De actiedag van het Frans syndicaal front tegen het pensioenplan van president Macron, dinsdag 7 maart, is een groot succes geworden. De grootste mobilisatie sinds 1995. Maar hoe moet het nu verder? Van actiedag naar actiedag (de volgende is zaterdag 11 maart)? Stakingsacties? Een nationale staking?
Doof
Emmanuel Macron doet al:sof hij het niet hoort en ziet, dat massale ‘non’ aan de verhoging van de pensioenleeftijd tot 64 jaar. De grote meerderheid van de Fransen vindt dat een onnodige en vooral onrechtvaardige maatregel die de regering maar niet uitgelegd krijgt. Maar hoe de president en zijn regering te doen buigen? Zelfs als ze geen meerderheid vinden in het parlement, kunnen ze het doorduwen met het beruchte artikel 49.3 van de grondwet.
7 Maart 2023, de grootste mobilisatie sinds een generatie. De CGT telde 3,5 miljoen manifestanten, de regering 1,28 miljoen. Over die tellingen: In Bordeaux, waar iedereen kon zien hoe massaal de betoging was, telde de politie 15.000 manifestanten, daar waar de media eerder de 100.000 van de vakbonden namen.
Gelatenheid?
Maar wat verder? Het voorstel ligt nu nog ter discussie in de Senaat, waar het rechtse Les Républicains (LR) de regering volop steunt. Op 16 maart gaat dat terug naar de Assemblée waar de regering niet zeker is van een meerderheid, zowel bij LR als bij de Macronie zijn er enkele dissidenten. Maar met 49.3 wordt het toch doorgedrukt, de tegenstanders zullen er zich uiteindelijk moe gestreden wel bij neerleggen, aldus Macron en Borne.
Intussen zijn er wel stakingen, in het openbaar vervoer, in het onderwijs, in de raffinaderijen, in de havens. Stakingen die van dag op dag verlengd worden en last veroorzaken. Maar het land niet plat leggen. De vakbonden zijn er beducht voor dat ze met harde acties een deel van de opinie tegen zich krijgen.
Maar Macron rekent er vooral op dat de inflatie en de hoge energiefacturen veel arbeiders aan het werk houden. De vakbonden hebben immers geen grote stakingskassen en een dag loon verliezen komt in de huidige omstandigheden hard aan.
Le Pen op de loer
De woede neemt niet af, maar Macron rekent op de slijtage van de acties. Wat indien hij zoals verwacht al dat verzet, al die woede, negeert en doorzet? Dan is dat de zoveelste nederlaag van de vakbonden en van links. Een nederlaag betekent meestal ontmoediging, er valt aan dat neoliberalistisch kapitalisme toch niets te doen, nederlaag na nederlaag. Terwijl de woede niet koelt.
En daar ligt het uiterst-rechtse Rassemblement National (RN) op de loer. Het rekent erop dat de president het been stijf houdt, en dat de opgekropte woede Marine Le Pen volgende keer naar het Elysée katapulteert.
Dat RN hield zich de voorbije weken nochtans redelijk afzijdig. Tegen het pensioenplan, maar discreet. Het wil zijn basis onder arbeiders en bedienden verstevigen, terwijl het zijn burgerlijke achterban niet wil kwijtspelen.
Macron zei in 2017: ik zal er voor zorgen dat er in 2022 geen reden meer is om voor uiterst-rechts te kiezen. Marine Le Pen won in 2022 rond 2,6 miljoen stemmen meer dan in 2017, zeer veel onder arbeiders en bedienden. Het zou nu Macron’s nachtmerrie zijn dat hij de weg heeft geopend voor uiterst-rechts aan de macht. Dat hij dan wakker wordt, want hij is daar anders goed mee bezig.