De herziening van de grondwet van India is niet voor morgen. Premier Narendra Modi en zijn uiterst-rechtse Bharatiya Janata Party (BJP) grijpen in de verkiezingen naast de daarvoor vereiste meerderheid. Het is INDIA, een blok van oppositiepartijen rond de Congrespartij, dat voor de verrassing zorgt, zo bleek dinsdag uit de voorlopige resultaten. De coalitie rond de BJP van Modi verliest (met ca 45 % van de stemmen) rond 60 zetels, het oppositieverbond (41,5%) gaat van 94 naar 230 van de 543 zetels.
Grondwet
Modi’s droom was tegen 400 zetels te halen. Of dan toch een twee derde meerderheid om de droom van de uiterst-rechtse hindoenationalisten waar te maken: de Indiase grondwet ontdoen van zijn (vage) lekenkarakter en plaats te maken voor de ‘Hindutva’. Om van Bharat (India) het land van de hindoes te maken.
Met die meerderheid hoopte de BJP eindelijk ook justitie volledig naar haar hand te kunnen zetten. Haar greep is nu al groot, maar af en toe liggen onder andere de rechters van het Hooggerechtshof dwars. Bij voorbeeld aan de start van de campagne om openheid over de milde schenkers van de partijcampagnes te eisen.
De NDA, de alliantie rond de BJP, haalt met ca 295 zetels wel nog de meerderheid. Maar de BJP alleen niet. En daar de meeste bondgenoten van de BJP politici zijn die met posten, subsidies of garanties tegen vervolging met haar gingen samenwerken, is de loyauteit van veel van die lieden, erg onzeker. Onmiddellijk nadat de uitslagen vielen, ging de Congrespartij – de as van de oppositie- al enkele van die politici benaderen om te doen overlopen.
Toen de BJP door de lagere opkomst bij de eerste rondes ongerust werd over de resultaten, was ze meer dan ooit de moslims gaan aanvallen als onechte Indiërs. Als nazaten van de moslimheersers die de hindoes volgens de BJP zo lang onderdrukten. En die door slinkse praktijken, zoals de ‘love jihad’, het land weer in handen willen krijgen.
Arm en rijk
Maar dat heeft dus minder gewerkt dan door de BJP verhoopt. Ook het andere grote thema, de snelle economische groei, maakte niet zoveel indruk: de meeste Indiërs merken daar zelf weinig van. De regering Modi heeft zwaar geïnvesteerd in infrastructuur, de toestand was dan ook erbarmelijk. Maar zelfs in New Delhi snakken ze nog altijd naar drinkwater te midden van een afschuwelijke luchtvervuiling.
India heeft nu ook modern spoorwegverkeer en 140 luchthavens, de dienstensector is sterk toegenomen, de industrie niet. De werkloosheid ligt hoog, van de jong gediplomeerden zit nu 42 % zonder enig werk. En 85 % van wie werkt, zit in de zogenaamde ‘informele sector’, zonder enige sociale bescherming.
Anderzijds zijn de rijke bevriende zakenlui supperrijk geworden, ze zijn de top van de Aziatische miljardairs. In Mumbai leven nu meer dollarmiljardairs dan in Peking. Modi is in de ogen van veel Indiërs “de premier van de rijken”. Ook die groeiende ongelijkheid heeft duidelijk meer doorgewogen dan de aangedreven angst voor een “omvolking”.
De oppositie scoort vooral sterk in de zuidelijke deelstaten. Maar zelfs in de noordelijke Hindi-gordel verliest de BJP pluimen. Zo haalt de oppositie in de volkrijkste staat, Uttar Pradesh, de helft van de 80 zetels. Deze staat is het bolwerk van de radicale hindoemonnik Yogi Adityanath, deelstaatpremier en vaak genoemd als mogelijk opvolger van Modi.
Het wordt voor Modi dus iets moeilijker om elke kritiek het zwijgen op te leggen. Zijn ‘illiberalisme’, het fnuiken van elke kritiek, heeft tot nog toe altijd kunnen rekenen op de welwillendheid van de rest van de wereld, ook die uit de moslimwereld.