De dood op Lanzarote
Bij Nicky thuis rinkelt de telefoon. Ze is net terug van een avondje shaken en headbangen in het Antwerpse Sportpaleis. Een onbekende stem deelt haar mee dat haar moeder Chantal, haar zuster Nadia en Eva, het dochtertje van haar zus, dood zijn aangetroffen in Yé, een dorpje in een verlaten uithoek van het Canarische eiland Lanzarote. Nicky, ook wel Harley Bitch genoemd door haar Harley Davidson-vrienden, is in alle staten. Ze vertrekt in allerijl naar het Canarische eiland om te weten wat er gebeurd is.
Tijdens haar zoektocht leren we dat Nicky al jaren in onmin leefde met haar moeder en ook vervreemd was van haar zus. Nicky is keihard over haar moeder: sommige vrouwen moet je simpelweg kunnen verbieden moeder te worden. De verteller probeert zich in te leven in het denken van Nicky: ‘Goed, in vergelijking met kindjes uit Haïti is Nicky met een gouden lepel in de mond geboren. Maar dat neemt niet weg dat een kind tot in het diepste van zijn wezen geschokt wordt, met een kracht van minstens 7 op de schaal van Richter, als het afgewezen wordt door zijn eigen moeder. Het verbaast Nicky dat het niet vaker tot moedermoord komt.’ (p. 198) Op Lanzarote spreekt zij met de Spaanse vriend van haar zus Nadia, ze bezoekt het huis waar het familiedrama heeft plaatsgevonden, ze vindt correspondentie en dagboeken van Chantal en ze bezoekt ook het huis dat de moeder gekocht had en bewoonde tijdens haar verblijf op Lanzarote.
In koelen bloede
Zo begint zij zich ook stilaan een beeld te vormen van haar schijnbaar succesvolle en brave zus die altijd zwaar onder invloed van de moeder is gebleven. Nadia studeerde talen, begon als hostess te werken in de toeristensector op Lanzarote,leerde Marcelo, een Spaanse vriend kennen; ze kregen samen een kind en bouwden samen een huis. Nadia leek het gemaakt te hebben in het leven en Nicky was maar een Harley Bitch gebleven: oppervlakkig stoer, biertjes drinken en de Harley laten knallen. Uit de nagelaten brieven ontstaat voor haar echter het beeld van een heel andere Nadia, van het brave meisje dat zich tevergeefs probeert los te maken uit de klauwen van de moeder. De emotionele en financiële zuignappen waren echter vreselijk. ‘Als een bloedzuiger klitte de moeder aan haar vast’. (p. 130) Via de nagelaten brieven van haar zus wordt zij geconfronteerd met de vreselijke waarheid dat haar zus de moeder en daarna haar eigen dochter heeft vermoord, in koelen bloede. Op de bovenste verdieping was een papier met een mes aan een trap gespietst waarop staat te lezen: ‘Ik wilde niet dat ze zou leven zonder vader of moeder, daarom neem ik je met me mee, omdat ik van je hou’.
Familiedrama
Ondanks die duidelijke bewijzen is Nicky toch ten zeerste teleurgesteld in het gerechtelijk onderzoek op Lanzarote dat al na enkele maanden wordt afgesloten. Waarom interesseert het hen geen moer om de diepere drijfveren achter de feiten te kennen? Dat vraagt ze zich af. En dat is ook de hamvraag en de aanklacht van dit boek. Een familiedrama wordt meestal in al zijn gruwelijke details geëtaleerd, maar doordringen tot de diepere achtergronden die tot zo’n drama kunnen leiden behoort er meestal niet bij. Nochtans zegt de verteller, ‘vallen er in de wereld meer slachtoffers door familiaal geweld dan door oorlogen. Je loopt huis meer gevaar dan op straat. Familieleden slaan elkaar al de kop omdat ze het niet eens raken welke tv-kanaal op te zetten of welk automerk aan te schaffen. Objectief beschouwd kun je de familie dus de meest gewelddadige instelling in de maatschappij noemen.’(p. 110)
Dat zegt verteller De Stoop over het thema van dit boek. Het doet me denken aan de film Dans la maison van François Ozon waarin de familie als een slangennest verschijnt en als een bron van neurosen. Ook na twintig jaar blijft De Stoop trouw aan zijn schrijverscredo: hij bedrijft geen literatuur om de literatuur want zijn onderwerpen zijn nooit vrijblijvend. Achter ‘Moedermoord’ gaan vele bazige moeders en onderdanige dochters schuil die in een verwrongen relatie met elkaar leven zonder daarom dood te moeten gaan. Het zal wel niet toevallig zijn dat De Stoop de Gentse psychotherapeut Paul Verhaeghe als een van zijn bronnen vermeld.