Sinds het afschaffen van de absolute monarchie in 1932 heeft Thailand periodes van relatief democratisch bestuur afgewisseld met militaire staatsgrepen. Officieel kunnen er 13 succesvolle staatsgrepen worden geteld, maar de pogingen tot staatsgreep, waar in de media vlot over geroddeld is, vallen niet te tellen. De laatste officiële staatsgreep vond plaats in 2014 en bracht generaal Prayuth Chan-Ocha, nu Privy Council voor de koning, aan de macht. De democratisch verkozen regering geleid door Thaksin’s zus Yingluck Shinawatra werd beschuldigd van gesjoemel met rijstsubsidies. Zij vluchtte, net als haar broer, naar het buitenland.
Na vijf jaar militair bewind vervelde Thailand in 2019 weer in een door het leger gedomineerde, semi-gekozen regering. De combinatie van achteruitgang op economisch en politiek vlak, en frustraties over de rol van de monarchie, het leger en de politieke elite in het bestuur van Thailand leidde in 2020 en 2021 tot grote demonstraties. Als reactie hierop gebruikten de autoriteiten repressieve tactieken, waaronder willekeurige arrestaties, intimidatie, en beschuldigingen van majesteitsschennis.
De door de militair-conservatieve coalitie uitgeroepen verkiezingen in mei 2023 brachten weinig soelaas, want twee oppositiepartijen — Move Forward Party (MFP) met 14 miljoen en Pheu Thai Party (PTP) met 10,6 miljoen kiezers — behaalden de meeste stemmen. Onder leiding van de charismatische Pita Limjaroenrat, 42 jaar oud, en Harvard-alumni met achtergrond in het bedrijfsleven, wilde de MFP de strikte koninklijke beledigingswetten van Thailand hervormen. Dit leidde tot een botsing met de machtige royalistisch-militaire elite van het koninkrijk.
Hoewel de verkiezingen van 2023 relatief open en competitief waren, werd de leidende oppositiepartij, Move Forward (MFP), door de door het leger benoemde Senaat geblokkeerd om een regering te vormen.
De andere oppositiegroep, Thaksin’s Pheu Thai Party (PTP) (van zgn. roodhemden), trad in een coalitie met verschillende aan het leger gelieerde partijen toe tot de regering. De deal van Thaksin’s Pheu Thai partij met de (gele) militair-conservatieve elite van 11 partijen, resulteerde op 21 augustus 2023 in de Srettha coalitieregering. De alternatieve newssite KhaoSod noemde het een ‘stille staatsgreep’.
Pheu Thai dat naar de kiezer trok met populistische beloften, zoals het aanpakken van corruptie, verhogen van het minimumloon en het verstrekken van een digitale portemonnee voor de minder vermogenden, heeft daarvan nog niet veel kunnen realiseren. Wel slaagde het er in om Thaksin terug naar Thailand te brengen, en zijn relatief onervaren dochter Paetongtarn Shinawatra, na getouwtrek voor en achter de schermen, tot Eerste Minister te laten benoemen
Hommeles om een boek
Wie het politieke reilen en zeilen in Thailand slechts sporadisch volgt, komt soms voor verrassingen te staan.
Over het reeds in 2021 door het gerenommeerde in Singapore gevestigde ISEAS Yusof Ishak instituut gepubliceerde academische boek “Infiltrating Society: The Thai Military’s Internal Security Affairs” is er in Thailand, benevens enkele lovende kritieken, nauwelijks wat gezegd. Het was in de betere boekhandel (zoals Asia books) of online te koop.
De auteur is Puangthong R. Pawakapan, Associate Professor bij de afdeling Internationale Betrekkingen, Faculteit Politieke Wetenschappen, van de eerder conservatief-royalistische Chulalongkorn University in Bangkok. Haar werk richt zich op het Thaise leger, inclusief de interne veiligheidszaken. Ze beheert ook een digitaal archief met documenten over het bloedbad van 6 oktober 1976.
“Het vergt niet alleen vaardigheid, maar ook moed van een in Thailand gevestigde wetenschapper om zo duidelijk uit te leggen hoe het leger de samenleving is binnengedrongen in een poging steun te kweken voor zijn conservatieve, royalistische beleid”, stelt Andrew J. Nathan, in Foreign Affairs.
Maar, toen eind september 2024, een forum werd aangekondigd om de Thaise versie van Puangthongs boek, gepubliceerd door Same Sky Books (ฟ้าเดียวกัน), te lanceren, werd dit plots geannuleerd door Chulalongkorn University. Het evenement werd verplaatst naar het Jim Thompson Museum.
Maj Gen Winthai Suwari, de woordvoerder van ISOC (Internal Security Operations Command), de politieke tak van het leger, bekritiseerde de inhoud van het boek fel en beweerde dat het slecht onderzocht was en veel verkeerde informatie bevatte. Hij riep op tot de stopzetting van de verkoop van het boek. Maj. Gen. Suwari stelde dat het boek het imago van de strijdkrachten schaadt en trok de kwalificaties en academische achtergrond van de auteur in twijfel. Volgens hem heeft Puangthong geen ervaring met veiligheidszaken.
In haar reactie, die op Facebook is geplaatst, argumenteert Puangthong dat haar boek gebaseerd is op onderzoek en informatie, verstrekt en onderschreven door zowel Thaise als buitenlandse experts op het gebied van Thaise politieke en veiligheidszaken.
Ze stelde voor dat het leger de zorgen die in het boek worden geuit, aanpakt door middel van een formeel schriftelijk antwoord of openbaar debat, om open dialoog en transparantie te bevorderen, in plaats van een verbod.
De Bangkok Post trad haar bij, verwijst ook naar de Eerste Minister, en noemt het censuur: “Mevrouw Paetongtarn, als hoofd van de ISOC, heeft hierover haar mond gehouden. Haar stilzwijgen impliceert onmiskenbaar haar goedkeuring van censuur, wat, hoewel onacceptabel, geen verrassing is”.
Want op 27 augustus reeds keurde de regering een decreet goed dat de autoriteiten in staat zal stellen om de academische vrijheid in te perken in het belang van wat zij ‘ethiek’ noemt. Onder dit controversiële decreet wordt een panel belast met het onderzoeken van alle onderzoeksvoorstellen “om ervoor te zorgen dat ze geen ethische regels schenden met betrekking tot religies, culturen, overtuigingen, tradities en maatschappelijke normen”. “Het is verbijsterend hoe Pheu Thai, dat zichzelf profileert als een ‘progressieve’ partij, en mevrouw Paetongtarn censuur kunnen steunen, zoals in het geval van de ISOC en het decreet”, merkt de Bangkok Post op.
Infiltrating Society
In “Infiltrating Society: The Thai Military’s Internal Security Affairs”, betoogt Puangthong Pawakapan dat het Thaise leger infiltratietactieken heeft gebruikt om Thaise burgers te indoctrineren om militaire ideologieën te aanvaarden en hun favoriete politieke orde veilig te stellen.
Puangthong begint met het bespreken van de belangrijkste functie van het Thaise leger. Ze argumenteert dat sinds het Thaise leger werd gemoderniseerd door koning Rama V, het leger weinig ervaring heeft met het voeren van oorlogen tussen staten, maar wel veel ervaring met het onderdrukken van zijn eigen burgers.
Historisch gezien heeft het leger gewapende onderdrukking gebruikt om burgerverzet te onderdrukken, of het nu millennialistische rebellen waren tijdens het bewind van koning Rama V, moslims in het diepe zuiden, of de Communistische Partij van Thailand tijdens de Koude Oorlog. Zoals Puangthong Pawakapan in dit boek aangeeft, is de bureaucratie van de interne veiligheid altijd aanwezig op routinematige basis, of Thailand nu onder militair bewind staat of niet.
Met het woord ‘infiltratie’ bedoelt Puangthong niet alleen dat soldaten zich vermommen en tijd doorbrengen of spioneren onder burgers. Infiltratie omvat elk militair project dat bijdraagt aan de uitbreiding van het politieke domein in de burgermaatschappij.
Het Thaise leger heeft verschillende manieren bedacht om dit te doen: dorpsontwikkelingsprojecten, gemeenschapsgroepen en massaorganisaties, militaire beurzen en paramilitaire inlichtingendiensten.
Puangthong wijst erop dat gevallen waarin het leger als laatste redmiddel gewelddadig wordt, zoals in de gevallen van het bloedbad aan de Thammasat-universiteit in 1976, de repressie tegen roodhemden in 2010 en misschien ook de People’s Party Movement vandaag de dag, allemaal bewijzen dat infiltraties de harten en geesten van Thaise burgers niet kunnen winnen.
De meeste academische lezers van de Engelstalige versie beschouwen het boek als een belangrijke bijdrage. Hoewel er reeds verschillende andere analyses beschikbaar zijn (zie bvb hier en hier) , was er behoefte aan een meer holistische benadering. Volgens Pasit Wongngamdee, is “Infiltrating Society dat ontbrekende werk. Het boek illustreert hoe diep het leger de burgermaatschappij heeft geïnfiltreerd en de impact op de burger-militaire relaties in Thailand.”
De VS was nooit ver weg
Volgens Sinae Hyun van het Koreaanse Institute for East Asian Studies, aan Sogang University, kunnen de belangrijkste argumenten van Infiltrating Society over de rol van het Thaise leger tijdens de contra-opstand (jaren 60-1980) en de periode erna (jaren 80 tot heden) kunnen worden samengevat in drie thematische verklaringen.
De door de VS geleide anticommunistische contra-insurgentieprojecten tijdens de Koude Oorlog hebben de rol van het leger in de Thaise politiek en samenleving gemoderniseerd en uitgebreid, en de monarchie de rol van politieke legitimator gegeven, waardoor het leger de rol van veiligheidsmacht en leider van sociaaleconomische ontwikkeling in de periode na de Koude Oorlog kon blijven spelen (hoofdstuk 2).
Op elk keerpunt in de Thaise politieke geschiedenis is het leger opgetreden als beschermer van de natie en betrokken bij sociaaleconomische ontwikkelingsprojecten en de verspreiding van een Thaise democratie, waarbij de monarch optrad als staatshoofd (hoofdstuk 3).
Ondanks vele pogingen van het leger om de Thaise burgermaatschappij autoritair te controleren, bleef deze een diep wantrouwen koesteren jegens het Thaise leger. Het gebrek aan professionaliteit in ontwikkelingsplannen en beleid droeg daar ook toe bij (hoofdstukken 4 en 5).
Indoctrinatie en censuur
De infiltratievoorbeelden die in dit boek zijn onderzocht, worden vaak in ander onderzoek over het hoofd gezien. Als het gaat om indoctrinatiekanalen van de staat, richt de literatuur zich meestal op media en onderwijs.
De infiltratie van het Thaise leger is echter vaak zeer heimelijk. Het strekt zich uit tot plattelandsgebieden en de grensgebieden ver van de schijnwerpers. Soms wordt het vermomd onder bureaucratische organisaties zoals het Ministerie van Onderwijs, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen en Milieu. Ook kan het zich vermommen onder de promotie van religieuze minderheidsgroepen, zoals katholieken, moslims en sikhs.
Thailands restrictieve politieke omgeving moedigt zelfcensuur aan. Er worden vaak juridische sancties opgelegd voor het online bekritiseren van de overheid of bedrijven. De overheid heeft bekendgemaakt dat ze sociale media monitort om politieke uitingen te controleren. “De Thaise rechterlijke macht is onafhankelijk volgens de grondwet, maar in de praktijk lijden de rechtbanken onder politisering en corruptie en beschermen ze vaak de vrijheid van meningsuiting niet”, aldus Freedom House.
Censuur in Thailand werkt via een combinatie van overheids- en niet-gouvernementele mechanismen, die samen het landschap van de vrijheid van meningsuiting, of het gebrek er aan, vormgeven.
Centraal in deze inspanningen staat het ministerie van Digitale Economie en Samenleving (MDES), dat verantwoordelijk is voor het toezicht op digitale ruimtes en het implementeren van beleid dat de toegang tot bepaalde online content beperkt die als schadelijk voor de openbare orde of nationale veiligheid wordt beschouwd. Het MDES gebruikt verschillende hulpmiddelen, zoals webfiltering en het verwijderen van content, om online informatie te controleren die als ongepast wordt beschouwd. Deze uitgebreide bevoegdheid stelt de overheid in staat om aanzienlijke invloed te behouden op het digitale discours in het land.
Voeg daar nog verschillende regelgevende instanties voor mediaregulering en censuur aan toe. De National Broadcasting and Telecommunications Commission (NBTC) speelt een cruciale rol bij het toezicht op omroepmedia en de Press Council of Thailand en het National Press Institute houden zich bezig met zelfregulering onder journalisten en mediaorganisaties, wat vaak de normen voor verslaggeving en expressie binnen de industrie beïnvloedt.
De combinatie van overheids- en niet-overheidsactoren creëert een uitgebreid censuurkader dat de rechten van individuen om zichzelf vrij uit te drukken, beperkt.
Dus: een complexe wisselwerking tussen wettelijke kaders, maatschappelijke normen en politieke dynamiek
Het Thaise landschap van vrijheid van meningsuiting en censuurwetten staat in schril contrast met de benaderingen die verschillende andere landen hanteren, zowel in Zuidoost-Azië als daarbuiten. Thailand wordt gekenmerkt door een complexe wisselwerking tussen wettelijke kaders, maatschappelijke normen en politieke dynamiek. Historisch gezien heeft het land geworsteld met strenge censuurwetten die zowel traditionele als digitale mediaplatforms hebben. Recente ontwikkelingen hebben echter een geleidelijke verschuiving in het publieke discours en een toenemende vraag naar meer openheid en tolerantie ten aanzien van diverse standpunten aangegeven. Toch blijft de toekomstige regelgeving voor de vrijheid van meningsuiting onzeker. Doorlopende politieke hervormingen zouden mogelijk de weg kunnen vrijmaken voor meer respect voor individuele rechten en de liberalisering van de vrijheid van meningsuiting. Dit is echter afhankelijk van de bereidheid van de autoriteiten om bestaande wetten aan te passen die momenteel prioriteit geven aan stabiliteit boven open dialoog.
De Thaise bevolking is zich echter steeds meer bewust geworden van het belang van de vrijheid van meningsuiting bij het bevorderen van een democratische samenleving.