Laten we Centraal-Europa etnisch zo homogeen mogelijk houden, lijkt het devies van leiders en een groot deel van de bevolking. Geen migranten dus. Tegelijk is er een sterke stroming naar politieke gelijkschakeling rond de visie van de Hongaarse premier Viktor Orban (foto): een “autoritaire niet-liberale democratie”. Nu de Brexit op komst lijkt, is er een nieuw motief voor homogeen politiek denken, Mitteleuropa is verenigd in zijn afwijzing van een sterke politieke EU, de markt volstaat.
De dominerende partijen van Polen, Hongarije en Kroatië zitten op één lijn, vaak met de hete adem in de nek van nog meer radicaal rechts dat oprukt in landen als Slovakije, Hongarije en Oostenrijk. Maar ook in de nabije buurt: Beieren en de rest van Duitsland, Zwitserland, het noorden van Italië. Oekraïne.
Centraal-Europa als vruchtbaar veld voor de autoritaire democratie. Niet alleen Centraal-Europa, ook Rusland en Turkije zijn vruchtbare terreinen. Orban heeft onder meer grote bewondering voor de Russische president Poetin en de Turkse president-sultan Erdogan, deze leiders delen dezelfde opvattingen. Orban, Kaczynski (leider van de Poolse regerende PiS) en co zitten in de Europese Unie waar ze invloedrijke vrienden tellen.
EVP
Het is al lang geweten dat de Europese Volkspartij (EVP), van christendemocratische origine, het niet nauw neemt met het democratisch gehalte van de toetredende partijen. Meer dan 20 jaar geleden gaf Willfried Martens, toen aan de kop van de EVP, me een eenvoudige uitleg op de vraag waarom de EVP de partij Forza Italia van Silvio Berlusconi toeliet: we moeten de grootste zijn, anders steken de socialisten ons voorbij.
Vandaar dat de EVP het niet moeilijk heeft met “autoritaire democraten” op zijn Orbans. Diens partij Fidesz, is op het einde van de jaren 1980 ontstaan als een libertaire jongerenpartij die in de eerste plaats anticommunistisch was. Tot eind van vorige eeuw zat ze bij de Liberale Internationale, al had Orban zijn partij enkele jaren eerder een aartsconservatieve richting uitgestuurd. Met die ommezwaai wou hij profiteren van de crisis van de andere rechtse partijen.
Het legde Fidesz geen windeieren, ze nam inderdaad de kiezers van MDF (Hongaars Democratisch Forum) en van de Partij van Kleine Landeigenaars over en groeide uit tot de grote conservatieve autoritaire partij die ze vandaag is. Sinds 2000 als volwaardig lid van de EVP.
Brede rechtse waaier
Bij de EVP zit nog een andere rechts nationalistische partij, de Kroatische Democratische Unie (HDZ) die in november vorig jaar de verkiezingen won. Zij vormde een regering met een kleine centrumpartij onder leiding van een ‘technocraat’ uit Canada, Tihomir Oreskovic, die ze vorige maand zelf ten val bracht. Aan de top van de HDZ zitten leiders die het regime van de fascistische oestasji’s willen rehabiliteren.
Fidesz en HDZ hebben enkele zusterpartijen in de regio die wel uitgesproken conservatief maar niet zo autoritair zijn. In Polen regeerde het Burgerplatform (PO) tot de verkiezingen van oktober 2015. Ook de conservatieve Poolse Boerenpartij (PSL), een restant van de communistische periode, zit bij de EVP. Die partijen leunen wel meer aan bij andere zusterpartijen uit de regio, de Tsjechische en Slovaakse christendemocraten, de Oostenrijke ÖVP en vooral de Beierse CSU, verbonden met de CDU.
De Oostenrijke ÖVP is in 2000 niet in de ban van de EVP geslagen toen ze ging regeren met de uiterst-rechtse FPÖ. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel riep toen op om de Oostenrijke skipistes te boycotten, de Franse president Jacques Chirac en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder steigerden, maar de coalitie hield het zeven jaar vol. Die ÖVP is niet veranderd, de FPÖ is intussen veel sterker geworden.
Beieren
Ook in Midden-Europa zit een van de machtigste partijen van de EU, de CSU, vaak de Beierse tak van de CDU genaamd. Maar zo eenvoudig is dat niet, de CSU is wel degelijk een aparte politieke formatie, duidelijk rechtser, nationalistischer dan de CDU.
De jongste tijd gaan er meer dan ooit stemmen op om de activiteiten van de CSU uit te breiden tot de rest van de Bondsrepubliek, daarin gesteund door opiniepeilingen die een aparte CSU succes voorspellen. een aparte CSU zou onder meer de groei afremmen van de radicaal rechtse AfD (Alternative für Deutschland). De CSU zou dan in gans Duitsland kunnen naar voor komen als een oerconservatieve en eurosceptische partij.
Nog rechtser
Naast de partijen uit de brede EVP-familie zijn er nog diverse grote groepen daarbuiten die op de lijn Orban zitten. Met op kop de Poolse PiS, Recht en Rechtvaardigheid, die in het EU-parlement deel uitmaakt van de fractie van Conservatieven en Hervormers. Deze fractie omvat naast de Britse Conservatieven o.m. ook de N-VA, de radicaal rechtse Deense Volkspartij en de ‘Ware Finnen’.
PiS onderscheidt zich van Orban wel op internationaal vlak: Orban steekt zijn bewondering voor de Russische president Poetin en diens autoritaire aanpak niet weg, PiS-leider Jaroslaw Kaczynski is visceraal anti-Russisch. Haar vijandige houding tegenover de EU is onder meer ingegeven door haar oerconservatieve standpunten, de EU is in haar ogen promotor van abortus, homohuwelijk en dergelijke. De PiS profileerde zich in de verkiezingscampagne van 2015 wel als een partij die opkomt voor sociale rechten en tegen de invloed van grote transnationale ondernemingen.
In dezelfde xenofobe hoek zit de Slovaakse Nationale Partij, SNS, die traditioneel vooral anti-Hongaars is. De etnische Hongaren, ca 10 % van de bevolking, zijn volgens SNS Slovaken die Hongaars spreken. De jongste tijd wierp SNS zich vooral in de strijd tegen migranten in het algemeen en tegen mogelijke moslimmigranten in het bijzonder. Ze staat daarin verre van alleen. De sociaaldemocratische SMER van premier Roberto Fico zit op dezelfde lijn. Kleinere partijen wedijveren met SNS en anderen inzake euroscepticisme en verzet tegen migratie. Maar ze moeten allemaal onderdoen voor de fascisten van Marian Kotleba.
Het verzet tegen de komst van migranten legde de SNS bij de recente verkiezingen (maart) geen windeieren, want na 4 jaar afwezigheid keerde ze in het parlement terug met 15 van de 150 zetels. Ze komt opnieuw, aan de zijde van de sociaaldemocraten, in de regering.
En nog rechtser
PiS, SNS… er is nog extremer. De Hongaarse Fidesz voelt vooral de hete adem in de nek van Jobbik, de Hongaarse fascisten die nu respectabel willen overkomen na een periode waarin ze pogroms met moordpartijen tegen Roma organiseerde. Marine Le Pen van het Franse Front National vond Jobbik niet aanvaardbaar om toe te treden tot haar fractie in het EU-parlement.
Jobbik-leden marseren ongegeneerd in uniformen van nazi-milities, zonder dat dit in Hongarije tot grootscheepse felle reacties leidt. Jobbik scoort zeer goed bij een deel van de jeugd dat in die partij vooral een protest tegen het establishment ziet, als een protest tegen een zeer moeilijk stresserend dagelijks leven. Links, dat jaren regeerde, is voor die jeugd een aftands onderdeel van het establishment.
Jobbik heeft in Slovakije een partij naar haar hart, de ‘Volkspartij Ons Slovakije’ van Kotleba die zich uitleeft tegen de Roma. Als Slovaaks nationalist heeft Kotleba het echter niet zo erg begrepen op de Hongaren, wat dan weer een obstakel is voor vriendschap tussen zijn partij en Jobbik. Kotleba regeert over de regio Banskà Bystrica en haalde bij de verkiezingen van maart 14 zetels. Kotleba maakt zich geen zorgen over respectabel overkomen.
De Oostenrijkse FPÖ wordt in eigen land alleszins respectabel genoeg gevonden om ernstig kans te maken bij de electorale herkansing voor het presidentschap in oktober.
In Kroatië kunnen de postfascisten zo makkelijk hun plaats vinden in de HDZ, dat er niet veel ruimte is voor extreem-rechts daarbuiten. Daar zit nog wel de HSP, de Kroatische Partij voor Rechten die al sinds de 19e eeuw actief is, maar na interne twisten onbetekenend is geworden.
Tsjechen
In dat Mitteleuropa plaatje is weinig sprake van Bohemen en Moravië, samen de Tsjechische Republiek. Radicaal rechts kreeg er al wel af en toe voet aan de grond, onder meer met campagnes tegen de Roma, De jongste uitingen gaan uit van een soort Tsjechische Pegida, al zijn er nauwelijks moslims in het land en zijn er al evenmin veel migranten uit moslimregio’s.
Electoraal stelt radicaal rechts er voorlopig zeer weinig voor. De bestaande groepen concentreren zich op strijd tegen migratie, maar dat is geen groot thema. Het euroscepticisme is vooral te vinden bij de grote partijen, zowel sociaaldemocraten als sommige liberalen. Tsjechië is het enige land waar nog een sterke communistische partij actief is – 33 van de 200 zetels.
Die voorlopige bijna-afwezigheid van radicaal rechts en ultraconservatieven heeft vermoedelijk te maken met het feit dat Tsjechoslovakije tussen 1918 en 1940 wel reële democratische instellingen had. Het was een van de weinige landen ook waar de communistische partij in 1945 sterk ingeplant was, daardoor was er minder het gevoel dat het communisme van buitenuit was opgelegd.
Polen kende tussen de twee wereldoorlogen in een periode van geleide democratie, Hongarije leefde met de Horthy-dictatuur, Kroatië kreeg na de aansluiting bij het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen – later Joegoslavië – al snel af te rekenen met het autoritair Servisch koninklijk bewind. In geen van die landen waren er historische wortels voor een complex van democratische instellingen, rechten en vrijheden.
Europa
Vandaar misschien ook dat Orbans visie over een autoritaire niet-liberale democratie op minder weerstand stuit in een regio waar begrippen over democratische rechten en vrijheden veel abstracter lijken. En dat de bij ons veel vermelde ‘Europese waarden’ er minder prioritair lijken dan de markt met zijn vrij verkeer van producten en mensen. De euro is in deze regio trouwens nog een zeldzaamheid, alleen Slovakije introduceerde de eenheidsmunt (en Oostenrijk uiteraard).
Na het Brexit referendum lijkt het euroscepticisme in Mitteleuropa wel te bekoelen, de risico’s van een crisis in de EU worden ineens reëel. Een partij als de ÖVP plaatst het uittreden uit de EU ineens niet meer op de agenda, het verliest zijn propagandawaarde. Maar alle regeringen van deze regio zijn het er wel over eens dat de EU niet meer moet zijn dan die markt, verder willen ze een minimum aan bemoeienissen en aan discussies over ‘waarden’. Het Poolse PiS, het Hongaarse Fidesz, het Kroatische HDZ en het Slovaakse SNS waken daar vanuit hun regeringsposities over. Als het over migratie gaat, zitten de regeringen met sociaaldemocraten met hen op één lijn tegen de EU in Brussel.
En links?
Links heeft nog weinig impact. In Polen is links bij de verkiezingen eind vorig jaar zelfs uit het parlement verdwenen. In Tsjechië regeren de sociaaldemocraten met liberalen, in Slovakije doen ze dat samen met uiterst-rechts. In Hongarije wordt links als oppositie stilaan voorbijgestoken door Jobbik. In Kroatië verloren de sociaaldemocraten en hun bondgenoten in maart de verkiezingen.
Telkens sociaaldemocraten in die landen regeerden, voerden ze er een zeer neoliberaal beleid, werden de grenzen wijd open gezet voor buitenlandse ondernemingen die nationale bedrijven tegen een zacht prijsje overnamen. Die partijen zijn door hun beleid in zwaar diskrediet geraakt en werden vooral in de ogen van jongeren volkomen ongeloofwaardig. Ook dat draagt bij tot het profiel van een “democratie” die autoritair en anti-liberaal is.