De Indiase verkiezingen zijn over halverwege en draaien meer dan ooit rond één thema: premier Narendra Modi. Alsof het om een referendum gaat over zijn tien jaar regeerbeleid. Of eerder, over zijn semi-religieuze status, want daar draait het meer en meer om. Vooral nu Modi zelf de haat tegen de moslims van India, ca 200 miljoen, aanwakkert met het schrikbeeld van de “omvolking”: de moslim minderheid is erop uit een meerderheid te worden. Precies hetzelfde thema dat een deel van uiterst-rechts in Europa gebruikt om bij kiezers angst aan te wakkeren. Natuurlijk zitten Modi’s hindoenationalisten en Vlaams Belang op dezelfde lijn, ze hebben dezelfde matrix, het fascisme.
Haatcampagne
De Bharatiya Janata Party (BJP) van Modi heeft nochtans alle middelen ingezet, waaronder geld, justitie en fiscale politie, om in die verkiezingen 400 van de 545 zetels te halen, ruim voldoende om de grondwet te kunnen veranderen in de zin van de ‘Hindutva’. Om van India de staat van hindoes te maken waar niet-hindoes hoogstens kunnen gedoogd worden. Uitslag op 4 juni, dan zullen alle deelstaten gestemd hebben.
Maar de opkomst ligt tot nog toe lager dan vijf jaar geleden, en bij de BJP hebben ze daar geen goed oog in. Ze voerde sinds januari campagne rond Modi als de leider die onder meer de top van de G20 had georganiseerd en die het land eindelijk moderne infrastructuur had gebracht. En vooral als de grote roerganger die op 22 januari in Ayodhya de tempel van Ram had ingewijd op de plaats waar hindoefanaten in 1992 een oude moskee hadden vernield. Maar blijkbaar volstond deze alomtegenwoordigheid van Modi in de campagne niet. Hij werpt zich nu uitdrukkelijker in de strijd om met opgedreven moslimhaat kiezers in de komende twee weken naar de stembus te lokken.
De premier heeft het over de “indringers” die een “demografische jihad” voeren door meer kinderen te maken om zo tot een “omvolking” te komen, om een meerderheid te worden. In media en cinema wordt al jaren het thema van de “love jihad” bespeeld, moslimmannen die hindoe meisjes in een huwelijk lokken, natuurlijk om veel moslim kinderen te maken. De fanatieke hindoemonnik Yogi Adityanath waarschuwt ervoor dat moslimbenden erop uit zijn massaal koeien af te slachten. Deze extremist is premier van de deelstaat Uttar Pradesh, meer dan 250 miljoen inwoners waar speciale koeienmilities jacht maken op moslims verdacht van het slachten van koeien.
Adityanath komt net als Modi en talrijke ministers – onder wie Amit Shah op Binnenlandse Zaken – uit de Rashtriya Swayamsevak Sangh (RSS). Deze extremistische beweging van “Vrijwilligers” is in 1925 opgericht met als model het Italiaans fascisme. De RSS heeft rond 80.000 afdelingen met miljoenen ideologisch en fysiek opgeleide leden. Deze RSS is de matrix van de BJP en van alle organisaties rond het idee van de Hindutva. Ze maakt zich zo weinig mogelijk zelf vuil, het smerige werk besteedt ze uit aan filialen als Bajrang Dal, berucht om haar gewelddadige ‘strafexpedities’ tegen moslims, christenen en andere “afgedwaalden”.
Schone schijn
De BJP hoopt met een ruime meerderheid in de Lok Sabha, de Kamer, een nog grotere greep te krijgen op justitie. Dat was aan het begin van de campagne ook gelukt door onder andere Arvind Kejriwal, de deelstaatpremier van Delhi, te doen opsluiten voor corruptie. Maar in dit geval is de regering teruggefloten door het anders nogal gewillige Hooggerechtshof: Kejriwal – ook leider van de AAP, de ‘Partij van de gewone man’ – is op 10 mei op vrije voeten gesteld tot begin juni. Zodat hij campagne kon voeren en meteen voor opschudding zorgde met zijn uitspraak dat Modi volgend jaar opstapt. Wie dan? Minister Amit Shah, de architect van de democratische afbraak? Of de even fanatieke monnik? Kejriwal wou gewoon wat onrust zaaien, en dat is hem gelukt.
Die lagere opkomst heeft volgens enkele commentatoren te maken met het feit dat de meeste inwoners zelf niet zoveel merken van al die fantastische resultaten waar Modi mee uitpakt. Het meest zichtbare, de infrastructuur, is overduidelijk merkbaar na decennia sloomheid. Maar bij de grote groeicijfers van de economie, hebben veel economisten twijfels over de werkelijkheid ervan.
En vooral over de weerslag op het grootste deel van de bevolking. Mumbai heeft nu inderdaad meer supermiljardairs dan Peking. Maar er zijn met die groei weinig, veel te weinig jobs gekomen. De werkloosheid ligt bij jonggediplomeerden op meer dan 40 %. En globaal genomen werkt 85 % in de zogenaamde “informele economie”, wat betekent zonder enige sociale bescherming.
De oppositie, waarvan een groot deel verenigd in de coalitie INDIA met o.m. de Congrespartij, hangt in de campagne het beeld op van Modi als de premier van de rijken, voorop Ambani en Adani. Toen deze laatste in lastige papieren raakte, werd Congresleider Rahul Gandhi belet daarover vragen te stellen.
Illiberaal?
De uitslag op 4 juni is ook belangrijk voor de rest van de wereld waar men het alsmaar blijft hebben over de grootste democratie van de wereld. Die “democratie” is de voorbije vijf jaar vooral geëvolueerd in de richting van een “illiberale democratie” die de Hongaarse premier Viktor Orban als het model van de toekomst promoot. Verkiezingen, maar met gemuilbande media, universiteiten en oppositie. Met weinig ruimte voor kritiek. Ook in India zijn de jongste zeer veel ngo’s uitgeschakeld met reglementen rond buitenlandse financiering. Modi en zijn BJP dulden bij voorbeeld geen BBC-documentaire over de rol van de premier in de jacht op moslims in 2002 in zijn deelstaat Gujarat.
Maar daar komen weinig buitenlandse protesten tegen. India is mondiaal te belangrijk om de leider ervan voor het hoofd te stoten. Die wentelt zich dan maar in zijn rol van een leidende stem van een zogenaamd “Globale Zuiden”. Ook de ‘moslimwereld’ zwijgt. Saoedi-Arabië, de Arabische Emiraten en co hebben zelfs grootste plannen met India voor eigen zijderoutes; 200 miljoen gediscrimineerde moslims zullen dat niet tegenhouden.