INTERNATIONALE POLITIEK

Millenniumdoelstellingen en ‘gezondheid voor iedereen’

Werkgroep Gezondheid en Millenniumdoelstellingen, ‘Spoedige beterschap… in 2015!? De lange weg naar ‘gezondheid voor allen’’, april 2006, 75 blz., 5 euro.

Honderdeenennegentig landen hebben een akkoord ondertekend om tegen 2015 de armoede in de wereld te halveren. Het zijn de zogenaamde millenniumdoelstellingen of een lijst van acht becijferde doelstellingen die tegen 2015 moeten gerealiseerd zijn. De lijst werd in 2000 opgesteld door de Verenigde Naties.

Niet iedereen die begaan is met ontwikkelingssamenwerking voert een vreugdedansje uit nu er duidelijk omschreven millenniumdoelstellingen op tafel liggen. In de wereld van de niet-gouvernementele organisaties is er meer kritiek dan hoerageroep. 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging, voert een campagne rond de millenniumdoelstellingen onder het motto ‘2015: de tijd loopt’ en is vast van plan deze actie ettelijke jaren vol te houden. Organisaties die actief zijn op het vlak van de gezondheidszorg hebben eveneens zo hun bedenkingen over deze nieuwe en modieuze term ‘millenniumdoelstellingen’. Ze staken de koppen bijeen om de zaak eens grondig en kritisch te bekijken en dat leverde een uiterst boeiende en leesbare brochure op: ‘Spoedige beterschap… in 2015!?’

De ‘Werkgroep Gezondheid en Millenniumdoelstellingen’, die deze brochure uitgeeft, is een nieuw en ook wel uniek samenwerkingsverband. In de jaren negentig hadden de niet-gouvernementele organisaties en de vakbonden elkaar al gevonden rond thema’s als ‘schone kleren’ en arbeidsrechten. Vandaag gaan de ngo’s, een aantal specifieke gezondheidsorganisaties zoals Geneeskunde voor de Derde Wereld, Medicus Mundi en Sensoa en de twee grote mutualiteiten (Landsbond der Christelijke Mutualiteiten en Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten) samen in een gemeenschappelijk initiatief rond het thema: ‘gezondheid voor iedereen’ en millenniumdoelstellingen. (1)

Doelstellingen van rijke landen

Ook dit nieuwe samenwerkingsverband staat kritisch tegenover de millenniumdoelstellingen. Even deze doelstellingen overlopen: 1. tussen 1990 en 2015 honger en extreme armoede bestrijden (concreet het percentage van mensen dat honger lijdt en met minder dan 1 dollar per dag moet leven halveren); 2. basisonderwijs voor iedereen tegen 2015; 3. bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en van de emancipatie van de vrouwen (genderongelijkheid in basisonderwijs en middelbare scholen uitroeien); 4. tussen 1990 en 2015 de kindersterfte onder de 5 jaar met twee derde verminderen; 5. de reproductieve gezondheid verbeteren (tussen 1990 en 2015 de moedersterfte met drie vierden verminderen); 6. tegen 2015 de opmars van hiv/aids, malaria, tuberculose en andere ziekten een halt toeroepen en beginnen terugdringen; 7. verzekeren van een duurzaam milieu (tegen 2015 het percentage mensen zonder duurzame toegang tot veilig drinkwater halveren); 8. tot stand brengen van een wereldwijd pact voor ontwikkeling.

In ‘Spoedige beterschap tegen 2015’ wordt een aantal rake kritieken over deze doelstellingen geformuleerd. “Regeringen willen natuurlijk vooral scoren op die ontwikkelingsproblemen die opgenomen zijn in de millenniumlijst. Zij dekken echter niet alle noden. Belangrijke aspecten van een goed ontwikkelingsbeleid, zoals tewerkstelling, basisinfrastructuur of seksuele en reproductieve gezondheidszorg zullen relatief minder aandacht en financiële middelen krijgen. De prioriteit kan zelfs middelen wegtrekken van programma’s die niet rechtstreeks bijdragen tot de doelstellingen.”

Voorts is er ook “het probleem van de duurzaamheid”. “Aangezien de millenniumdoelstellingen mikken op 2015 en de oorzaken van armoede en onderontwikkeling onbesproken laten, gaat het niet noodzakelijk om duurzame oplossingen. Na 2015 zouden de resultaten wel eens kunnen verdwijnen als sneeuw voor de zon.” “De rijke landen laten de prioriteiten op het vlak van de ontwikkelingshulp bepalen door deze doelstellingen. Bijgevolg is er de neiging om de steun vooral toe te spitsen op die landen waar met een minimum aan middelen snel zichtbare vooruitgang kan worden geboekt. Ze kunnen deze succesverhalen dan op hun palmares inschrijven. En het is niet eens zeker dat in deze landen de nood het grootst is. Armoede halveren bijvoorbeeld is veel moeilijker in die landen waar de armoede het grootst is.”

“Meer nog, de rijke landen kunnen de millenniumdoelstellingen gaan gebruiken als stok achter de deur. Arme landen (en hun maatschappelijke organisaties) moeten zich ‘bekeren tot de millenniumaanpak’ als voorwaarde om recht te hebben op financiële hulp. Om een beroep te kunnen doen op fondsen moet het Zuiden nu al voldoen aan een hele reeks voorwaarden van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. Deze voorwaarden (meestal een mengeling van privatisering, liberalisering en besparingen in de overheidsdiensten) hebben vaak nefaste gevolgen voor het land in kwestie.”

De brochure van de ‘Werkgroep Gezond en Millenniumdoelstellingen’ merkt ook op dat de eerste zeven millenniumdoelstellingen allemaal netjes en becijferbaar geformuleerd zijn. De achtste doelstelling, waarin eigenlijk een en ander van de rijke landen en de ‘internationale gemeenschap’ wordt geëist (namelijk een partnerschap om tot reële ontwikkeling te komen), is uiterst vaag gehouden. “Voor wie de geschiedenis van de doelstellingen kent,” stelt de Werkgroep, “is dit eigenlijk niet verwonderlijk.” “De millenniumdoelstellingen worden voorgesteld als een project van de Verenigde Naties, alhoewel ze werden uitgedacht door een denktank van de rijke landen. Het Comité voor Ontwikkelingshulp van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), de club van rijke landen, kwam in 1996 voor het eerst met de idee op de proppen om internationale ontwikkelingsdoelstellingen te formuleren. De OESO-doelstellingen werden uiteindelijk met minimale wijzigingen aanvaard door de VN. In feite gaat het dus om doelstellingen van de rijke landen die ter gelegenheid van het nieuwe millennium in een nieuw jasje werden gestoken.”

Het belangrijkste probleem is wellicht dat de millenniumdoelstellingen niet op zoek gaan naar de oorzaken van armoede en onderontwikkeling – het is een opsomming van problemen zonder dat daartegenover een coherente strategie wordt geplaatst, die tot werkbare en duurzame oplossingen kan leiden (“een strategie op krukken” – zo staat in de tekst).

Principes van Alma Ata

En meer nog de millenniumdoelstellingen (zeker op het vlak van de gezondheidszorg) gaan minder ver dan vorige door de Verenigde Naties uitgewerkte prioriteiten. De ‘Werkgroep Gezondheid en Millenniumdoelstellingen’ grijpt terug (en dat doet bijvoorbeeld de ‘People’s Health Movement’, een koepel van gezondheidsorganisaties uit de Derde Wereld eveneens) naar de beginselverklaring van de VN-gezondheidstop van Alma Ata in 1978 (een initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het VN-kinderfonds UNICEF). De vertegenwoordigers van 134 landen schaarden zich achter de basisprincipes in Alma Ata. En die waren een stuk duidelijker en radicaler dan de millenniumdoelstellingen. Ten eerste werd gezondheid in Alma Ata gedefinieerd als een mensenrecht. Ten tweede stelde deze conferentie dat gezondheid een kwestie is van tegenmacht opbouwen. (Inspraak van de basisgemeenschappen is essentieel voor de uitbouw van een gezondheidsdienst die het recht op gezondheid voor iedereen garandeert). Derde principe: gezondheid is een kwestie van sociale rechtvaardigheid. En tenslotte moet gezondheid worden aangepakt in de context van een nieuwe internationale economische wereldorde.

Inmiddels hebben we een nieuwe economische wereldorde, maar ze werd gedicteerd door de Wereldhandelsorganisatie, het IMF, de Wereldbank en de regeringen van de rijke landen, de Verenigde Staten en de Europese Unie op kop.

Alternatieven voor ultraliberalisme

In een eerste deel van de brochure wordt een stand van zaken opgemaakt: “de vinger aan de pols van een zieke wereld”. Uit de harde feiten blijkt dat de meerderheid van de wereldbevolking absoluut ongezond is en dat er weinig reden tot juichen is, laat staan op hoop dat enkele beperkte millenniumdoelstellingen kunnen worden bereikt tegen 2015. Voorts geeft deze brochure een perfect overzicht van de nefaste uitwerking van de ultraliberale globalisering op de volksgezondheid. Met soms kafkaiaanse voorbeelden. Op de Fillippijnen kunnen steeds meer armen zich bij ziekte niet langer laten behandelen en is er overigens een tekort aan dokters en medisch personeel. Tegelijk worden in het land artsen in spoedtempo opgeleid om als verpleegkundigen te gaan werken in de rijke landen. Sinds 2000 zijn al meer dan 5000 Fillippijnse artsen op die manier naar het buitenland vertrokken. Tegelijk organiseert de Fillippijnse overheid programma’s voor medisch toerisme. Chirurgische ingrepen worden er aangeboden tegen een fractie van de prijs in de rijke landen. Fillippijnse ziekenhuizen bieden niertransplantaties aan voor de helft van de gangbare prijs. “Dokters uitvoeren, zieken invoeren”, ook dat is een onderdeel van de geliberaliseerde handel…

En wat uitermate boeiend is: er worden ook tal van alternatieven toegelicht voor een betere gezondheidszorg op het terrein: structurele gezondheidsprogramma’s in landen als Mozambique en Cuba, mutualiteiten in West-Afrika en Centraal-Amerika, gezondheidscomités op de Filippijnen en in de door Israël bezette Palestijnse gebieden, initiatieven in de strijd tegen aids/hiv in Afrika, enzovoorts.

‘Spoedige beterschap… in 2015!?’ is een werkstuk dat er toe doet en een aanrader voor al wie begaan is met onze ‘zieke wereld’

(Uitpers, nr. 75, 7de jg., mei 2006)

(1) De ‘Werkgroep Gezondheid en Millenniumdoelstellingen’ bestaat uit: 11.11;11;- Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging, Bevrijde Wereld, Centre National de Coopération au Développement (CNCD 11.11.11), Centre Tricontinental (Cetri), Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking (FOS)/Socialistische Solidariteit, intal/Geneeskunde voor de Derde Wereld, Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, Le Monde Selon les Femmes, Medicus Mundi Belgium, Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, Oxfam-Solidariteit, Sensoa (Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv), Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking (UCOS) en Wereldsolidariteit/Solidarité Mondiale.

Deze brochure is te koop bij 11.11.11 (www.11.be/winkel) – Vlasfabriekstraat 11, 1060.

Laatste bijdrages

Waarom laait het geweld terug op in Syrië?

Een fors offensief van de Syrische gewapende oppositie doet de burgeroorlog die het land al 13 jaar in zijn greep heeft, terug oplaaien en brengt het conflict opnieuw onder…

Wat wil BRICS?

Sinds de 16de vergadering van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, Indië, China en Zuid-Afrika) in het Russische Kazan heeft deze groep een ietwat aparte plaats ingenomen als multilaterale organisatie. Het…

Argentinië. In gesprek met Atilio Boron

FM: Verkozenen van uiterst rechts zijn al lang geen uitzondering meer. Toch blijft het voor veel buitenstaanders moeilijk te begrijpen dat iemand als Javier Milei kon verkozen worden als…

Straatnamen: een brok geschiedenis

You May Also Like

×