Terwijl de Indiase premier Narendra Modi de Amerikaanse vice-president J.D. Vance en gezin hartelijk als vrienden verwelkomde, betoogden Indiase boeren tegen mogelijke Indiase toegevingen inzake handel. De sterk verhoogde Amerikaanse douanetarieven zijn wel tot 8 juli opgeschort, maar de boeren vrezen dat er in de plaats een handelsakkoord komt dat nadelig is voor de Indiase landbouw.
Op de eerste dag van het vierdaagse bezoek deed Modi alvast de allergrootste moeite om Vance, zijn vrouw en drie kinderen supervriendelijk rond te leiden. India heeft zelf zeer hoge tarieven tegen invoer uit de VS om zo zijn landbouw te beschermen.
India en de VS onderhandelen al langer over een handelsakkoord; dat stuit vooral op die bescherming van de Indiase landbouw waar de helft van de bevolking zijn inkomen haalt. “Go home Vance, India is not for sale”, riepen boeren op diverse manifestaties. Die zijn vooral georganiseerd door de boerenorganisatie AIKS die verbonden is met de communistische CPI.
India heeft na de afkondiging van Trumps hoge tarieven op geen enkel ogenblik tegenmaatregelen afgekondigd. Opposanten verwijten de regering zo in een zwakke positie te staan en daardoor makkelijker te buigen voor de sterke Amerikaanse druk.
Voor Washington is het afwegen wat doorweegt: meer kunnen uitvoeren, maar tegelijk de politieke banden aanhalen. Voor de VS is India de belangrijkste inzetbare pion tegen China. Het wil India sterker inschakelen in de Quad (militaire samenwerking met VS, Japan en Australië). Maar intussen zit India wel samen met China in de door de VS gehate BRICS en ook in et Shanghai Samenwerkingsverband.