"Propaganda is to democracy what violence is to totalitarianism"
Noam Chomsky
Het werd tijdens de jaren negentig bon ton het “einde van de geschiedenis” te verkondigen, in navolging van Fukuyama.(1) De grote politieke strijd tussen Links en Rechts was gestreden en “ideologie” werd een scheldwoord. We kregen links-liberalen -wanneer bekennen de rechts-socialisten kleur- en heel ijverige socialistische Europese commissarissen voor concurrentiebeleid. En het politiek debat verengde verder…
De verkondigde “non-ideologie,” ook gekend als “pragmatisme,” dient uiteraard een agenda: het in stand houden van de status-quo in de sociale orde, of nog, het zelfbehoud van de elite. De bedoeling is te voorkomen dat fundamentele politieke, sociale en economische keuzes, die het establishment bevallen, in vraag gesteld worden of het onderwerp van debat vormen: de `vrije’ markt, de euro, Europese eenmaking, neoliberale globalisering,… Wanneer een land “neen” zegt tegen de euro of de Europese “grondwet” niet goedgekeurd raakt, wordt dit voorgesteld als een “crisis in Europa.”(2) We herinneren ons allemaal nog de demonisering van de anti-globaliseringsbeweging.
Onze institutionele media maken integraal deel uit van deze gang van zaken. Enkele tekens aan de wand: Lees het overzicht van de krantencommentaren en het valt op hoe smal het opiniespectrum is dat ze bestrijken. Anne Morelli herinnert ons eraan hoe D’Orazzio, de vakbondsleider bij Clabecq, werd afgeschilderd als de baarlijke duivel.(3) Hoeveel aandacht was er in de pers tijdens de oorlog tegen Irak voor de hypocriete houding van onze “vredelievende” regering die Amerikaanse wapentransporten toeliet?(4) En dat noemt men dan “tegen de schenen van het establishment schoppen.”
Mag deze connivence ons verwonderen? De media maken nu deel uit van het establishment en spelen bijgevolg hun zelfverklaarde rol van waakhond van de macht niet (langer). Al onze kranten, grote tijdschriften, VT4 en VTM zijn (eigendom van grote) bedrijven met winstbejag. Het leeuwendeel van hun inkomsten halen ze uit reclame. Met andere woorden, ze verkopen ons, hun publiek, aan hun adverteerders. Ook de openbare omroep VRT, die vanzelfsprekend niet onafhankelijk is van de overheid, ontvangt aanzienlijke sommen van de bedrijfswereld (radioreclame, product placement, sponsoring).
Een voorbeeldje? De Standaard pakte naar aanleiding van het recente debat over de genocidewet uit met de kop “Genocidewet kost België klanten in VS,” breeduit over de voorpagina.(5) Welk bewijs droeg het artikel aan voor deze boude bewering? De getuigenis van één enkele bedrijfsleider die het had over één verloren klant. Zou het kunnen dat die redactionele keuze iets te maken had met het feit dat die bedrijfsleider niemand anders was dan Thomas Leysen, voorzitter van VUM Media, eigenaar van De Standaard. Verklaart dit misschien ook de mening van de hoofdredacteur,(6) die erg nauw aansloot bij de enge belangen van de bedrijfswereld? “Niet toevallig, de standaard.”
Het gebeurt niet alle dagen dat een krant zo duidelijk aan propaganda doet. Maar, zoals Noam Chomsky en Edward Herman voorstellen -en d.m.v. concrete voorbeelden aantonen in het Amerikaanse geval- in hun baanbrekende Manufacturing Consent(7) verdedigen de grote media met hun berichtgeving de belangen van de economische en politieke elite. Chomsky en Herman verklaren deze gang van zaken in structurele termen in hun Propaganda Model aan de hand van vijf filters die bepalen wat `nieuws’ is: (i)de nieuwsmedia zijn eigendom van bedrijven en/of hebben bedrijfskundige doelstellingen (winst, marktaandeel), (ii)afhankelijkheid van de media van hun adverteerders, (iii)gebruik van en vertrouwen in officiële bronnen door de media, (iv)druk die machtige instellingen (grote bedrijven, regering) op de pers uitoefenen en (v)de dominante ideologie.
Er is weinig reden om te denken dat dit model niet van toepassing zou zijn op de Belgische media. Wie twijfelt eraan dat de elite makkelijker toegang krijgt tot de media om haar standpunten te vertalen dan de minder machtigen? Dat een journalist(e) minder risico neemt door het met het establishment eens te zijn dan door er frontaal tegenin te gaan? Hoe kunnen en waarom zouden de commerciële media, zelf bedrijven met winstoogmerk, eerlijk verslaggeven over de bedrijfswereld? Het kan, ons inziens, niet genoeg benadrukt worden wat dit betekent: de nieuwsagenda’s en berichtgeving -maar ook de infotainment (massa cultuur)- dienen op meer of minder subtiele wijze de belangen van het establishment en de geprivilegieerden. Ze zijn dus antidemocratisch. En zo moet bovenstaande quote van Chomsky begrepen worden: waar in totalitaire regimes geweld gebruikt wordt om de massa in bedwang te houden, wordt deze rol in een democratie vervuld door propaganda. Wie zich verzet tegen de uitwassen van het kapitalisme en de neoliberale regressie en wil werken aan een rechtvaardigere wereld kan de media dus niet ongemoeid laten: deze verzorgen de PR voor het systeem dat in vraag gesteld wordt.
Globaal verzet, en lokale alternatieven
De pers en de media werden in onze democratie lange tijd beschouwd als een vierde macht, die als waakhond fungeert over de drie grondwettelijke machten (wetgevende, uitvoerende en gerechtelijke), maatschappelijke misstanden aan het licht brengt en zo het algemeen belang verdedigt. Maar, het wordt steeds duidelijker dat de media zelf een machtige instelling vormen, die haar eigen agenda heeft en haar winstmotieven voorrang geeft. Net als in België raken de media over heel de wereld meer en meer geconcentreerd. Steeds minder mensen beslissen wat er inkomt en wat niet, welke informatie we krijgen en welke niet. Bijgevolg krijgen grote media-groepen heel wat organen en kanalen te hunner beschikking om hun propaganda te verspreiden.
Zoals voor elke andere ‘macht’ is het essentieel dat ze nooit te groot wordt en verantwoording dient af te leggen voor haar daden. Ignacio Ramonet(8) legt uit dat “de persvrijheid een uitbreiding is van de vrije meningsuiting, een fundament van de democratie. Als dusdanig mag ze niet gemonopoliseerd worden door een groep machtigen […] en moet haar toepassing, in laatste instantie, onder de controle van de hele maatschappij blijven.”
Uiteraard is een goed geïnformeerde bevolking cruciaal in de vrijwaring en versterking van onze democratie en de verwezenlijking van een rechtvaardiger wereld. De mainstream media falen systematisch in hun zelfverklaarde rol de bevolking eerlijk, accuraat en voldoende te informeren. Erger nog, ze hebben in grote mate partij gekozen in het wereldwijde ideologisch debat omtrent neoliberale globalisatie. De nieuwsselectiecriteria die vandaag gehanteerd worden verhullen de ernst van de huidige mondiale problemen van menselijk lijden en ecologisch verval. En wie heeft daar baat bij?
In Januari 2003 werd op het Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre voorgesteld een Media Watch Global (MWG) op te richten om als tegengewicht te dienen voor de mainstream media en hun propaganda,(9) met andere woorden om een “vijfde macht” te vormen. MWG wil een “vreedzaam instrument zijn dat burgers in staat stelt zich te verzetten tegen de nieuwe ‘supermacht’ van de massamedia.”
De vereniging stelt fouten, vooroordelen en leugens in de media aan de kaak door middel van studies en rapporten die ze opstelt en verdeelt. Ze kan het zich daarbij niet veroorloven dezelfde fouten te maken als de ‘mainstream media’. De informatie die verspreid wordt, moet rigoureus worden samengesteld. Zoals Ignacio Ramonet het stelde op het WSF 2002 in Porto Alegre dient zij de ‘Verdad Verdadera’ na te streven.(10)
MWG wil “in naam van het hoger maatschappelijk belang en het recht van de burger op correcte informatie” een democratisch tegengewicht zijn “voor de overmatige macht van de grote mediagroepen, die de informatieverstrekking onderwerpen aan één enkele logica -de martklogica- en één enkele ideologie -het neoliberalisme.”
Deze internationale vereniging moedigt wereldwijd initiatieven aan die zich inzetten om te streven naar correctere informatie. Zij verleent het ‘label’ van Observatorium aan een media watch group waarvan het bestuur bestaat uit journalisten, onderzoekers en gebruikers. In verschillende landen zijn deze observatoria reeds van start gegaan (Brazilië, Venezuela, Argentinië, Uruguay, Italië, Spanje en Frankrijk).(11) Serge Halimi herinnert ons eraan dat in de strijd voor een andere, rechtvaardigere wereld, de mainstream media geen bondgenoot zijn.(12) Vóór een informatie die geen economische maar wél democratische winst oplevert, werken de auteurs ook in België aan de oprichting van een observatorium van de media. Wordt vervolgd!
(Uitpers, nr. 50, 5de jg., februari 2004)
Inspirerende lectuur
I. Ramonet, "Le cinquième pouvoir," Le Monde Diplomatique, oktober 2003.
A. Adé, "Dissidente media, persvrijheid in tijden van globalisatie," bijlage bij Wereldwijd Magazine, mei-juni 2002.
Een paar mediawatchers in de wereld
Medialens, Groot-Brittannië
Fair, Verenigde Staten
Acrimed en Observatoire Français des Médias, Frankrijk
Voetnoten :
(1) F. Fukuyama, The End of History and the Last Man, The Free Press, 1992.
(2) J. Corthouts, "Crisis in Europa", De Morgen, 15 december 2003.
(3) M. Poppe, "
Propaganda in oorlogstijd. Interview met Anne Morelli," Uitpers, novermber 2001(4) J.P. Everaerts, "
Hoe de media de overval op Irak mogelijk maakten," Uitpers 44, juli 2003.(5) De Standaard, 11 oktober 2003.
(6) Dit artikel was echt een pareltje van journalistieke ethiek: Thomas Leysen werd erin enkel voorgesteld als baas van Umicore. Belangenvermenging, anyone?
(7) P. Vandermeersch, "
België belachelijk op het wereldtoneel," De Standaard, 21 juni 2003.(8) N. Chomsky en E. Herman, Manufacturing Consent, Pantheon Books, 2002.
Voor een kort overzicht: E. Herman,
(9) Hiermee wordt bedoeld, de maatschappelijke consensus die bij de elite leeft (bv. "de vrije markt zal iedereen het geluk brengen," "hoe meer Europa hoe beter,"…)
(10) I. Ramonet, "
Le cinquième pouvoir," Le Monde Diplomatique, oktober 2003. Tenzij anders vermeld komen de hierop volgende citaten uit dit artikel.(11)
"Lancement de l’Observatoire international des médias à Porto Allegre", Le Monde Diplomatique, januari 2003.(12) A. Adé, "
Dissidente media, persvrijheid in tijden van globalisatie," bijlage bij Wereldwijd Magazine, mei-juni 2002.(13)
A. Deron, "Global Media Watch krijgt eerste volgelingen," IPS, 7 januari 2004.(14)
S. Halimi, "Contestation des médias ou contestation pour les médias?", interventie op het Europees Sociaal Forum, Ivry, 14 november 2003.