Angela Merkel lijkt er zeker van dat ze op 22 september van de kiezers een derde ambtstermijn als Duits bondskanselier krijgt. De vraag is alleen met wie haar CDU na de verkiezingen zal scheepgaan. Met de zusterpartij CSU uit Beieren allicht. Maar verder: de liberale FDP zoals nu, of opnieuw een “grote coalitie” met de sociaaldemocratische SPD zoals in haar eerste ambtstermijn? Bijkomende vraag: om welk beleid te voeren?
Cijfers
Merkel had in de campagne één voor de hand liggend centraal thema: we leven goed in Duitsland, we doen het zoveel beter dan de rest van Europa, we zijn een baken van welvaart. Haar regering kan uitpakken met mooie cijfers van economische groei, sterke uitvoer, lage werkloosheid.
Andere cijfers worden niet besproken: de extreem lage lonen van rond acht miljoen Duitsers; 4 miljoen werknemers verdienen minder dan 5 euro per uur, een kwart minder dan 10 euro. Er is de groeiende ongelijkheid, er is de lagere welvaart die de lage Duitse loonlast voor veel andere Europese landen betekent. Volgens Eurostat leeft 15,8 % van de bevolking in Duitsland – 12,5 miljoen mensen – onder de armoedegrens (iets hoger dan in België).
Lage werkloosheid? Sinds 1998 gingen meer dan 200.000 banen verloren, er kwamen ca 3 miljoen mini-jobs bij. Eén uur per week werken en je wordt uit de werkloosheidsstatistiek geschrapt, ook al leef je in de grootste armoede. Een vijfde van de werknemers met een universitair diploma werken met contracten van beperkte duur of als interim. Een vierde van de werknemers heeft geen normaal arbeidscontract. Enz.
Erfenis
Maar Merkel kan altijd verwijzen naar de initiatiefnemers van de Duitse flexibiliteit, de SPD-Groene regering van Gerhard Schröder. Het was deze regering immers die er begin deze eeuw tegen de vakbonden in, het Hart-IV plan van lagere lonen en lagere uitkeringen doordrukte. Het kostte de SPD vier jaar geleden, na vier jaar “grote coalitie” en voortzetting van dat beleid, zeer veel stemmen. Groenen en Die Linke gingen sterk vooruit.
Die Linke was vier jaar geleden de enige partij die een minimumloon van 10 euro per uur verdedigde. De SPD heeft in een poging om weer betere banden te krijgen met de vakbonden de eis van een minimumloon, wel van 8,5 euro, overgenomen. Groen volgde. Het zou zeker een vooruitgang zijn voor de velen die nu 4 tot 6 euro verdienen. De SPD hoopt met een kleine verlinksing kiezers weg te halen bij Die Linke en Groen.
Groen is de ‘natuurlijke regeringspartner’, met Die Linke wil de SPD nationaal niet regeren. Voorlopig toch. Want hogere SPD-kringen opperen dat Die Linke in het westen van het land wel extreem is, maar dat de erfgenamen van de communistische SED in het oosten in feite ook sociaaldemocraten zijn.
Mini-ruk
SPD- kandidaat-kanselier Peer Steinbrück, een man van de rechtervleugel, maakte inde campagne een mini-ruk naar links, met het minimumloon van 8,5 euro, een rechtvaardiger belastingstelsel, gelijke behandeling van werknemers met een vast contract en interimwerkers, een verzachting van het pensioenstelsel, een huurwet die huurders beter beschermt, het intomen van het financieel kapitalisme… Maar zijn persoonlijke banden met de wereld van het grootkapitaal roepen twijfels op. Om die twijfels te dempen, beloofde Steinbrück ministerposten aan tegenstanders van de asociale hervormingen. Vakbondsman Klaus Wiesehügel van de machtige vakbond IG Bau, mag van hem minister van Arbeid worden. Wiesehügel is een notoir tegenstander van de in 2007 ingevoerde pensioenleeftijd van 67 jaar en van Schröders eerdere hervorming.
Geen oorlog
Tijdens de laatste weken van de campagne doken enkele nieuwe thema’s op. Zoals Syrië. Wijs geworden door nare ervaringen met Duitse deelnames aan militaire interventies (zoals Afghanistan) en vooral met de herinnering aan de campagne van 2002 toen Schröder en de SPD veel stemmen wonnen met hun verzet tegen oorlog in Irak, verzette Merkel zich al snel tegen de voorgenomen aanval op Syrië.
De onthullingen over de Amerikaanse spionage in Europa en Duitsland beroerden even de campagne. Maar SPD en Groenen hebben boter op het hoofd en bovendien schrokken de meeste Duitsers niet van die onthullingen, ze hadden niet anders verwacht. Het bracht Merkel alleszins niet in de problemen.
Met wie
Haar CDU zal, samen met de Beierse CSU, ongetwijfeld als eerste uit de bus komen. De CSU stelt wel als absolute voorwaarde voor haar verdere deelname dat buitenlandse chauffeurs op de Duitse autowegen een taks moeten betalen – iets wat tegen de regels van de EU ingaat.
Haalt de huidige partner van Merkel, de liberale FDP, de kiesdrempel van 5 %? Even leek dat een probleem te worden. Maar in deelstaatsverkiezingen zien we vaak hoe kiezers van de CDU voor de lijststemmen toch FDP stemmen om die over de drempel te halen. Ook in 2009 was het verrassend resultaat van die FDP, 14,6%, voor een deel een gevolg van dat verschijnsel. Als dat weer gebeurt, is de kans op een voortzetting van de huidige coalitie groter. Halen CDU-CSU en FDP samen toch geen meerderheid, dan staat de deur weer open voor een “grote coalitie” waarin de SPD haar zachte linkse accenten snel zal laten vallen.