Freddy De Pauw. Handel in Mensen.Davidsfonds Leuven, 2001. 158 blz., 495 BEF
Voor wie geregeld Uitpers leest is Freddy De Pauw zeker geen onbekende. En wie het vorige nummer zag weet dat hij een nieuw boek heeft op de markt gebracht: een stukje van hoofdstuk 12 werd er als voor-publicatie gebracht onder de titel ‘Mensenhandel wereldwijd (niet) aangepakt’. Het is inmiddels Freddy De Pauw’s zesde boek. Het eerste, ‘Volken zonder vaderland. Centraal- en Oost-Europa’, verscheen in 1992 en is nog steeds een onmisbaar instrument om uit het kluwen van etnische minderheden in Centraal-Europa, de Balkan en in de voormalige Sovjet-Unie te geraken.
De volgende vier boeken (De firma mafia, De maffia in België, De Russische mafija en Italië, moeder van alle smeer – alle eveneens gepubliceerd door het Davidsfonds) handelden, zoals de titels al zeggen, over de georganiseerde misdaad en de corruptie. In het zesde boek wordt één aspect van de georganiseerde misdaad, namelijk de smokkel en handel in mensen, uitgediept. Smokkel is nog de meest onschuldige activiteit: mensen op zoek naar een betere economische toekomst betalen om in het rijke Westen te geraken. Ze betalen daar zwaar voor. Maar als ze het geld niet kunnen ophoesten moeten ze er bij aankomst voor werken: in restaurants, confectieateliers, in de prostitutie enz. Vrouwen worden ook dikwijls gewoon verhandeld: ze worden gekocht en verkocht. Kortom een moderne vorm van slavernij.
Volgens de auteur is mensensmokkel momenteel de snelst groeiende economische activiteit van de georganiseerde misdaad: gezien de toenemende globalisering en daaruit voortvloeiende dieper wordende kloof tussen rijke en arme landen, neemt de vraag enorm toe. De georganiseerde groepen, die al over een “smokkelinfrastructuur” beschikten via hun activiteiten in bv. de wapen- en drugsmokkel, zijn op die vraag gesprongen.
Het is dan ook geen wonder dat alle misdaadgroepen ter wereld actief zijn in de mensensmokkel en -handel. De Chinese triades, de Oosteuropese en Balkan-maffia’s, de Turkse georganiseerde misdaad, de Nigeriaanse enz. worden beschreven. Ook hun werkterreinen worden in kaart gebracht. En één van die geliefde werkterreinen is België.
Belgische visa
Iedereen met enige reiservaring in arme landen weet hoe moeilijk het is voor een Marokkaan, Rus, Congolees enz. om een visum voor België te bekomen. Maar merkwaardig genoeg lijken kopstukken van de georganiseerde misdaad bijna geen problemen te hebben om voor hen en hun “koopwaar” visa te verkrijgen. Belgische diplomaten hebben een vrij kwalijke reputatie ter zake: toen een Belgische diplomate in 1996 op de ambassade in Sofia (Bulgarije) een zwendel in visa vaststelde werd ze “gek” verklaard door een Bulgaarse dokter en zelfs uit dienst ontslagen (om later via de rechtbank weer in dienst te worden genomen). En de inmiddels overleden topdiplomaat Alfred Cahen, die meer dan eens in opspraak kwam door louche affaires, probeerde ook als Belgisch ambassadeur in Frankrijk van de Fransen een visum (geldig in heel de Schengen-zone) los te weken voor een notoire Oekraïense maffioso. Ditmaal tevergeefs. De ambassadeur zei ter zijner verdediging dat hij iemand een vriendendienst had willen bewijzen zonder te weten wie de betrokken man was. Dit terwijl Semion Mogilevitsj al jaren een grote naam was in het maffiamilieu en informatie over de man onder meer gewoonweg op internet te vinden is (onder meer in rapporten van de Amerikaanse FBI en van de Canadese inlichtingsdiensten).
Het probleem in België lijkt dus op hoog niveau te liggen. België heeft een goede wetgeving en veel goede speurders die de netwerken in kaart brengen, maar dan moeten vaststellen dat er niets gebeurt met hun informatie. De middelen om de wetten toe te passen worden niet toegekend en gearresteerde maffiosi komen nogal eens makkelijk vrij op belachelijk lage borgsommen zodat ze met de noorderzon verdwijnen. Internationaal is het overigens hetzelfde: wel veel grote internationale conferenties en beloftes, maar weinig concrete acties (zoals bv. het opsporen en in beslag nemen van misdaadfortuinen).
Alles samen een deprimerend beeld. Ook een schrijnend beeld: 58 Chinezen die stikken in een vrachtwagen op weg naar Engeland, honderden vluchtelingen die verdrinken voor de kusten van Italië of in de Straat van Gibraltar… naast anderen die worden verminkt of vermoord omdat ze hun schulden niet kunnen betalen of niet in de prostitutie willen blijven. Hopelijk draagt dit uitmuntende, goed gedocumenteerde boek bij tot een kordatere en internationalere aanpak van het probleem. Het doet goed te weten dat de lectuur ervan al tot een interpellatie in het Belgische parlement leidde en minister van Justitie Verwilghen in zijn antwoord al meer middelen beloofde. Of die er zullen komen valt nog af te wachten.
Paul Vanden Bavière
(Uitpers, juni 2001)