De Indiase premier Narendra Modi triomfeert. Het resultaat van zijn hindoenationalistische Baratiya Janata Party (BJP) bij de regionale verkiezingen is nog veel groter dan hij hoopte. In de noordelijke staat Uttar Pradesh, ca 220 miljoen inwoners, haalt de BJP driekwart van de zetels. Drie jaar na zijn zege in de nationale verkiezingen, wint Modi zijn populariteitstest. Voor zijn partij het begin van een nieuw India dat zijn lekenstaat kan ruilen voor een hindoegewaad. Het concept van de Hongaarse premier Viktor Orban voor een “autoritaire niet-liberale democratie” wint veld, van de VS tot India.
De BJP haalt ook sterke resultaten in andere deelstaten (Uttarakhand, Manipur, Goa). Modi kan redelijk hopen dat hij bij de verkiezingen van 2019 opnieuw een stevige meerderheid krijgt. De Congrespartij, die decennia lang de Indiase politiek beheerste, komt er nog weinig aan te pas. In Uttar Pradesh is ze nog goed voor 8 %. Alleen in Punjab, de vijfde staat waar verkiezingen plaats hadden, wint ze.
Kasten
De verliezers zijn de lokale partijen die totnogtoe in Uttar Pradesh de dienst uitmaakten. Zij halen samen wel de helft van de stemmen, maar door hun onderlinge verdeeldheid speelden zij de BJP in de kaart. De verkiezingen gebeuren immers via het Britse stelsel, één gekozene per district met het principe ‘winner takes all’, wie eerst komt wint de zetel. In de nabije staat Bihar hadden de lokale partijen eerder tegenover de BJP front gevormd waardoor ze die BJP van de macht hielden.
In Uttar Pradesh was de rivaliteit te groot. De uittredende regering van deelstaatpremier Akhilesh Yadav van de socialistische Samajwadi Party (SP) trok naar de verkiezingen samen met de Congrespartij. Die SP steunt vooral op kasten uit de middenlaag en op stemmen van de moslims. Terwijl de grote concurrent, de Bahujan Samaj Party (BSP) hoopte de macht te heroveren met de steun van de lagere kasten en een deel van de moslims. De moslims maken een vijfde van de bevolking uit.
Hindoeland
De BJP, die het imago heeft een partij van de hogere kasten te zijn, was er deze keer in geslaagd kandidaten uit alle lagen te presenteren. Uit alle hindoelagen, want de BJP had geen enkele moslim als kandidaat. Zij is dan ook de partij van de ‘hindutva’, India als het land van de hindoes, waar de niet-hindoes slechts gedoogd worden. De campagne draaide dan ook rond het hindoe-zijn. En ze draaide rond premier Modi die naar voor wordt geschoven als de man die India op de wereldkaart plaatst, die India groot en welvarend maakt.
Een detail: Tegen 26 % van de 403 gekozenen (dus meer dan 100) lopen gerechtelijke onderzoeken wegens “zware misdrijven”, gaande van ontvoering tot moord. De BJP zegt wel schoon schip te willen maken met dergelijke toestanden, maar bij de BJP gekozenen ligt het percentage nog iets hoger. En de gekozenen mogen al uit lagere kasten komen, arm zijn ze niet: hun gemiddeld patrimonium ligt, voor zover officieel bekendgemaakt, boven 800.000 euro. Kandidaat zijn is voor velen een investering in een winstgevende bezigheid, een investering die onder meer bestaat uit massaal betalen voor stemmen.
Bankbiljetten
Toch heeft de BJP een beter imago dan de rest inzake corruptiebestrijding. En dat is een belangrijke troef. Nog een grotere troef is de duidelijk nog niet aangetaste populariteit van boegbeeld Modi. Dit relatief succes van de BJP – 312 van de 403 zetels, 40 % van de stemmen – komt er nochtans na de bewogen periode van de “demonetisatie”: op 8 november vorig jaar besliste de regering overnacht dat alle grote bankbiljetten, die van 500 en 1000 roepie (7 en 14 euro) waardeloos werden. Het ging om 86 % van de waarde van alle in omloop zijnde bankbiljetten.
De regering zei dat dit haar manier was om de corruptie en de financiële misdaad te bestrijden. Die plotselinge ontwaarding van de oude biljetten, terwijl er nog geen nieuwe voorradig waren en veel burgers nog geen bankrekening hebben, leidde tot verwarring. De vrees dat dit het sterke economisch elan, met jaarlijkse groeicijfers van 7 percent en meer, zou aantasten, blijkt volgens officiële statistieken ongegrond.
Die statistieken vertellen niets over de zeer uitgebreide informele economische circuits waar het verdwijnen van zoveel biljettengeld zware zwarte gaten heeft geslagen. De straathandel verloor sindsdien naar schatting bijna de helft van zijn omzet. Kleine boeren hadden het moeilijk voldoende zaaigoed te kopen. In de nieuwe begroting voorziet de regering wel een stijging met 24 % in de uitgaven voor het platteland – waar twee derde van de 1,2 miljard Indiase bewoners leven. Uitgaven voor wegen, irrigatie en elektrificatie – 300 miljoen mensen hebben nog geen aansluiting op het stroomnet. Infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg – zeker op het platteland – zijn sectoren die zowat alle regeringen de voorbije 70 jaar ernstig verwaarloosden.
Controle
De BJP ziet in het jongste electoraal succes het begin van een nieuwe periode, een waarin ze onbedreigd en onverdeeld – zonder partners – het land een nieuwe richting uitstuurt. Zoals Erdogan in Turkije doet, wil Modi in India een einde maken aan het lekenkarakter van de staat. Hindutva betekent een hindoe-India waarin de niet-hindoes slechts gedoogd worden.
Naar het voorbeeld van Erdogan, Orban in Hongarije, Kaczynski in Polen en steeds meer Trump in de VS, probeert Modi onderwijs en media onder controle te brengen om ze de nationalistische boodschappen te doen overbrengen, om de jongere generaties te kneden. De BJP controleert het Hogerhuis, waarvan de leden door de deelstaatparlementen worden aan geduid, nog niet, maar het scheelt niet veel meer. De wereld van de media en uitgevers staan onder zware hindutva-druk. En dat is ook meer en meer het geval met Bollywood, de wereld van de Indiase cinema.
Zwak verzet
De opposities zijn zwak. De Congrespartij is slechts een schaduw van vroeger, links is teruggedrongen tot enkele lokale bolwerken. De vakbonden hebben in september vorig jaar een grote nationale staking georganiseerd. Ze eisten een verhoging van het minimumloon dat nu op 6.396 roepie (ca 85 euro) per maand ligt (en niet altijd wordt toegepast). Volgens de vakbonden heeft slechts vier procent van alle werknemers enige arbeidsbescherming en zelfs die wordt uitgehold. De vakbonden eisen ook een veralgemeend sociaal zekerheidsstelsel.
De vakbonden zijn onderling echter verdeeld, zelfs binnen de vakbonden spelen kastenrelaties. De regering ondergraaft de al beperkte syndicale rechten, in talrijke grote privébedrijven worden vakbonden buiten gewerkt om plaats te maken voor “huisvakbonden” in handen van het patronaat. Een jaar eerder was er ook al een goed opgevolgde staking geweest, maar volgens de vakbonden nam de regering zelfs niet de moeite intussen contact te nemen met de vakbonden.
Voor Modi ligt de weg steeds wijder open naar de ‘Hindutva’, naar een “autoritaire niet-liberale democratie” zoals Orban het verwoordt. Orban, Kaczynski, Erdogan, Trump… ze zitten op dezelfde lijn.