Eerlijk is eerlijk: een tijd geleden dacht ik nog dat de Britse premier Theresa May het scheidingsakkoord met de EU relatief makkelijk door het Britse Parlement zou loodsen. Het leek ook zo eenvoudig.
Met de EU was een overgangsperiode afgesproken tot einde 2020, eventueel te verlengen: tijdens die overgangsperiode bleef alles bij het oude. De overgangsperiode zou gebruikt worden om afspraken te maken om de toekomstige relaties tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU definitief vorm te geven. Ook vanuit democratisch standpunt was dat een goed scenario: op die manier was er meer tijd om democratisch vorm te geven aan de toekomstige relatie. Het scheidingsakkoord zelf zou niet veel om het lijf hebben, en enkel de scheiding in maart 2019 bevestigen. Kat in het bakkie, toch? Hoe kon het dan misgaan?
Tactische blunders Theresa May
Theresa May beging enkele tactische blunders. Om te beginnen aanvaarde zij dat het scheidingsakkoord zelf al een bepaling zou bevatten over de Ierse kwestie. Die bepaling komt hier op neer: wat er ook gebeurt met de rest van het Verenigd Koninkrijk, er mag in geen geval een harde grens met controles komen tussen Noord-Ierland en de Ierse republiek. Noord-Ierland moet zonodig deel blijven uitmaken van de Europese douane-unie, en onderworpen blijven aan andere Europese regels die grenscontroles overbodig maken, zoals gezondheidsvoorschriften voor de productie van voedsel. Anders dreigen de gewapende conflicten in Noord-Ierland weer op te laaien, zo werd gezegd, want het ontbreken van een zichtbare grens op het Ierse eiland maakt deel uit van de vredesakkoorden die een einde maakten aan het geweld.
Deze zogenaamde Ierse backstop moest niet per definitie in het scheidingsakkoord, want gedurende de overgangsperiode tot einde 2020 zou sowieso niets veranderen. De Ierse kwestie kon opgepakt worden tijdens de onderhandelingen over de definitieve toekomstige Brits-Europese relatie. Maar dat wilde de EU niet. Aan de EU-kant van de tafel zit de Ierse Republiek natuurlijk mee aan tafel. Die wilde meteen spijkerharde waarborgen. May gaf toe. Eerste blunder.
Later schreef May verkiezingen uit, in de hoop haar parlementaire meerderheid te versterken. Tweede blunder. Dat viel immers tegen. May verloor zetels, en was om voort te regeren nu afhankelijk van de zetels van de DUP, een reactionair unionistisch partijtje uit Noord-Ierland. Die zagen de bui al snel hangen: als Noord-Ierland een statuut krijgt dat een grens op het Ierse eiland overbodig maakt, dan krijgt Noord-Ierland een statuut dat verschilt van de rest van het Verenigd Koninkrijk: dan komt er een grens in de zee dwars door het Verenigd Koninkrijk. Dat is onaanvaardbaar, niet alleen voor de DUP, maar voor alle politieke krachten die gehecht zijn aan de eenheid van het Verenigd Koninkrijk, Theresa May inbegrepen. Dan blijft er maar één oplossing: indien er geen ‘harde’ grens mag komen, noch tussen de Ierse Republiek en Noord-Ierland, noch tussen Noord-Ierland en het Verenigd Koninkrijk, dan moet ook de rest van het Verenigd Koninkrijk deel blijven uitmaken van de douane-unie en onderworpen blijven aan een aantal regels van de gemeenschappelijke markt.
Dat schoot bij de harde Brexiteers, die helemaal los willen komen van de Europese Unie, natuurlijk in het verkeerde keelgat. Want tot nog toe heeft voor de Ierse kwestie niemand een andere oplossing gevonden dan blijvend lidmaatschap van Noord-Ierland van de Europese douane-unie. De backstop dreigt daarom geen voorlopige noodoplossing maar een permanente oplossing te worden, zodat ook de rest van het Verenigd Koninkrijk gekluisterd blijft aan de Europese douaneregels (tarieven, quota,…) en andere regels. Het perspectief van een autonoom handelsbeleid verdwijnt dan ver achter de horizon.
Schoktherapie
Theresa May probeerde haar akkoord nog te redden door te dreigen dat het anders tot een harde Brexit komt: een uitstap uit de EU zonder afspraken en zonder overgangsperiode. Het is immers kort dag, maart zit er aan te komen. Dergelijke harde Brexit zou leiden tot chaos en grote economische schade, want de Britse en Europese economieën zijn nu eenmaal sterk geïntegreerd, niet alleen via intensieve handel, maar ook in de vorm van geïntegreerde financiële markten en productieprocessen.
Dat lijkt de harde Brexiteers echter niet af te schrikken: alles lijkt er op te wijzen dat zij uit zijn op een soort schoktherapie: een diepe economische crisis die het kader schept om harde neoliberale hervormingen door te drukken, en zo het Verenigd Koninkrijk als een autonoom neoliberaal baken op de wereldkaart te zetten. Dat is niet het plan van May, maar omdat May kost wat kost haar Conservatieve Partij wil samenhouden ruiken de harde Brexiteers hun kans: als zij elk akkoord torpederen, en tegelijk nieuwe verkiezingen of een nieuw referendum kunnen tegenhouden, dan is het niet uitgesloten dat het Verenigd Koninkrijk willens nillens zonder akkoord uit de EU crasht.
Maar niet alleen de harde Brexiteers rekenen op de crisis die nu ontstaan is, om hun slag thuis te halen. Ook veel Remainers voelen hun kansen rijpen. Zij weten dat er absoluut geen meerderheid is voor een harde Brexit, niet in het Britse parlement en niet in het bedrijfsleven. Zij hopen dat een aanslepende crisis de onzekerheid over een goede afloop van de Brexit bij de bevolking doet toenemen, zodat er meer animo ontstaat voor een tweede referendum en een intrekking van de Brexit.
Wat doet Labour?
Het alternatief van Labour is duidelijk: nieuwe verkiezingen. Zo hoopt Labour een mandaat te krijgen om de Brexit te heronderhandelen met de Europese Unie. Dat zullen ze in Brussel niet fijn vinden, maar als Labour vóór maart 2019 verkiezingen wint zullen ze niet anders kunnen.
Jeremy Corbyn heeft al laten weten hoe hij dat ziet: hij wil best sterke handelsrelaties met de Europese Unie, maar hij wil ook de handen vrij houden voor een links overheidsbeleid. Zo wil hij niet dat de Britse regering gebonden is aan de Europese aanbestedingsregels, en hij wil niet dat Britse overheidsbedrijven die in de marktsector opereren onderworpen zijn aan de concurrentieregels zoals dat wel het geval is in de EU. Dat zal in Brussel natuurlijk op weerstand botsen, want daar heerst het dogma van de ondeelbaarheid van de gemeenschappelijke markt: wie vlotte markttoegang wil moet de regels van de gemeenschappelijke markt op de koop toe nemen. Dat kan een pittig gevecht worden, en links een kans bieden in solidariteit ook in de Europese Unie op te komen voor een meer sociaal en minder neoliberaal Europa.
Corbyn wil overigens ook de arbeidsmigratie reguleren, dus een einde maken aan het vrij verkeer van arbeid en diensten met de Europese Unie. Links en rechts komt hem dat op kritiek te staan, alhoewel het redelijk lijkt dat een land zeggenschap heeft over haar grenzen, ook over arbeidsmigratie. Opvallend is dat veel van de critici vrij verkeer eisen van Europese arbeid. Waarom Nederlanders of Belgen wel vrij zouden kunnen gaan werken in een zelfstandig Verenigd Koninkrijk, en mensen uit India bijvoorbeeld niet, is dan echter niet duidelijk. Ook de grenzen van de EU staan enkel open voor… inwoners van de EU. Theresa May verklaarde een tijd geleden dat na de Brexit arbeidskrachten uit de Europese Unie op dezelfde voet zouden behandeld worden als arbeidskrachten uit de rest van de wereld. Eindelijk eens een sympathieke uitspraak van May!
Labour eist dus nieuwe verkiezingen, zodat de kiezer zich kan uitspreken over waar het met het Verenigd Koninkrijk naar toe moet, en dus ook hoe de Brexit moet ingevuld worden. Indien Labour de verkiezingen wint, biedt dit een kans alsnog een positieve invulling te geven aan de Brexit. Maar of die verkiezingen er komen, is verre van zeker. De Conservatieven zullen er alles aan doen om het regeringsroer in handen te houden.
Ook in het eigen kamp steunt verre van iedereen Jeremy Corbyn: een regering onder leiding van Corbyn is wel het laatste wat de rechterzijde van de partij wil. Daarom sturen zij niet aan op nieuwe verkiezingen, maar op een tweede referendum. Als de chaos lang genoeg aanblijft kan remain dat tweede referendum misschien winnen.
Dat zou dan weer electoraal koren op de molen zijn van nationalistisch rechts, maar dat zal de rechterzijde van Labour worst zijn, zolang het Britse eiland maar weer veilig onder de neoliberale hoede is gebracht van het Europese moederschip.