruba en Sint-Maarten.
Monaco kan dus blijkbaar op invloedrijke vrienden in de wereld rekenen om niet op de zwarte lijst te komen. Prins Albert dreigt er nu mee het samenwerkingsverband met Frankrijk later dit jaar te herzien, zodat Monaco zich nog minder van Frankrijk moet aantrekken. Het heeft nochtans niet te klagen. In Frankrijk loopt nu al jaren een onderzoek en rechtszaak naar de uitgifte van ‘zeldzame’ postzegels in zeer grote hoeveelheden, zodat de verzamelaars van zeldzame postzegels uit Monaco zwaar werden opgelicht, voor honderden miljoenen frank. De prinselijke familie is daar zelf ook veel beter van geworden. Maar prins Rainier geniet van de onschendbaarheid en zal dus niet voor de rechter kunnen verschijnen.
Monaco is slechts een van de tientallen draaischijfjes ten dienste van de grote financiële delinquenten, fraudeurs en maffiabazen samen. ‘Tired of Tax Havens’, luidde de titel van een commentaar van The Washington Post op 3 juli 2000. Er moet een einde worden gemaakt aan die fiscale paradijzen. Maar die krant, zeker geen progressieve spreekbuis, wees er terecht op dat de groten van de OESO zelf orde op zaken moeten stellen, ze zijn vaak zelf belastingsparadijzen. Zoals de VS, de City van Londen, de Belgische coördinatiecentra…
Op de jongste bijeenkomst van de elitaire club G7 (G8 als de Russen erbij zijn) in Okinawa, is de oorlog verklaard aan de witwaslanden. Oorlog? Panama staat op de zwarte lijst van de TAFT die in 1989 op initiatief van de G7 is opgericht. Toen stuurden de Amerikanen wel troepen naar Panama om Noriega op te pakken (honderden doden onder de burgerbevolking). Maar sindsdien is Panama evenzeer een transitland voor witwassers en drugsbaronnen gebleven. Gaan de VS nu troepen sturen om die oorlog te voeren? Of komen er sancties tegen witwaslanden, met als consequentie dat men ook tegen zichzelf zal moeten oorlog voeren.
Ze hadden anders kunnen beginnen in Okinawa met Poetin te ondervragen over de enorme IMF-kredieten aan Rusland die naar fiscale paradijzen zijn versluisd. Dan had Tony Blair misschien kunnen uitleggen hoe het komt dat die kapitalen onder meer op Britse eilanden (Jersey) terechtkwamen.
Maar de slotverklaring van Okinawa heeft het vooral over de aanpak van de 15 op de zwarte lijst – waaronder Nauru waar al tientallen miljarden dollar vanuit Rusland zijn gepasseerd. Tegen die 15 kunnen er sancties komen, zoals een beperking op de financiële bijstand van internationale financiële instellingen. De anderen, de ‘verdachten’ zoals Monaco, zullen met raad en daad worden bijgestaan om hun leven te beteren. De prinsenfamilie van Monaco kan nu al achterpoortjes bedenken.
(Uitpers, september 2000)