Er kwam veel politiek gesjacher aan te pas, maar uiteindelijk kreeg het Witte Huis zijn miljardensteunpakket voor Oekraïne, Israël en Taiwan gestemd in het Congres. Voor Oekraïne is er een bedrag van 61 miljard dollar voorzien, het grootste deel in de vorm van militaire steun.
Hoewel het over een nooit eerder gezien bedrag gaat valt op dat weinigen in Washington geloven dat dit tot wezenlijke veranderingen op het terrein zal leiden.
Maar een deel van het totaalbedrag zal worden gebruikt voor effectieve wapenleveringen aan Kiev. Een ander deel moet dienen om de voorraden van het VS-leger opnieuw aan te vullen van reeds geleverde of nog te leveren wapens en munitie. 7 miljard dollar zal gebruikt worden om te investeren in de defensie-industrie van de VS zelf om productiedoelstellingen te halen. Verder is 7,3 miljard dollar voorzien voor de versterking van de VS-aanwezigheid in Europa en wordt 7,9 miljard dollar uitgetrokken voor financiële steun aan Oekraïense instellingen, met inbegrip van de ordehandhavingsdiensten. Er gaat ook 3,3 miljard dollar naar de VS-inlichtingendiensten. Nog eens 2,5 miljard dollar gaat naar diverse vormen van humanitaire hulp. Alles samen zal dus ‘maar’ goed de helft van het steunpakket naar nieuwe wapenleveringen aan en militaire trainingen in Oekraïne zelf gaan.
Gezien de precaire situatie van de Oekraïense troepen aan het front moeten deze nieuwe wapens er op korte termijn voor zorgen dat ze standhouden tegen de Russische overmacht. Washington houdt naar eigen zeggen vast aan de idee dat het aan Oekraïne toekomt om te beslissen hoe de oorlog zal eindigen. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky blijft benadrukken dat de gevechten zullen doorgaan tot het volledige grondgebied is bevrijd, met inbegrip van de Krim – een strategie die van bij het begin ook werd aangemoedigd door de VS in het kader van een westerse confrontatiepolitiek tegen Moskou. Dat betekent evenwel dat de VS en zijn NAVO-bondgenoten aankijken tegen een lange periode van militaire steun, zonder garanties dat Kiev zal slagen in zijn opzet.
Militaire steun zonder duidelijke strategie
In Washington weet men heel goed dat het hulppakket van 61 miljard dollar niet meer kan doen dan ervoor zorgen dat Oekraïne standhoudt de komende maanden tegen de intenser geworden Russische aanvallen. Daarenboven is de scepsis over de oorlogsdoelstellingen van Zelensky toegenomen. Weinigen geloven nog dat Oekraïne in staat zal zijn om het hele grondgebied terug onder controle te krijgen.
Volgens Samuel Charap, een analist van RAND, een invloedrijke militaire denktank in de VS, moet er niet langer gedacht worden in termen van winnen of verliezen, maar moet de steun gezien worden als een bijdrage aan “het verbeteren van de gevechts- en onderhandelingsposities van Oekraïne”. Het Witte Huis stelt zelf te verwachten dat het hulppakket voor Oekraïne slechts voldoende is tot het einde van de huidige presidentiële termijn.
Tekort aan troepen
Het ‘astronomische’ militaire steunpakket zal dus slechts in beperkte mate invloed hebben op de fundamentele ontwikkelingen van het conflict. Er zijn verschillende belangrijke randvoorwaarden die bepalend zijn voor de mate van succes. Deze kansen op succes ogen echter weinig rooskleurig vanuit het perspectief van Oekraïne.
Een nijpend probleem is de groeiende achterstand van Kiev op het gebied van mankracht. Extra militaire steun kan een lege doos worden als Oekraïne er niet in slaagt het troepenniveau op peil te houden, zeker met een verwacht Russisch tegenoffensief in het verschiet komende zomer.
Vorige maand heeft het Oekraïens parlement een wet gestemd die voor meer nieuwe rekruten moet zorgen. Voortaan zijn alle mannen van 18 tot 60 jaar verplicht om documenten bij zich te hebben die aantonen dat ze zich geregistreerd hebben voor de militaire dienst. Ook worden alle consulaire diensten voor niet geregistreerde mannen die zich in het buitenland bevinden zwaar ingeperkt. Dat kan bijvoorbeeld inhouden dat paspoorten niet worden verlengd. Maanden terug streefde de militaire en politieke top van Oekraïne ernaar om 500.000 troepen te rekruteren, maar dat is onhaalbaar gebleken. Vandaag is onduidelijk hoeveel manschappen men hoopt te mobiliseren.
Westerse militaire steun aan Oekraïne op lange termijn niet gegarandeerd
Een andere cruciale vraag is: “Wat na de VS-presidentsverkiezingen?” Als de Republikeinse kandidaat Donald Trump die wint, dan is de kans groot dat de militaire steun aan Oekraïne wordt afgebouwd. Trump pleit er bijvoorbeeld voor dat indien er steun wordt gegeven, dat zou moeten gebeuren in de vorm van leningen en niet als donaties. Zelfs als Biden wint, is het helemaal niet zeker dat hij voldoende politieke steun zal vinden voor nieuwe miljarden voor Oekraïne.
Trump vindt ook -en met hem veel Republikeinen- dat de Europeanen meer moeten doen voor het gewapend conflict in hun achtertuin. Maar de Europese Unie zal er een stukje anders uitzien na de Europese verkiezingen van 9 juni, met zeker bij radicaal rechts of extreemrechts een groeiende tegenstand voor het verderzetten van de militaire piste in Oekraïne – voornamelijk omwille van ideologische redenen (de identificatie met het rechts-nationalistisch en autoritair bewind in Moskou). Politiek links verzet zich al langer tegen de militaire aanpak en de oorlog, maar dan om heel andere redenen. De oorlog had kunnen vermeden worden en vraagt te veel menselijke, economische en politieke offers, met grote risico’s op (ook nucleaire) escalatie. Als de resultaten in Oekraïne uitblijven, zal bij de overige politieke strekkingen eveneens de goesting afnemen om verder geld en energie te pompen in een eindeloze oorlog en zal de druk groeien om het over een andere boeg te gooien.
Vorig jaar gaven de VS en de Europese landen samen 88 miljard dollar steun aan Kiev, waarvan 47 miljard dollar militaire steun. Sinds de Russische invasie vloeide er al goed 163 miljard dollar naar Oekraïne. En dergelijke massale steun is politiek niet erg lang vol te houden. Daarom dat er nagedacht wordt om de bevroren Russische tegoeden te mobiliseren die op 320 miljard dollar worden geschat. De VS en de EU hopen jaarlijks enkele miljarden te vinden via de intresten op die tegoeden die grotendeels geparkeerd staan bij Euroclear. (Euroclear is een financiële dienstverlener gevestigd in België, gespecialiseerd in de afwikkeling van effectentransacties en het bewaren van deze effecten. Het is de grootste internationale effectenbewaarinstelling ter wereld.) De intresten op deze tegoeden zijn echter ruimschoots onvoldoende.
Een alternatieve piste, de volledige confiscatie van de Russische tegoeden, botst op wettelijke beperkingen en zou heel veel repercussies kunnen hebben op de bereidwilligheid van derde landen (zoals de Golfstaten) om hun miljarden nog te beleggen bij westerse instellingen – een ‘no go’ dus voor veel belanghebbenden. In de VS bedragen de bevroren Russische tegoeden in totaal slechts 5 miljard dollar en daar wordt wel degelijk alles in het werk gesteld om dat geld -via een wet- in een ‘Ukraine Defense Fund’ te pompen.
Oekraïne is de dupe
De oorlogsinspanningen van de VS en Europa zijn klein bier in vergelijking met die van Oekraïne. Kiev spendeerde vorig jaar 64,8 miljard dollar aan zijn militair apparaat en de oorlogsinspanningen. Dat is maar liefst 58 procent van alle overheidsuitgaven en 37 procent van het bruto binnenlands product (BBP). Sinds 2014 zijn de Oekraïense militaire uitgaven met 1272 procent gestegen!
Door deze enorme militaire uitgaven is het land erg afhankelijk geworden van internationale financiële steun om het begrotingstekort op te vangen. In 2023 was er een tekort van 40 miljard dollar. Daarenboven zal het land in de nabije toekomst vele miljarden dollars nodig hebben voor de heropbouw en het herstel van de economie.
Oekraïne dreigt uiteindelijk de belangrijkste gedupeerde te worden van de westerse confrontatiepolitiek tegen Moskou. Die wordt voornamelijk gedreven door wensdromen en minder door een duidelijke strategie die een einde kan maken aan een bloedig conflict én het gevaar op escalatie indamt én ook uitgaat van de Oekraïense belangen (van de bevolking dan).
Gezien de onevenwichtige machtsverhoudingen drijft Oekraïne niet alleen alsmaar verder weg van de zelf gestelde doelstelling (de volledige bevrijding), maar dreigt ook de onderhandelingspositie die nodig is om een zo goed mogelijke deal in de wacht te slepen, te verzwakken. Oekraïne is weinig gebaat met protserige en grootsprakerige westerse verklaringen over het herstel van de Oekraïense soevereiniteit en het terugdringen van Rusland, die de façade vormen van een falende militaire aanpak. Het doet heel erg denken aan de mislukking van de NAVO-interventie in Afghanistan waar lang dezelfde wensdromen de realiteit moesten verbergen.
Er wordt vaak gesteld dat Rusland niet wil onderhandelen of niet te vertrouwen is. Zolang er daartoe geen initiatief komt, valt dit echter moeilijk te verifiëren. De diplomatieke onwil van de kant van de VS en de Europese NAVO-bondgenoten wordt daarentegen minder aan de grote klok gehangen. RAND publiceerde een gedetailleerde analyse van de gesprekken tussen Rusland en Oekraïne kort na het begin van de invasie. Deze gesprekken hadden al vroeg een eind kunnen maken aan de vijandelijkheden. Beide partijen leken immers relatief dicht bij een akkoord te staan, dat volgens de auteurs “een einde zou hebben gemaakt aan de oorlog en Oekraïne multilaterale veiligheidsgaranties zou hebben geboden, waarmee de weg zou zijn vrijgemaakt voor permanente neutraliteit en, in een later stadium, voor lidmaatschap van de EU”.
Er zijn verschillende redenen waarom de onderhandelingen mislukten. Eén daarvan was het “gebrek aan Westers enthousiasme”, dat ook de motivatie bij de Oekraïense regering voor een diplomatieke piste getemperd lijkt te hebben, aldus RAND.
Het belang van geopolitieke drijfveren
De vraag dringt zich op of het wel allemaal om Oekraïne zelf te doen is en bijgevolg, in welke mate geopolitieke drijfveren aan de basis liggen van de westerse standpunten en motivaties. De NAVO heeft veel voordeel gehaald uit de groeiende confrontatie met Rusland, zoals de toetreding tot het bondgenootschap van Zweden en Finland, of het verder opleggen van de norm voor NAVO-lidstaten om minstens twee procent van hun BBP in hun militair apparaat te investeren. Inmiddels voldoen al zeker 18 lidstaten aan deze NAVO-norm. Ook voor de militaire industrie zijn het dus gouden tijden.
Opvallend is de verklaring over Oekraïne die op 10 april verscheen op de website van het VS-ministerie van Defensie. In essentie wordt daarin herhaald dat het grotere doel van de oorlogsinspanning de verzwakking van Rusland is, zoals eerder al eens uitdrukkelijk door de minister van Defensie, Lloyd Austin is gesteld. Dat gaat uiteraard gepaard met een versterking van de mondiale positie van de VS.
Volgens Celeste Wallander, de assistent-minister van Defensie, is het verslaan van Rusland belangrijk omdat het “gevolgen heeft die veel verder reiken dan Oekraïne” zelf. VS-steun helpt het NAVO-bondgenootschap te versterken “om Amerika’s Europese veiligheid te verdedigen”, aldus Wallander. “Onze allianties in Europa maken een bredere Amerikaanse militaire aanwezigheid mogelijk wereldwijd, alsook om ons tegen Rusland te verdedigen en het af te schrikken”. En, “China kijkt toe hoe we presteren in Europa, omdat het daar lessen uit trekt over hoe we onze beloften aan bondgenoten en partners in de Indo-Pacifische regio zullen nakomen.”