Ahmed Shah Massoud, voor sommigen de “Che” van Afghanistan door zijn verzet tegen de Taliban, vermoord door een commando van Al Qaida met Belgische paspoorten. Een “Che” die zijn eerste sporen verdiende in de strijd tegen de communisten en in het Westen werd genoemd als een “gematigde fundamentalist”? Het zoveelste geval van misbruik van de naam Che.
Twintig jaar na de moord op Massoud en vooral na de aanslagen van 11 september 2201, wordt Massoud weer volop ten tonele gevoerd. Temeer omdat zijn zoon de strijd van de “leeuw van Pansjir” zou hebben hervat. Pansjir, de vallei ten noorden van Kaboel waar Massoud aan het hoofd van de ‘Noordelijke Alliantie’ tot zijn dood weerstand bood aan de Taliban.
Gehalte Che
Massoud had gestudeerd aan het Franse Lycée en las Mao Zedong en Che Guevara. Maar als student werd hij militant van de islamfundamentalistische partij Jamiat-i Islami. Die groep organiseerde al in 1975 met de steun van de Pakistaanse ISI, toen reeds volop verwikkeld in de Afghaanse politiek, in de Pansjir-vallei een opstand tegen de invloed van de communistische Democratische Volkspartij. Massoud was door en doior anticommunist – in tegenstelling tot Che.
Waarom hij tegen de Taliban was? Omdat hij de fundamentalistische visie van deze moslims afwees, melden verscheidene media. Was Massoud dan veel minder fundamentalistisch dan die anderen? Tegenover het Westen, waarvan hij na 1996 allerlei steun verwachtte, gaf hij graag die indruk. Maar Massoud was gewoon een ander soort fundamentalist, een man die westerse politici graag aanprezen als “een gematigde”. Toen hij in 2001 naar Brussel kwam, zorgde Louis Michel als chef van onze diplomatie ervoor dat op het koninklijk paleis de rode loper voor hem werd uitgerold.
Pakistan
Massoud behoorde niet tot de ‘deobandi’ richting’ die op de medressahs in Pakistan aan Afghaanse jongeren werd ingeprent. Hij was ook geen Pathaan zoals veruit de meeste Taliban toen, hij was een Tadzjiekse krijgsheer. En in al die hoedanigheden lag hij niet goed bij de Pakistaanse geheime militaire dienst ISI die in de jaren 1990 de Taliban oprichtte, schoolde, financierde, begeleidde.
Het was trouwens onder invloed van de ISI dat de grote concurrent van Massoud, Gulbuddin Hekmatyar, in de strijd tegen de communisten en de Sovjettroepen, veel meer Amerikaanse en andere Westerse steun kreeg dan Massoud. Hekmatyars Hezb-i Islami kreeg zelfs Stingerraketten om toestellen neer te halen, wat later – toen hij zich tegen de VS richtte – voor paniek zorgde.
Massoud was minister van Defensie in de schijnregering die in 1992 na de instorting van het communistische regime in Kaboel zat. Kaboel werd jarenlang zwaar aangevallen door de milities van Hekmatyar (gesteund door Pakistan), maar ook de interne botsingen tussen diverse milities maakten duizenden slachtoffers. Volgens een rapport van Human Rights Watch over gebeurtenissen in 1993 was Massoud persoonlijk betrokken bij zwaar geweld tegen burgers.
Vriendendienst
Hij werd gehaat door Hekmatyar en door diens vriend Osama Bin Laden. Het was diens Al Qaida die de moord op Massoud organiseerde, een vriendendienst aan Hekmatyar en de Pakistaanse militairen.
De moordenaars van Massoud beweerden Belgen te zijn; een van hen was de echtgenot van Malika El Aroud, “de zwarte weduwe van de jihad”, uit Molenbeek. Deze voor terrorisme veroordeelde jihadiste, raakt niet uitgewezen naar haar land van oorsprong omdat Marokko haar niet wil opnemen.