51,9 % van de referendumgangers wil het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Er werd gestemd om opnieuw de baas te kunnen zijn in eigen huis, hoorde je in menig commentaar. Een drang naar onafhankelijkheid, zou je hebben kunnen denken, die zich ook vertaalde in scherpe vijandigheid tegen Oost-Europese arbeiders. Ik heb het niet zo makkelijk me concreet het waarom van deze uitstap uit de Unie voor te stellen.
Mijn kijk geraakt maar niet op een ander spoor dan dat van een welgemeende – niet noodzakelijk politiek doordachte – middenvinger naar het establishment vanwege de brexitstemmers.
Dat onze samenleving vol overbodige regeltjes zit lijkt me duidelijk. Heel veel van die regeltjes kan je inderdaad op het conto van ‘Brussel’ schrijven. Maar is het feit dat de meeste Britten geen boodschap hebben aan de juiste Europese kromming van een banaan of een komkommer een voldoende uitleg om hun stemgedrag te begrijpen?
Een belangrijke reden om de EU niet te willen lijkt me erin te liggen dat iemand niet akkoord gaat met de politieke lijnen die de Unie oplegt. Het helpt een en ander te begrijpen als men dan weet hoe deze lijnen worden uitgetekend. En dit is de eerste vereiste voor elke democratie: correcte informatie die leidt tot inzicht. Zoniet draait iedereen slechts rondjes op de kermismolen van de verkiezingsshows. Het spuien van onjuiste inlichtingen was wel ongelooflijk ongebreideld in de aanloop naar deze 23 juni.
Waarom stemden bijna 17,5 miljoen deelnemers aan het referendum zoals ze gedaan hebben? Ik denk dat de voornaamste reden bij de onvrede met hun huidige toestand moet worden gezocht. En kennelijk houden velen de Unie daar verantwoordelijk voor.
Waar ligt de kern van de zaak? Ligt de werkelijke oorzaak van hun (slechte) toestand niet bij het neoliberalisme? En is het Verenigd Koninkrijk niet de pionier van het neoliberalisme in Europa geweest? Het neoliberalisme maakt de ongelijkheid in de samenleving steeds maar groter door een toplaag gestaag rijker te maken, terwijl grote delen van de bevolking in precaire toestanden terecht komen. Openbare diensten verdwijnen, alles wordt koopwaar. Het neoliberale beleid is al tientallen jaren actief aan de gang in het Verenigd Koninkrijk, al in de tijd toen we nog spraken van de ‘Europese Gemeenschap’. Als hele gebieden in Noord-Engeland verarmd zijn heeft dat alles van doen met het beleid van Thatcher in de jaren tachtig van vorige eeuw, ondertussen al decennia geleden. Als de National Health Service steeds minder zijn sociale rol kan opnemen dan komt dat door het eigen beleid van Blairisten en Conservatieven, als ‘wonen’ niet meer betaalbaar wordt is dat een gevolg van het economisch systeem dat kapitaal vooral zoekt te accumuleren in de sectoren van financiën, verzekeringen en immobiliën.
Het is nu inderdaad zo dat dergelijk beleid geboetseerd en gecontroleerd wordt door de Europese regels. Maar het Verdrag van Lissabon is maar wat het is omdat de regeringsleiders van elke lidstaat het zo wilden. Er kan dus niet genoeg de aandacht gevestigd worden op de eigen verantwoordelijkheid van elke regering op zich, bij het bepalen van het beleid van de Europese Unie. Door alles in een verdrag te gieten ontsnapte niets meer aan het neoliberalisme en is het moeilijk om een en ander terug te draaien. Het bestaan van het verdrag is meteen ook een schitterend windscherm waarachter nationale leiders zich kunnen verschuilen om verder hun neoliberale maatregelen in eigen land door te voeren: “het moet van Brussel”.
Deze Brexit focuste dan op “we willen weg van Brussel”, en de haatcampagne tegen de arbeiders uit Oost-Europa won het makkelijk van “we willen weg van dit neoliberalisme”, enfin zo lijkt het mij althans als ik de Britse pers lees. Het referendum was een middenvinger naar het establishment en naar de EU zonder ermee rekening te houden dat de brexit-leiders zelf pure neoliberalen zijn, in een land dat het neoliberalisme als eerste in de praktijk bracht.
En… de opiniepeilers zaten er weer eens naast.